ECLI:NL:RBGEL:2019:2493
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake handhaving van bestemmingsplan en permanente bewoning van recreatiewoning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 5 juni 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, eigenaar van een recreatiewoning in Oldebroek, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders, waarin haar werd gelast het niet-recreatieve gebruik van haar recreatiewoning te beëindigen. Dit besluit was genomen op basis van het bestemmingsplan "Buitengebied 2007", dat permanente bewoning van recreatiewoningen verbiedt. De voorzieningenrechter heeft op 24 mei 2019 de zaak behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde J.B. Kaiser en verweerder werd vertegenwoordigd door Z. Güler en mr. P.H.J. de Jonge.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat verzoekster haar recreatiewoning niet recreatief maar als hoofdwoonverblijf gebruikte. Dit werd onderbouwd door diverse controles die aantoonden dat de woning vrijwel voortdurend bewoond leek te zijn, evenals het hoge waterverbruik dat niet in lijn was met een recreatief gebruik. Verzoekster had geen overtuigende argumenten aangedragen om het vermoeden van permanente bewoning te ontkrachten. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat handhaving van het bestemmingsplan in het algemeen belang is en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van handhavend optreden af te zien. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.