ECLI:NL:RBGEL:2019:2536

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 juni 2019
Publicatiedatum
7 juni 2019
Zaaknummer
05/720297-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan de vervaardiging van methamfetamine in Wamel

Op 7 juni 2019 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan de vervaardiging van methamfetamine. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op. De zaak kwam voort uit een rechtshulpverzoek uit Tsjechië, waarin werd aangegeven dat medeverdachten betrokken waren bij de oprichting van een methamfetaminelaboratorium in Wamel. Tijdens een doorzoeking op 10 september 2016 werd een in werking zijnd laboratorium aangetroffen, evenals aanzienlijke hoeveelheden methamfetamine en drugsafval. De verdachte werd beschuldigd van het faciliteren van de productie door als tussenpersoon op te treden en contact te leggen tussen de medeverdachten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk gelegenheid en middelen had verschaft voor de productie van synthetische drugs, maar sprak hem vrij van het primair ten laste gelegde medeplegen, omdat niet was komen vast te staan dat hij actief betrokken was bij de productie zelf. De rechtbank vond de rol van de verdachte als tussenpersoon voldoende om medeplichtigheid vast te stellen. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de risico's van de drugproductie en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor opiumdelicten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720297-16
Datum uitspraak :
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum 1] 1967 te [geboorteplaats] , wonende aan de [adres 1] .
Raadsman: mr. S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
23 december 2016, 17 maart 2017 en 24 mei 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Primair
hij (op een of meer tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot 10 september 2016 te Wamel, gemeente West Maas en Waal, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft vervaardigd, een of meer hoeveelheden methamfetamine, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
en/of
hij op of omstreeks 10 september 2016 te Wamel, gemeente West Maas en Waal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 22 kilogram methamfetamine, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en of een of meer anderen (op een of meer tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 10 september 2016 te Wamel, gemeente West Maas en Waal, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben vervaardigd een grote
hoeveelheidmethamfetamine, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in debij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 10 september 2016 te Wamel, gemeente West Maas en Waal, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
-te fungeren als tussenpersoon en/of het leggen van contact tussen [medeverdachte 1] en/of een of meer anderen bij de bezichtiging van de door [medeverdachte 1] ten behoeve van de vervaardiging van voornoemde methamfetamine ter beschikking te stellen woning en/of
-te fungeren als tussenpersoon en/of het leggen van contact tussen [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer anderen (mbt de inrichting en/of de lopende gang van zaken van het methamfetaminelaboratorium).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 9 september 2016 ontving het Internationaal Rechtshulp Centrum Oost-Nederland een rechtshulpverzoek uit Tsjechië. Uit dat verzoek kwam naar voren dat [medeverdachte 2] (geboren op [geboortedatum 2] 1970) en [medeverdachte 3] (geboren op [geboortedatum 3] 1970) verdacht werden van het oprichten van een Crystal Meth-lab op het adres [adres 2] in Wamel. Genoemd adres zou gehuurd worden door medeverdachte [medeverdachte 1] . [2]
Op 10 september 2016 is voornoemde woning doorzocht door de LFO, waarbij op de zolder een in werking zijnde methamfetaminelab is aangetroffen.
In de woning is ongeveer 22 kilogram methamfetamine en ongeveer 50 liter methamfetamineolie bevattende vloeistoffen gevonden. Door de hele woning (in de gang en een kamer op de begane grond, de kelder en overloop en slaapkamers op de eerste verdieping) zijn diverse grote vaten met drugsafval en voorwerpen (waaronder kookplaatjes, maatbekers en waterslangen) die gerelateerd kunnen worden aan de productie van methamfetamine aangetroffen. Bij het drugsafval was een voortdurende geur waarneembaar van tolueen, aceton of een combinatie van beiden. [3]
[medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] zijn op 10 september 2016 aangehouden in de woning aan de [adres 2] in Wamel. [4]
In juli 2016 is de zolder verbouwd, waarbij elektra van de meterkast met kabels over de vloer, via de keuken en een trap naar zolder is aangelegd. Er is een afzuiginstallatie en een waterafvoer naar beneden in een wasbak op een slaapkamer aangebracht. Enkele dagen later zijn er, toen het al donker was, met een vrachtwagen met Tsjechisch kenteken allerlei spullen gebracht. [5]
In augustus 2016 hebben verdachte en [medeverdachte 1] een vriezer op de eerste verdieping op de overloop geplaatst. [6]
Verdachte kwam drie a vier dagen per week in de woning van [medeverdachte 1] . Hij bleef soms ook slapen en sliep dan op de bank. [7]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde en dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan de vervaardiging van methamfetamine. Hij heeft een ondersteunende rol in de exploitatie van het lab gehad.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte geen wetenschap heeft gehad van de productie van methamfetamine. [medeverdachte 1] probeert verdachte het tenlastegelegde feit in de schoenen te schuiven uit wraak en rancune. Verdachte dient van het primair en subsidiair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
De rol van verdachte
Verdachte heeft gesteld dat hij in de ten laste gelegde periode enkel in de woning van [medeverdachte 1] op de bank sliep. Hij had geen idee wat er gebeurde in de woning. Hij kwam niet boven en heeft geen Tsjechen gezien. In de woning lagen meerdere mobiele telefoons die hij heeft gebruikt om te bellen. Deze telefoons werden door meerdere personen gebruikt, aldus verdachte. [8]
In de mobiele telefoon van [medeverdachte 1] is een contact met de naam [naam 1] aangetroffen met het nummer [telefoonnummer 1] . [9]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat verdachte bij ene [naam 2] in Arnhem woonde. [naam 2] is zijn bijnaam. Zij wist niet wat zijn echte naam was. Zij kon verdachte op zijn oude telefoonnummer [telefoonnummer 1] al een tijdje niet meer bereiken. [10]
Uit de onder verdachte in beslag genomen mobiele telefoon met nummer [telefoonnummer 2] blijkt dat in zijn contacten [naam 3] staat met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] en navraag bij het Ciot leerde dat dit telefoonnummer hoorde bij [naam 3] , in Arnhem, [adres 1] , het adres waar verdachte stond ingeschreven in de basisregistratie personen.
Getuige [naam 3] heeft verklaard dat verdachte vanaf 1 juli 2016 bij hem in huis woonde, maar er zeer weinig was. Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , dat in de telefoon van getuige stond, zou volgens Veenendaal van verdachte kunnen zijn geweest. [11]
Bij de aanhouding van [medeverdachte 3] werd tijdens zijn fouillering een mobiele telefoon aangetroffen. In die telefoon stond één contact te weten: [naam 4] [telefoonnummer 1] . Er is veelvuldig contact geweest tussen de mobiele telefoon die is aangetroffen bij de fouillering van [medeverdachte 3] en het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [12]
Uit de historische gegevens van het nummer [telefoonnummer 1] over de periode 1 juni 2016 tot 23 september 2016 blijkt dat deze telefoon 584 keer contact heeft gehad met het telefoonnummer dat op naam staat van de dochter van verdachte, 71 keer contact heeft gehad met het telefoonnummer dat op naam staat van de zoon van verdachte, 245 keer met het telefoonnummer van de moeder van verdachte en 41 keer met de vader van verdachte. [13]
Uit het voorgaande blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte in de periode van 1 juni 2016 tot en met 8 september 2016 veelvuldig gebruik heeft gemaakt van de mobiele telefoon met het nummer [telefoonnummer 1] . De verklaring van verdachte dat deze telefoon op de tafel lag bij [medeverdachte 1] en dat ook anderen van deze telefoon gebruik hebben gemaakt, roept om een nadere uitleg van verdachte, maar die blijft uit. Verdachte maakt onder meer niet concreet wie deze telefoon ook hebben gebruikt en naar welke nummers zij dan gebeld hebben.
Over de rol van verdachte heeft [medeverdachte 1] verklaard dat verdachte in juli 2016 vroeg of hij ruimte over had. Verdachte kwam later met een buitenlandse man de woning van [medeverdachte 1] bekijken. Een paar dagen later nam verdachte weer contact met hem op en liet hem weten dat het doorging. Snel daarna kwam een klusjesman in de woning die op de zolder heeft gewerkt. Weer een paar dagen later kwam een vrachtauto met oplegger het erf op rijden met blauwe tonnen en een hoop dozen. Bij het lossen van de vrachtauto waren volgens [medeverdachte 1] , hijzelf, verdachte, de chauffeur en drie buitenlanders aanwezig. Verdachte heeft toen gezegd dat twee buitenlanders in de woning zouden blijven voor langere tijd. Verdachte is bij [medeverdachte 1] in huis geweest, hij bleef er slapen en was er eigenlijk altijd wel. Ergens in augustus 2016 zei verdachte dat er een vriezer moest komen. [medeverdachte 1] heeft deze vriezer met verdachte naar de eerste etage gedragen. [14]
Deze verklaring van [medeverdachte 1] worden ondersteund door sms-berichten tussen [medeverdachte 1] en verdachte, die zijn aangetroffen op de mobiele telefoon van [medeverdachte 1] .
24-7-2016
Verstuurd:
Hoe laat kom je deze kant op? De mannen willen boodschappen doen
Ontvangen:
die kunnen daar toch niet gaan winkelen half 4 ben ik er
28-7-2016
Verstuurd:
vergeet niet met [naam 5] over ophalen vriezer te praten
Verstuurd:
anders regel ik busje
Ontvangen:
hij is bij me ben er zo
12-8-2016
Verstuurd:
waar ben jij nou weer heen?
Verstuurd:
Als t nog lang duurt zeg t dan want dan laat ik mezelf wel ophalen
Ontvangen:
Uiterlijk 2115tfrug
Verstuurd:
Kerel waarom zeg je dat niet van tevoren had ik niet afgesproken je bent de hele dag al weggeweest gister ook
13-8-2016
Ontvangen:
maakt mij niks uit wat je doet maar moet wel weg anders haal mc giver me op
15-8-2016
Verzonden:
Morgenochtend de boel maar inpakken en naar Mc Iver gaan zoals Zondag?
17-8-2016
Verstuurd:
Wanneer komen die gasten nou met geld?
26-8-2016
Verstuurd:
Heb lang met mezelf overlegd wat nu te doen.. ik hoor niets van jou of van een ander en dit staat mij niet aan. Als dit zo blijft gaat vanavond 22.00uur de stekkers naar boven er uit.
Ontvangen:
Gmorgen je bent er zelf niet sinds je autohebt maar hoe laat ben je er
Verstuurd:
Ik ben er elke dag net als de auto
6-9-2016
Verstuurd:
Probeer vandaag vervoer naar huis te krijgen, ben bij zus schutting zetten
Ontvangen:
Ja oke weet toch dat je daar bent khoor je later wel
9-9-2016
Verstuurd:
ik kan ver domme geen lift krijgen naar Wamel. Kan jij me niet oppikken als je weet die kant op gaat?
10-9-2016
Verstuurd:
.Ik ben in Wamel
Verstuurd:
Die gasten hebben helemaal niks meer hier mix te roken
Verstuurd:
Waar blijven die gasten?
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij en [medeverdachte 2] de drugs hebben gekookt en dat hij ene [naam 6] in het huis heeft gezien. Hij herkent verdachte van een foto als [naam 6] . [medeverdachte 3] heeft van [medeverdachte 2] begrepen dat verdachte hen zou bewaken. [15]
Op basis van voornoemde feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat verdachte betrokken is geweest bij het methamfetaminelaboratorium dat op 10 september 2016 is aangetroffen in de woning van [medeverdachte 1] . De verklaring van verschillende getuigen en [medeverdachte 1] wijzen in de richting van verdachte. Dat verdachte, zoals hij zelf verklaart, enkel in de woning aanwezig was om te darten en de Olympische Spelen te kijken, acht de rechtbank gelet op al het voorgaande niet geloofwaardig.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard als is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking.
Ook als het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbaar feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbaar feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De rechtbank stelt vast dat verdachte als tussenpersoon heeft gefungeerd tussen [medeverdachte 1] en een ander die bij de bezichtiging van de woning van [medeverdachte 1] aanwezig was en tussen [medeverdachte 1] enerzijds en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] anderzijds. Deze handelingen van verdachte waren noodzakelijk voor de voltooiing van de strafbare feiten. Als verdachte niet als tussenpersoon had gefungeerd hadden deze strafbare feiten immers niet kunnen plaatsvinden.
De voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] bij het bereiden en vervaardigen van methamfetamine komt op basis van het voorgaande echter niet vast te staan. Uit het dossier kan niet worden opgemaakt dat verdachte betrokken is geweest bij het bereiden en vervaardigen van de methamfetamine. Niet is gebleken van een gezamenlijke uitvoering tussen verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] hierbij. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het primair ten laste gelegde.
Medeplichtigheid
De rechtbank is van oordeel dat verdachte opzet heeft gehad op het exploiteren van een productieplaats voor de bereiding en vervaardiging van synthetische drugs. Verdachte heeft daartoe opzettelijk gelegenheid en middelen verschaft. Immers uit voornoemde feiten en omstandigheden blijkt dat verdachte wetenschap had van het feit dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] zich bezighielden met het bereiden en vervaardigen van synthetische drugs. Van aanwijzingen voor het tegendeel is de rechtbank niet gebleken. Door als tussenpersoon te fungeren heeft verdachte aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] de gelegenheid verschaft methamfetamine te produceren. De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
[medeverdachte 1] en/of[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 3]
en of een of meer anderen (op een of meer tijdstip(pen))in
of omstreeksde periode van 1 juli 2016 tot en met 10 september 2016 te Wamel, gemeente West Maas en Waal,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen, (telkens)opzettelijk
heeft/hebben vervaardigd
een grote
hoeveelheidmethamfetamine, in elk gevaleen
(grote
)hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
bij en/oftot het plegen van welk misdrijf verdachte in
of omstreeksde periode van 1 juli 2016 tot en met 10 september 2016 te Wamel, gemeente West Maas en Waal
, in elk geval in Nederland, (telkens)opzettelijk behulpzaam is geweest en
/ofopzettelijk gelegenheid, middelen en
/ofinlichtingen heeft verschaft door:
-te fungeren als tussenpersoon en
/ofhet leggen van contact tussen [medeverdachte 1] en
/ofeen
of meerander
enbij de bezichtiging van de door [medeverdachte 1] ten behoeve van de vervaardiging van voornoemde methamfetamine ter beschikking te stellen woning en
/of
-te fungeren als tussenpersoon en
/ofhet leggen van contact tussen [medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 3]
en/of een of meer anderen (mbt de inrichting en/of de lopende gang van zaken van het methamfetaminelaboratorium
).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd gelet op de bepleite vrijspraak.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 4 april 2019;
- voorlichtingsrapportages van Reclassering Nederland, gedateerd 22 december 2016 en 25 april 2019;
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is medeplichtig aan het gedurende twee maanden bereiden, vervaardigen en het opzettelijk aanwezig hebben van methamfetamine. Verdachte heeft hierin een ondersteunende rol als tussenpersoon gehad. Verdachte verbleef veelvuldig in de woning. In de woning zijn diverse hoeveelheden (vloei) stoffen, materialen en goederen bestemd voor de productie van nog meer methamfetamine.
Methamfetamine, ook wel crystal meth genoemd, is een sterkere vorm van amfetamine. Gebruik van methamfetamine is in korte tijd veel schadelijker dan gebruik van amfetamine. De werking is heftiger en verslavender dan die van amfetamine. Gebruik van het middel brengt zeer ernstige gezondheidsrisico’s met zich. De productie van dit middel is mede om die reden een zeer ernstig strafbaar feit. Bovendien zijn er ook veel uitvoeringstechnische risico’s aan een dergelijk drugslaboratorium verbonden zoals brand- en ontploffingsgevaar en het vrijkomen van levensgevaarlijke dampen. De afvalproducten worden doorgaans in de natuur gedumpt, wat zeer schadelijk is voor de leefomgeving. Door zijn handelen heeft verdachte hieraan bijgedragen. Dat rekent de rechtbank hem ernstig aan.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 april 2019 blijkt dat verdachte op 8 september 2016 is veroordeeld voor een opiumdelict wiet/hennep. Hij wist dan ook dat hij zich niet met dergelijke praktijken moest inlaten en desondanks heeft hij dat toch gedaan.
Uit de rapportages van de reclassering blijkt onder meer dat verdachte niet meer met justitie in aanraking is gekomen sinds hij uit de voorlopige hechtenis is gekomen. Hij ervaart geen problemen op verschillende leefgebieden. Zijn financiële situatie is zorgwekkend te noemen. Hiervoor is verdachte in beeld bij het wijkteam. Gelet op deze financiële situatie ziet de reclassering een contra-indicatie voor het adviseren van een geldboete. De reclassering heeft de indruk dat verdachte zelf richting wil geven aan zijn leven en zich hierin liever niet laat sturen door anderen. Geadviseerd wordt de zaak af te doen zonder reclasseringsbemoeienis.
Gelet op de ernst van het feit, de schade die het gebruik van deze drugs veroorzaakt in de maatschappij, de documentatie van verdachte op het gebied van opiumdelicten en dat het feit drie jaar geleden is gepleegd, acht de rechtbank een gevangenisstraf van 24 maanden passend en geboden. Op deze straf zal de rechtbank de dagen in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht in aftrek brengen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 48 en 49 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:

spreektverdachte
vrijvan het primair ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Leemreize (voorzitter), mr. J.M. Graat en
mr. W.W. Monteiro, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. Rijkse, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 juni 2019.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost Nederland, districtrecherche Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, OPS-dossiernummer 2016447560 / ON5R016052, gesloten op 16 februari 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 18
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 20 tot en met 31.
4.Proces-verbaal inhoudende AT verslag binnentreden woning, p. 303 en 304
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 321 en 322.
6.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 mei 2019.
7.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 mei 2019.
8.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 mei 2019.
9.Proces-verbaal onderzoek aan telefoon [medeverdachte 1] , p. 110.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 90 en 91.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , p. 217-219.
12.Proces-verbaal van bevindingen p. 256 tot en met 265.
13.Proces-verbaal van bevindingen p. 224 en 225.
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 321 en 322
15.Proces-verbaal van getuigenverhoor bij de rechter-commissaris van 18 december 2017.