Uitspraak
_________________________________________________________________ _
[Eiser],
gevestigd te [plaats] ,
eiseres van de vordering,
verweerster op de tegenvordering,
hierna te noemen: [Eiser] ,
advocaat R.A.J.C. Huijs te Eindhoven,
[verweerster],
gevestigd te [plaats] ,
verweerster op de vordering,
eiseres van de tegenvordering,
hierna te noemen: [verweerster] ,
advocaat L.A. van Driel te Maastricht.
1.De procedure
2.De feiten
[rechtbank: [naam B.V. X] ]mits de heer [Naam A] zich blijft bezig houden met het dagelijkse management van de Onderneming.
[rechtbank: [naam B.V. X] ]en stellen zich ten doel om, tenzij anders overeengekomen in de Aandeelhoudersovereenkomst of vereist op basis van de wet, de bedrijfsactiviteiten uit te oefenen met het oog op het creëren van synergie tussen de Vennootschap en het concern van [verweerster] alsmede van aandeelhouderswaarde op lange termijn. [verweerster] zal zich ervoor inspannen dat, wanneer door het concern van [verweerster] werkzaamheden op het werkterrein van de Vennootschap worden uitbesteed, deze zoveel mogelijk worden ondergebracht bij de Vennootschap mits sprake is van marktconforme condities.
[rechtbank: [naam B.V. X] ]. [Eiser] bezit 40%. [Naam A] is directeur en enig aandeelhouder van [Eiser] .
3.Het geschil
de vordering
4.De beoordeling
van de vordering
e-mailbericht van [verweerster] . Bij antwoordakte op de eisvermeerdering heeft [verweerster] met productie 49 het aan het e-mailbericht van [Naam A] voorafgaande e-mailbericht van [verweerster] van diezelfde dag overgelegd. Uit deze e-mailwisseling blijkt inderdaad dat [Naam A] bij de formule van artikel 11 zelf ook uitgaat van delen door ‘zes’. Hieruit volgt dat partijen het erover eens waren dat de aandeelhoudersovereenkomst in zoverre een kennelijke verschrijving bevat. Gelet hierop kan de rechtbank [Eiser] niet volgen in haar stelling dat delen door ‘zes’, zoals partijen hebben gedaan, onjuist is geweest.