RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
uitspraak van de meervoudige kamer van
[naam 1] , [naam 2] [naam 3] en [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] ,te [plaats 1]
[naam 7]te [plaats 2]
[naam 8]te [plaats 3]
eisers
(gemachtigde: drs. J.G. Vollenbroek),
het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rijn en IJssel, verweerder.
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
[naam 9], te [plaats 4] .
(gemachtigde: ing. B.H. Wopereis)
Bij besluit van 24 oktober 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan derde-partij een vergunning op grond van de Waterwet (hierna: watervergunning) verleend voor het lozen van afvalwater door een bioraffinage-installatie in de Leerinkbeek.
Eisers hebben beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 mei 2019. Het beroep tegen de watervergunning is op deze zitting gelijktijdig behandeld met de beroepen tegen de omgevingsvergunning (18/6623) en de vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (18/6622).
Diverse omwonenden zijn verschenen, evenals [naam x] en [naam y] drs. J.G. Vollenbroek en mr. V. Wösten. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door M.C.E. Limbeek, J.A.R.M. van Dijk, M. Ros en mr. J.J.M. van der Pool.
Namens de derde-partij zijn ing. B.H. Wopereis en mr. N.S. Commijs verschenen.
Inleiding
1. De derde-partij heeft op 29 maart 2017 een aanvraag ingediend bij verweerder voor het realiseren van een installatie voor bioraffinage op het bedrijventerrein “ [x] ” aan [adres] ongenummerd te [plaats 1] . De aanvraag heeft betrekking op 450.000 ton dierlijke drijfmest van varkens, rundvee en overige pelsdieren en 150.000 ton vaste dierlijke mest van varkens, rundvee, overige pelsdieren, schapen, geiten en paarden alsmede berm-/natuurgras.
Binnen de inrichting zullen vloeibare en vaste mest en berm-/natuurgras worden vergist en verwerkt tot (bio)gas en organische meststoffen. Het gevormde biogas wordt opgewerkt tot gas dat in het landelijk aardgasnetwerk kan worden gebracht. Het digestaat dat vrijkomt uit de vergister wordt verder verwerkt tot een dikke en dunne fractie. De dikke fractie wordt ingedroogd waardoor er alleen droge stof in de vorm van pellets (korrels) overblijft die kan worden ingezet als grondverbeteraar voor landbouwgronden. De dunne, vloeibare, fractie wordt gezuiverd en het afvalwater dat resteert wordt in de Leerinkbeek geloosd.
Voor deze lozing is op grond van artikel 6.2 van de Waterwet een vergunning vereist.
De voorliggende watervergunning heeft betrekking op:
- het in de Leerinkbeek lozen van water dat afkomstig is uit de bioraffinage-installatie;
- het aanleggen en behouden van een transportleiding in de beschermingszone van de Leerinkbeek;
- het aanleggen en behouden van een uitstroomvoorziening in de kernzone van de Leerinkbeek.
2. De Crisis- en herstelwet is van toepassing op deze zaak.