In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een aanvaring tussen twee motortankschepen op de rivier de Waal op 22 april 2017. Eiser, eigenaar van motortankschip A, vordert schadevergoeding van gedaagde, eigenaar van motortankschip B, op grond van aansprakelijkheid voor de aanvaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvaring plaatsvond onder goede weersomstandigheden en dat motortankschip A zich correct gedroeg door een blauw bord te tonen voor een stuurboord op stuurboord passage. Gedaagde heeft echter plotseling van koers gewijzigd zonder adequate communicatie, wat leidde tot de aanvaring. De rechtbank oordeelt dat gedaagde volledig aansprakelijk is voor de schade, omdat hij de regels van de Rijnvaart niet heeft nageleefd. Eiser heeft voldoende bewijs geleverd dat gedaagde de schuld draagt voor de aanvaring, en de rechtbank wijst de vordering van eiser toe, inclusief schadevergoeding voor cascoschade, tijdverlet en andere kosten. De rechtbank concludeert dat gedaagde de volledige schade moet vergoeden en veroordeelt hem tot betaling van € 41.216,64, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 21 december 2018.