Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Verz. was aan het verbouwen in de keuken, alles moest verplaatst worden. Tijdens optillen van de vaatwasser is de deur afgebroken.”
Verz heeft vaatwasser gebruikt. Vaatwasser was klaar en verz doet de deur open. Doet niks raars, maar deur breekt toch af”
U meldde een schade aan uw vaatwasser. (…)
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Ja wij denken misschien zo zeggen. (…) ik ja wij wouden zo zeggen (…) ja gewoon wij wij denken moeten zo zeggen.” Daaruit volgt naar het oordeel van de kantonrechter niet alleen dat [naam gedaagde] op de hoogte was van de opgave door haar vriendin aan Achmea van een onjuiste schadeoorzaak, maar ook dat dit in samenspraak met haar is gebeurd in de hoop dat dit tot een uitkering zou leiden. Daarmee staat voldoende vast dat sprake is geweest van opzet tot misleiding van Achmea.
5.De beslissing
,te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis en voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te berekenen vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;