Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat mr. H.A.J. Stollenwerck te Maastricht,
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN NV,
gevestigd te Apeldoorn,
verweerster, hierna te noemen: Achmea,
advocaat mr. H.E. Foudraine te Apeldoorn.
1.De procedure
- de procesinleiding
- het verweerschrift
- producties 8 tot en met 10 van Achmea
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 25 juli 2019.
2.De feiten
Regel het nu
Verkorte gezondheidsverklaring” ingevuld en ondertekend teruggestuurd. In de aanhef staat:
Lees de vragen goed door en beantwoord ze eerlijk. Let er goed op dat u alle vragen invult.
6. Ziekten (vervolg)
Als sprake is van opzet om PGGM Verzekeringen te misleiden wordt de verzekeringsovereenkomst door PGGM Verzekeringen beëindigd. Dit geldt ook als vragen verkeerd beantwoord zijn of relevante feiten of omstandigheden niet gemeld zijn. Relevant zijn in ieder geval ook ziekten, kwalen en gebreken die de verzekerde en/of verzekeringnemer voor het sluiten van de verzekering kende.”
Indien hij dit wel vermeld had was in verband met de brughoektumor aanvullende informatie opgevraagd. Bij aanhoudende klachten na verwijdering van de aandoening, zoals hier in ieder geval voor wat betreft de cognitieve klachten zo blijkt te zijn, is er aanleiding om negatief te adviseren. Dan was betrokkene op medische gronden afgewezen. (…)”
Is er, rekening houdend met de gezondheidskundige en verzekeringstechnische gegevens, sprake van een verhoogd verzekeringsrisico bij aanvraag van de arbeidsongeschiktheidsverzekering in of rond september/oktober 2008?” als volgt:
M.i. is er sprake van een verhoogd verzekeringsrisico bij aanvraag van de arbeidsongeschiktheidsverzekering in of rond september/oktober 2008.”
er is een sprake van een verhoogd verzekeringsrisico op het moment van de aanvraag van de arbeidsongeschiktheidsverzekering in of rond september 2008.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Lijdt u of heeft u ooit geleden aan een ziekte, kwaal of gebrek zoals (…)” (zie 2.2) ontkennend heeft beantwoord
.Het standpunt van [eiser] dat alleen ernstige ziekten vermeld hoeven te worden, is niet houdbaar. Behalve ernstige ziekten staan ook minder ernstige aandoeningen als voorbeeld in vraag 6 opgesomd. Hierbij komt het de rechtbank voor dat de operatie in 1996 aan een brughoektumor, ook als tevoren bekend is dat het een goedaardige tumor is, een ingrijpende gebeurtenis is. Na deze operatie heeft [eiser] klachten van concentratiestoornissen en vergeetachtigheid. Er is sprake geweest van een depressie in 2000. In 2005 is nog een neuropsychologisch onderzoek (NPO) gedaan in verband met voornoemde cognitieve stoornissen. De vervolgvraag, die ziet op bevestigende beantwoording van vraag 6, stelt nadere vragen met onder andere ook de vraag “
Heeft u nog klachten”. Hieruit had [eiser] kunnen afleiden dat hij vraag 6 ook bevestigend moest beantwoorden als sprake is geweest van ziekten waarvan hij inmiddels geen klachten meer ondervond. Dat [eiser] zijn mededelingsplicht heeft geschonden, staat hiermee vast. De omstandigheid dat hij geen bijstand bij het invullen van het formulier heeft gehad en niet op de hoogte was van eventuele sancties bij niet nakoming van deze verplichting, maakt niet dat de tekortkoming [eiser] niet kan worden toegerekend. De inleiding van de verkorte gezondheidsverklaring luidt immers als volgt: “
Lees de vragen goed door en beantwoord ze eerlijk. Let er goed op dat u alle vragen invult.” Deze waarschuwing is voldoende om de relatief eenvoudige vragen naar waarheid in te vullen.
dat bij het beantwoorden van de vraag wat een redelijk handelend verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken zou hebben gedaan, groot gewicht kan toekomen aan het acceptatiebeleid van andere verzekeraars. Niet uitgesloten is evenwel dat het beleid van een of meer andere verzekeraars op inhoudelijke gronden de toets aan de maatstaf van een redelijk handelend verzekeraar niet kan doorstaan, zodat daarop geen beroep kan worden gedaan. Evenmin is uitgesloten dat het acceptatiebeleid van de betrokken verzekeraar op inhoudelijke gronden blijkt te voldoen aan de maatstaf van de redelijk handelend verzekeraar, ook al voeren andere verzekeraars een ander (of geen) beleid ten aanzien van de betrokken feiten en omstandigheden. Het beredeneerde betoog van een verzekeraar dat een redelijk handelend verzekeraar, bij kennis van de ware stand van zaken, de verzekering niet zou hebben gesloten, kan – afhankelijk van de door de verzekeraar daartoe aangevoerde argumenten en de omstandigheden van het geval – tot het oordeel leiden dat een redelijk handelend verzekeraar de verzekering in dat geval niet zou zijn aangegaan. Voor dat oordeel is niet steeds noodzakelijk dat het acceptatiebeleid van andere verzekeraars wordt onderzocht. Het zal van het verweer van de verzekeringnemer afhangen of het acceptatiebeleid van andere verzekeraars in de beoordeling moet worden betrokken.” (HR 5 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1841)
Psychische klachten: De huisarts vermeldt in zijn journaal: in 1997 depressie. De
werden geobjectiveerd. Het verhoogde risico ligt hier
Wat was de lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand van [eiser] op 27 september 2008?” en de vraag “
Zou een redelijk handelend verzekeraar in Nederland - bekend met de uit dat onderzoek voortkomende feiten - het risico van arbeidsongeschiktheid hebben geweigerd?”
1.086,00(2 punten × tarief € 543,00)