In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel verzoekers gelast om kunstgrasrollen van hun percelen te verwijderen, met een dreiging van dwangsommen bij niet-naleving. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. Tijdens de zitting op 24 januari 2019 hebben partijen overeenstemming bereikt over een verlenging van de termijn voor het voldoen aan de opgelegde lasten. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en de begunstigingstermijn vastgesteld op 1 juli 2019. Dit biedt verzoekers de gelegenheid om te onderzoeken of verwerking van de kunstgrasrollen in Nederland mogelijk is, en om voorbereidingen te treffen voor verwerking in Denemarken.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat verzoekers, als eigenaren van het perceel, de kunstgrasrollen moeten verwijderen en afvoeren naar een erkende locatie. De oorspronkelijke begunstigingstermijn liep tot 31 december 2018, maar omdat verweerder niet bereid was deze termijn te verlengen, heeft de voorzieningenrechter eerder een ordemaatregel genomen. Verzoekers hebben aangevoerd dat er geen afvalverwerkende bedrijven beschikbaar zijn om de kunstgrasrollen te recyclen, terwijl verweerder stelt dat er mogelijkheden zijn voor verwerking. Uiteindelijk is besloten om de begunstigingstermijn op te schorten tot 1 juli 2019, zodat partijen de tijd hebben om de mogelijkheden voor verwerking te onderzoeken.
De voorzieningenrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van verzoeker toegewezen en bepaald dat verweerder het door verzoeker betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.