AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Voorwaardelijke taakstraf voor de handel in gestolen champagne met terugbetalingsverplichting
Op 22 augustus 2019 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van schuldheling van champagneflessen. De verdachte, geboren in 1987 en woonachtig in Nederland, had in de periode van 1 november 2018 tot en met 5 december 2018 een grote hoeveelheid champagneflessen verworven, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze flessen door misdrijf waren verkregen. De officier van justitie vorderde vrijspraak voor opzetheling, maar eiste bewezenverklaring van schuldheling. De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat er geen bewijs was dat de champagne gestolen was en dat de verdachte geen wetenschap had van de criminele herkomst.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte onvoldoende onderzoek had gedaan naar de herkomst van de champagneflessen, ondanks duidelijke aanwijzingen dat deze afkomstig waren van diefstal. De rechtbank concludeerde dat de verdachte had moeten vermoeden dat de champagne door een misdrijf was verkregen, gezien de lage prijs en de omstandigheden waaronder de flessen werden geleverd. De verdachte werd schuldig bevonden aan schuldheling en kreeg een voorwaardelijke taakstraf van 80 uur opgelegd, met de verplichting om ruim € 7.000 terug te betalen aan de benadeelde partij, Albert Heijn.
De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad en de impact van de zaak op zijn gezin. De rechtbank vond een onvoorwaardelijke straf niet op zijn plaats, maar legde wel een voorwaardelijke taakstraf op als waarschuwing voor de toekomst.
Voetnoten
1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost- Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019030602 Z, gesloten op 27 december 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte p. 57-58, proces-verbaal van bevindingen p. 63-64, proces-verbaal van bevindingen p. 65-66, proces-verbaal van bevindingen p. 67, proces-verbaal van bevindingen p. 68, proces-verbaal van bevindingen p. 70, proces-verbaal van bevindingen p. 75-77, proces-verbaal van bevindingen p. 85-87 met bijlagen, proces-verbaal van bevindingen p. 128-129, proces-verbaal van aangifte p. 385-386, proces-verbaal van bevindingen p. 389, proces-verbaal van bevindingen p. 391-392, proces-verbaal van bevindingen p. 395, proces-verbaal van aangifte p. 400-401, proces-verbaal van bevindingen p. 403-404, proces-verbaal van aangifte p. 408-409, proces-verbaal van aangifte p. 412, proces-verbaal van bevindingen p. 417-423, proces-verbaal van bevindingen p. 442-425, proces-verbaal van aangifte p. 435-438, proces-verbaal van bevindingen p. 445-446 met bijlagen.
3.verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting.
4.Proces-verbaal van bevindingen p. 148, 156-166.
5.Proces-verbaal van bevindingen p. 205 met bijbehorende bijlagen op p. 208, 211 en 213
6.Verklaringen van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige PL0900-2016089551-9 (p. 457).
8.Bijlage 5, pagina 1 (niet genummerd), horende bij de brief van 15 maart 2019 van mr. M.P. Waninge.
9.Verklaringen van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting.