ECLI:NL:RBGEL:2019:3921

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 augustus 2019
Publicatiedatum
2 september 2019
Zaaknummer
7836695 CV EXPL 19-2687
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging van bindend advies en kosten voor verwijdering gasaansluiting

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland op 14 augustus 2019, heeft de eisende partij, vertegenwoordigd door de gemachtigden mr. R.W. de Vlam en B.E.M. Wolffers, een vordering ingediend tegen de gedaagde partij, vertegenwoordigd door T. Galema. De vordering betreft de kosten voor het verwijderen van een gasaansluiting en de vernietiging van een bindend advies van de Geschillencommissie Energie. De gedaagde partij heeft om uitstel verzocht, maar heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd. Hierdoor heeft de kantonrechter, M.C.J. Heessels, de vordering toegewezen.

De rechter oordeelde dat de eisende partij onweersproken heeft gesteld dat de beslissing van 28 november 2018 haar verplicht om te handelen in strijd met een dwingendrechtelijk verbod in de Wet milieubeheer. Dit leidde tot de conclusie dat gebondenheid aan deze beslissing onaanvaardbaar is. De gevorderde vernietiging van de beslissing werd toegewezen op grond van artikel 7:904 BW.

Daarnaast heeft de rechter de gevorderde verwijderkosten van € 687,00 toegewezen, evenals de veroordeling om mee te werken aan de verwijdering van de aansluiting en de aansluitleiding. De nakosten werden begroot op € 60,00, met een maximum van € 100,00, en de gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar verklaard bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaakgegevens 7836695 CV EXPL 19-2687 /
uitspraak van 14 augustus 2019

vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

Liander N.V.

gemachtigden: mr. R.W. de Vlam en B.E.M. Wolffers
eisende partij
tegen

[gedaagde]

gemachtigde: T. Galema
gedaagde partij

Procesverloop

De zaak is aanhangig gemaakt bij de aan dit vonnis gehechte en daarvan deel uitmakende (kopie) dagvaarding met het hiervoor genoemde zaaknummer.
De eisende partij heeft de veroordeling gevorderd van de gedaagde partij overeenkomstig de dagvaarding.
De gedaagde partij heeft om uitstel verzocht. Dit uitstel is verleend. Hoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft de gedaagde partij geen inhoudelijk verweer gevoerd.
Vervolgens is vonnis bepaald.

Beoordeling en beslissing

De vordering wordt, omdat deze niet is weersproken door de gedaagde partij, toegewezen als volgt.
De eisende partij heeft onweersproken gesteld dat de beslissing van 28 november 2018 haar verplicht om te handelen in strijd met een dwingendrechtelijk verbod in de Wet milieubeheer (Wm). Daarmee is vast komen te staan dat gebondenheid aan de beslissing van 28 november 2018 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De gevorderde vernietiging van de beslissing van 28 november 2018 zal dan ook op grond van artikel 7:904 BW worden toegewezen.
De eisende partij heeft onweersproken gesteld dat de door haar gevorderde verwijderkosten ad € 687,00 op grond van de artikelen 5.3. en 14.1. van de toepasselijke algemene voorwaarden voor rekening van gedaagde komen. Dit onderdeel van de vordering alsmede de veroordeling om mee te werken aan de verwijdering van de aansluiting inclusief de aansluitleiding, die verder niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, zullen dan ook eveneens worden toegewezen.
De gevorderde nakosten zullen worden begroot op een bedrag van € 60,00, zijnde een half salarispunt van het toe te wijzen salaris van de gemachtigde met een maximum van € 100,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
De gedaagde partij wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van de eisende partij, tot aan deze uitspraak vastgesteld op:
81,83
aan explootkosten
486,00
aan griffierecht en
120,00
aan salaris gemachtigde
60,00
aan kosten die na dit vonnis zullen ontstaan, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.J. Heessels, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.
d/lt