ECLI:NL:RBGEL:2019:4493

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 januari 2019
Publicatiedatum
8 oktober 2019
Zaaknummer
NL 18.11017
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en financiële verantwoording van Huurdersvereniging Lochem c.s. aan Stichting Viverion

In deze zaak vordert Stichting Viverion, een woningcorporatie, dat Huurdersvereniging Lochem c.s. verantwoording aflegt over de besteding van een jaarlijkse bijdrage die zij heeft ontvangen. De Huurdersvereniging is verplicht om op basis van de Wet op het Overleg Huurders Verhuurder (WOHV) jaarlijks verantwoording af te leggen aan Stichting Viverion. De zaak is ontstaan na signalen van mogelijke vervalsing van financiële documenten door de Huurdersvereniging. Stichting Viverion heeft een onderzoeksbureau ingeschakeld om de financiële gang van zaken te onderzoeken, maar de Huurdersvereniging heeft geweigerd mee te werken aan dit onderzoek.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Huurdersvereniging niet heeft voldaan aan haar verplichtingen om financiële verantwoording af te leggen. De rechtbank heeft de Huurdersvereniging veroordeeld tot het afleggen van adequate financiële verantwoording binnen zeven dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de Huurdersvereniging hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan door het tekortschieten in haar verplichtingen. De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd voor het geval de Huurdersvereniging niet aan de veroordeling voldoet.

De zaak benadrukt de verplichtingen van huurdersorganisaties onder de WOHV en de noodzaak voor transparantie in de financiële verantwoording. De uitspraak is gedaan door mr. P.F.A. Bierbooms en is openbaar uitgesproken op 30 januari 2019.

Uitspraak

[-]
[-]
[-]
________________________________________________________ _
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer: NL18.11017
Vonnis van 30 januari 2019
in de zaak van
de stichting
STICHTING VIVERION,
gevestigd te Lochem, eiseres, hierna te noemen: Stichting Viverion, advocaat mr. B. Martens te Amsterdam,
tegen
1. de vereniging
HUURDERSVERENIGING LOCHEM,
gevestigd te Lochem,
verweerder, niet verschenen, hierna te noemen: de Huurdersvereniging,
2.
[verweerder sub 2], wonende te [woonplaats] , verweerder, niet verschenen,
3.
[verweerder sub 3], wonende te [woonplaats] ,
verweerder, niet verschenen,
4.
[verweerder sub 4] ,, wonende te [woonplaats] , verweerder, niet verschenen,
5.
[verweerder sub 5], [woonplaats] te Lochem,
verweerder, niet verschenen,
6.
[verweerder sub 6], wonende te [woonplaats] , verweerder,
advocaat mr. W.H. van Zundert,
7.
[verweerder sub 7],
wonende te [woonplaats] , niet verschenen, verweerders, hierna samen te noemen: Huurdersvereniging Lochem c.s. en verweerders 2 tot en met 7 samen te noemen: de bestuursleden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de procesinleiding
  • het verweerschrift
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 18 december 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Stichting Viverion is een woningcorporatie die zich richt op de verhuur, beheer, ontwikkeling en verkoop van onroerend goed in het sociale segment in de gemeenten Lochem, Rijssen-Holten en Hof van Twente.
2.2.
Stichting Viverion is op basis van de Wet op het Overleg Huurders Verhuurder (hierna: de WOHV) verplicht overleg te plegen met haar huurders. Om dit overleg te structureren, is de Huurdersvereniging aanspreekpunt van Stichting Viverion. De Huurdersvereniging is opgericht op 18 februari 1993 en stelt zich ten doel de belangen van bewoners van huurwoningen in de gemeenten Lochem en Rijssen-Holten te behartigen. Het bestuur van de Huurdersvereniging bestaat uit de bestuursleden (verweerders 2 tot en met
7).
2.3.
Teneinde het op grond van de WOHV voorgeschreven overleg te structureren zijn Stichting Viverion en de Huurdersvereniging een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. De eerste overeenkomst is van 22 april 2009 (productie 1 bij procesinleiding), welke overeenkomst is vervangen door een nieuwe samenwerkingsovereenkomst van 3 juni 2014 (productie 2 bij procesinleiding), hierna: de samenwerkingsovereenkomst.
2.4.
Om de Huurdersvereniging in staat te stellen haar taken behoorlijk te kunnen vervullen, stelt Stichting Viverion jaarlijks, de eerste keer in 2009, aan de
Huurdersvereniging een bijdrage ter beschikking. In totaal heeft Stichting Viverion in dat verband in de jaren 2009 tot en met 2017 een bedrag van € 110.482,00 aan de Huurdersvereniging ter beschikking gesteld. De bijdrage vindt haar grondslag in de samenwerkingsovereenkomst. In artikel 11 lid 8 van de samenwerkingsovereenkomst is bepaald dat de bijdrage dient te worden aangewend voor in die bepaling genoemde, specifieke doeleinden. Dit artikel luidt:

Het door de verhuurder (jaarlijks) ter beschikking gestelde bedrag zal door de huurdersorganisaties worden besteed aan:
de werving van leden en de opbouw en instandhouding van de huurdersorganisatie;
het op de hoogte houden van de huurders en het betrekken van hen bij de standpuntbepaling door de huurdersorganisatie;
het overleg tussen de verhuurder en de huurdersorganisatie;
e medefinanciering van de organisatie en de activiteiten van de huurdersorganisaties en de bewonerscommissies;
de financiering van (externe) deskundige ondersteuning en advisering (onder meer organisatorisch, beleidsmatig, Juridisch en bouwkundig);
de financiering van een opleidingsprogramma voor leden van de huurdersorganisaties en de bewonerscommissies
2.5.
Op grond van de artikelen 11 lid 9, 10 en 11 van de samenwerkingsovereenkomst en artikel 7 van de WOHV moet de Huurdersvereniging aan Stichting Viverion jaarlijks verantwoording af te leggen over de besteding van de bijdrage. Stichting Viverion heeft van enkele jaren een (globale) kostenverantwoording ontvangen en jaarstukken van 2016 (productie 6 bij de procesinleiding). Daarbij zijn in enkele gevallen ook de zogeheten
“verantwoordingsdocumenten” gevoegd.
2.6.
Naar aanleiding van signalen over de mogelijke vervalsing van de financiële stukken door Huurdersvereniging Lochem c.s. heeft een onderzoeksjournalist, [onderzoeksjournalist A] , het administratiekantoor Elimata B.V. (hierna: Elimata), benaderd. Namens
Elimata heeft haar directeur, [directeur Elimata] , verklaard dat zij de door Huurdersvereniging Lochem c.s. aan Stichting Viverion ter beschikking gestelde verantwoordingsdocumenten d.d. 22 februari 2011 en 15 februari 2016 niet heeft opgesteld (productie 11 bij procesinleiding). [directeur Elimata] verklaart: “
Dit document is niet door mij opgesteld. Sterker nog, Elimata is mijn holding en die verricht geen werkzaamheden. In 2016 was mijn bedrijf al gevestigd in Naarden en niet in Lochem zoals vermeld op dit document.”. Stichting Viverion heeft Huurdersvereniging Lochem c.s. daarmee geconfronteerd, waarop door
Huurdersvereniging Lochem c.s. is verklaard dat de verantwoordingsdocumenten niet meer dan een “format” zijn. Huurdersvereniging Lochem c.s. heeft bevestigd dat er nooit controle is uitgevoerd door Elimata.
2.7.
Naar aanleiding van de in de vorige overweging genoemde feiten, heeft Stichting Viverion [Bedrijfsrecherche BV] , hierna: [Bedrijfsrecherche BV] , in oktober 2017 opdracht gegeven een onderzoek te doen naar Huurdersvereniging Lochem c.s.
2.8.
Bij brief van 7 december 2017 (productie 16 bij procesinleiding) heeft Stichting Viverion Huurdersvereniging Lochem c.s. verzocht om [Bedrijfsrecherche BV] inzage te verlenen in boeken en bescheiden, welk verzoek is herhaald op 18 december 2017. Voorts heeft Stichting Viverion aangekondigd dat zij de jaarlijkse bijdrage overeenkomstig artikel 11 lid 12 van de samenwerkingsovereenkomst zal opschorten. Huurdersvereniging Lochem c.s. heeft niet aan het onderzoek door [Bedrijfsrecherche BV] meegewerkt.
2.9.
[Bedrijfsrecherche BV] heeft op 12 januari 2018 haar (voorlopig) onderzoeksrapport opgeleverd (productie 13 bij procesinleiding). In het rapport staat dat in ieder geval over de boekjaren 2011 en 2015 de verantwoordingsdocumenten valselijk zijn opgemaakt.
2.10.
[Bedrijfsrecherche BV] heeft nader onderzoek gedaan naar de documenteigenschappen van beide verantwoordingsdocumenten. Uit zijn bevindingen is af te leiden dat die documenten voor het laatst door [verweerder sub 2] de algemeen voorzitter van de Huurdersvereniging, zijn bewerkt (productie 18 bij procesinleiding).
2.11.
De kascommissie van de Huurdersvereniging heeft op 15 februari 2016 haar goedkeuring verleend aan de resultatenrekening over 2015 (productie 19 bij procesinleiding). Op basis daarvan adviseerde de kascommissie van de Algemene Ledenvergadering om het bestuur decharge te verlenen over het gevoerde financieel beleid over 2015. De tekst van dat advies aan de Algemene Ledenvergadering is nagenoeg gelijk aan de tekst van het verantwoordingsdocument 2015.
2.12.
Stichting Viverion heeft de beschikking gekregen over twee resultatenrekeningen van de Huurdersvereniging over het boekjaar 2015. Stichting Viverion heeft geconstateerd dat de twee resultatenrekeningen van elkaar verschillen (producties 23 en 24 bij procesinleiding). Een oud-bestuurslid van de Huurdersvereniging, [oud bestuurslid B] (hierna: [oud bestuurslid B] ), heeft daarover aan [Bedrijfsrecherche BV] verklaard: “
De ene is bedoeld voor intern gebruik en de ander is om te overleggen aan Viverion. Deze documenten heb ik van [verweerder sub 2] gekregen. De ene is bedoeld voor Viverion, om te verdoezelen dat er zoveel geld in kas zit. Dan zou Viverion wellicht minder geld gaan bijdragen.
2.13.
Door Administratiekantoor Finovion, die in opdracht van Huurdersvereniging Lochem c.s. de jaarrekening 2016 heeft opgemaakt, is verklaard dat door haar de financiën van de Huurdersvereniging niet zijn gecontroleerd.

3.Het geschil

3.1.
Stichting Viverion vordert, samengevat, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
in het incidentex artikel 843A Rv veroordeling van Huurdersvereniging Lochem c.s. tot het afleggen van adequate financiële verantwoording door overlegging van in de procesinleiding genoemde stukken,
in de hoofdzaakeen verklaring voor recht dat zowel de Huurdersvereniging als de bestuursleden aansprakelijk zijn voor schade door tekortschieten of onrechtmatig handelen en hen hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 110.482,00, vermeerderd met rente en kosten, waaronder de kosten van het onderzoek van Hofmann groot € 17.609,71 en nakosten en voorts voor recht te verklaren dat Stichting Viverion rechtmatig haar financiële bijdrage voor het jaar 2018 heeft opgeschort overeenkomstig artikel 11 lid 14 van de samenwerkingsovereenkomst.
3.2.
Huurdersvereniging Lochem c.s. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In het incident ex artikel 843a Rv

4.1.
Stichting Viverion heeft de rechtbank uitdrukkelijk verzocht eerst de incidentele vordering ex artikel 843a Rv te beoordelen, aangezien Huurdersvereniging Lochem c.s. tot op heden niet heeft meegewerkt aan het verschaffen van informatie en het verstrekken van stukken. Afhankelijk van het resultaat van de incidentele vordering zal Stichting Viverion zich nader uitlaten over de hoofdzaak. Door Huurdersvereniging Lochem c.s. is daar geen bezwaar tegen aangevoerd, zodat de rechtbank deze route zal volgen.
4.2.
De rechtbank stelt vast dat door Huurdersvereniging Lochem c.s. geen specifiek verweer is gevoerd tegen de incidentele vordering. Door Huurdersvereniging Lochem c.s. is erkend dat men weigerde mee te werken aan het onderzoek door [Bedrijfsrecherche BV] en ook de gevraagde stukken niet aan Stichting Viverion wenste af te geven. Ter zitting is door de enige verschenen verweerder, [verweerder sub 6] , betwist dat er stukken zouden zijn vervalst maar wel is erkend dat er “zaken buiten de boeken” werden gehouden en dat de stukken, nodig voor de financiële verantwoording, niet de aandacht hebben gekregen die zij verdienden. Door [verweerder sub 6] is aangegeven dat hij wel bereid is om mee te werken aan het verstrekken van de gevraagde informatie en dat hij daartoe in contact zou treden met het bestuur. De behandeling van de zaak is vervolgens aangehouden tot 18 januari 2019 om te bezien of door Huurdersvereniging Lochem c.s. alsnog stukken ter financiële verantwoording aan Stichting Viverion ter inzage zouden worden gegeven, hetgeen niet tot enig concreet resultaat heeft geleid.
4.3.
Als onbetwist staat vast dat Huurdersvereniging Lochem c.s. op grond van de samenwerkingsovereenkomst en de WOHV verplicht is jaarlijks aan Stichting Viverion verantwoording af te leggen over de besteding van de bijdrage. Uit het hiervoor geschetste verloop van het geschil volgt dat Huurdersvereniging Lochem c.s. daartoe niet is overgegaan en ook niet bereid is geweest. Door Huurdersvereniging Lochem c.s. is gesteld dat zij daartoe niet bereid was omdat Stichting Viverion door het inschakelen van een recherchebureau ( [Bedrijfsrecherche BV] ), de zaak op de spits heeft gedreven en het vertrouwen tussen partijen heeft geschonden. Die stelling gaat niet op nu door Huurdersvereniging Lochem c.s. niet, althans niet onderbouwd, is weersproken dat door haar voorzitter, [verweerder sub 2] , twee zogeheten verantwoordingsdocumenten zijn vervalst en er gebruik werd gemaakt van twee resultatenrekeningen, een voor intern gebruik en de ander voor extern gebruik. Ook is erkend dat er “zaken buiten de boeken” werden gehouden. Er bestond reeds op grond van deze feiten voor Stichting Viverion alle reden om een onderzoek te starten naar de besteding van de door haar aan Huurdersvereniging Lochem c.s. uitgekeerde jaarlijkse bijdrage. Door daar niet aan mee te willen werken en geen opheldering te verschaffen heeft
Huurdersvereniging Lochem c.s. het bij Stichting Viverion (terecht) ontstane wantrouwen over de financiële gang van zaken juist gevoed in de plaats van dit weg te nemen.
4.4.
Op grond van artikel 843a Rv kan hij, die daarbij een rechtmatig belang heeft inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij partij is, van degene die deze bescheiden onder zich heeft. Zowel het rechtmatige belang van Stichting Viverion en de rechtsbetrekking zijn, gelet op het voorgaande, gegeven. Immers, op grond van de samenwerkingsovereenkomst en de WOHV is Huurdersvereniging Lochem c.s. verplicht de besteding van de aan haar ter beschikking gestelde bijdrage jaarlijks aan Stichting Viverion te verantwoorden. Door Stichting Viverion is bovendien gespecificeerd van welke bescheiden zij afschrift, althans inzage, verlangd. Gesteld noch gebleken is dat een uitzondering, zoals bedoeld in artikel 843a lid 4 Rv zich voordoet.
4.5.
De vordering in het incident ligt daarmee voor toewijzing gereed. De gevorderde dwangsom zal worden gelimiteerd tot het na te melden bedrag.
4.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
In de hoofdzaak
4.7.
Gelet op de hiervoor bij 4.1. aangegeven route van deze procedure, ligt het op de weg van Stichting Viverion om (desgewenst) vonnis in de hoofdzaak te vragen. Stichting Viverion wordt verzocht uiterlijk over drie maanden, dus op of vóór 30 april 2019, de rechtbank in te lichten of zij vonnis in de hoofdzaak vraagt.
4.8.
Houdt iedere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
t.a.v. de incidentele vordering ex artikel 843a Rv
5.1.
veroordeelt Huurdersvereniging Lochem c.s. tot nakoming van artikel 7 en 11 van de samenwerkingsovereenkomst en artikel 7 WOHV door adequate financiële verantwoording af te leggen aan Stichting Viverion binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis en veroordeelt Huurdersvereniging Lochem c.s., althans de bestuursleden ieder voor zich, tot afgifte, althans tot het geven van inzage, aan Stichting Viverion van (kopieën van) alle (digitale) bescheiden en/of (digitale) gegevensdragers waaruit blijkt op welke wijze de Huurdersvereniging de van Stichting Viverion ontvangen bijdragen heeft aangewend of behouden en in het bijzonder op welke wijze en op welke grondslag de bedragen genoemd in de resultatenrekeningen over de boekjaren 2009 tot en met 2017 onder de volgende kostenposten tot stand zijn gekomen:
Administratiekosten
Juridische bijstand
Inhuur derden
Huisvestingskosten
Kantoorkosten
Automatiseringskosten
Representatiekosten
Kantinekosten
Telefoon- en internetkosten
Huur postbus
Porti
Bezorgkosten
Bestuurskosten
Opleidingskosten
Reis- en verblijfskosten
Drukwerkkosten
Advertentiekosten
Bankkosten
Kosten koepel HVG/HVL
Abonnementen/Contributies
Donaties
5.2.
veroordeelt Huurdersvereniging Lochem c.s., althans de bestuursleden, hoofdelijk, tot betaling aan Stichting Viverion van een dwangsom van € 10.000 (zegge: tienduizend euro), vermeerderd met € 1.000 (zegge: duizend euro) per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, tot een maximum is bereikt van € 25.000,00, per dag dat
Huurdersvereniging Lochem c.s., te rekenen vanaf de zevende dag na betekening van dit vonnis, in gebreke blijft aan de hiervoor bij 5.1. omschreven veroordeling te voldoen,
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan,
t.a.v. de hoofdzaak
5.4.
draagt Stichting Viverion op zich uiterlijk op
30 april 2019uit te laten over de vraag of zij vonnis vraagt,
5.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2019.
PB/VR