Uitspraak
[gedaagde] ,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, op 6 november 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan CAK en de besloten vennootschap Bewindvoerderskantoor Kroezen B.V., die optreedt als bewindvoerder over de goederen van een gedaagde partij. De procedure is gestart met een dagvaarding op 7 maart 2019, waarin CAK veroordeling heeft gevorderd van Kroezen q.q. tot betaling van een bedrag van € 1.710,47, bestaande uit eigen bijdragen voor zorg in de maanden augustus, september en oktober 2018, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Kroezen q.q. heeft verweer gevoerd en aangevoerd dat de gedaagde, die in een verpleeghuis verblijft, niet in staat was zijn financiën te regelen en dat de eigen bijdrage op nihil gesteld zou moeten worden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de beschikking van het CAK, waarin de eigen bijdrage is vastgesteld, formele rechtskracht heeft gekregen omdat hiertegen niet tijdig bezwaar is gemaakt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de formele rechtskracht rechtvaardigen. De enkele stelling van Kroezen q.q. dat de gedaagde vanwege zijn gezondheid niet in staat was zijn zaken te regelen, is onvoldoende onderbouwd.
De kantonrechter heeft vervolgens de vordering van CAK toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, en Kroezen q.q. veroordeeld in de proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis benadrukt het belang van formele rechtskracht in bestuursrechtelijke besluiten en de terughoudendheid die moet worden betracht bij het maken van uitzonderingen hierop.