Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 12: relatiebeding
(…) ik zou zorg krijgen van een van u medewerkers. Er is een medewerker genaamd [naam verzoeker] die is bij mij 1 keer geweest om een handtekening op te halen. Zij beloofde mij elke dag zorg te komen leveren en tot heden heb ik haar nooit gezien.”
(…) Helaas moet ik u mededelen dat ik nooit zorg heb mogen ontvangen van u medewerker [naam verzoeker] . Zij is een keer bij mij geweest om mijn handtekening op te halen en daarna heb ik haar nooit meer gezien.(…)”
Met deze brief bevestig ik dat u met onmiddellijke ingang 15-10-2018 op staande voet ontslagen bent. De reden hiervoor is als volgt: Het niet nakomen van afspraken, cliënten uren declareren waar geen zorg is verleend dit is geconcludeerd door gesprekken te voeren met verschillende cliënten. Meerdere malen heb ik u uitgenodigd voor een gesprek tevens weigerde u deze als rede gebruikte u de stage.”
3.Het verzoek en het verweer
4.Het tegenverzoek en het verweer
5.De beoordeling van het verzoek
Mevrouw [naam verzoeker] is bij mij gekomen met een contract, dat heb ik ook getekend. Daarna heb ik haar niet meer gezien. Zij heeft mij helemaal geen zorg verleend, nooit.” In zijn brief van 8 oktober 2018 aan UniqueZorg had [naam] ook aangegeven dat hij nooit zorg heeft ontvangen van [naam verzoeker] en dat hij haar, na een eerste contact, waarin hij een contract heeft ondertekend, niet heeft teruggezien. De kantonrechter heeft geen reden om te twijfelen aan de geloofwaardigheid van de verklaringen van [naam] . Er is geen aanleiding om te denken dat [naam] zou liegen of dat [naam] reden zou hebben om te liegen. [naam] heeft in zijn verklaring van 11 april 2019 ook aangegeven dat hij de man van [naam] in een supermarkt tegenkwam en toen aan hem heeft verteld dat hij nog steeds op zorg zat te wachten. Zo is UniqueZorg op de hoogte geraakt van het feit dat [naam verzoeker] geen zorg verleende. Dat dat gesprek in de supermarkt op die wijze heeft plaatsgevonden vindt steun in de verklaring van [naam] . Ook hieruit blijkt dat [naam] consistent verklaart, bij de kantonrechter, richting UniqueZorg en richting de man van [naam] .
U vraagt mij waarom de tijdstippen op de handgeschreven urenregistraties iedere dag gelijk zijn. Ik heb gewoon mijn vaste planning aangehouden bij het invullen. In de praktijk kwam ik weleens vijf à tien minuten later bij [naam] (…). In de avonduren kon ik niet altijd op de geplande tijden terecht omdat zij dan niet aanwezig waren. Dat heb ik altijd in overleg gedaan met [naam] , zij ging over de planning. Ik mocht afwijken van die tijden, maar zij gaf mij verder aan dat ik de geplande tijden kon aanhouden voor de administratie.” [naam] heeft daarentegen niet verklaard dat [naam verzoeker] geplande tijden kon aanhouden voor de administratie. Zij verklaarde: “
Aan de urenregistraties van mevrouw [naam verzoeker] valt mij op dat bij [naam verzoeker] alle zorgtijden identiek zijn. Dat wijkt enorm af van alle andere werknemers, die telkens wisselende tijden opgeven. Dat is ook logisch, omdat de zorgverlening nooit precies even lang zal duren. Los daarvan staan er ook tijden op op momenten dat [naam verzoeker] stage liep. Dat volgt uit haar WhatsApp gesprekken met mevrouw [naam] .” De kantonrechter is hierdoor dus ook niet overtuigd dat de zorg geleverd is op de (exacte) tijden die in de urenstaten zijn weergegeven. Bovendien heeft [naam] stellig ontkend dat het zijn handtekening is die bij zijn naam op de urenstaten van [naam verzoeker] is geschreven. Deze handtekening komt ook niet overeen met zijn handtekening op zijn brief van 8 oktober 2018.
€ 2.221,27 bruto is door UniqueZorg niet inzichtelijk gemaakt met een berekening. Het is enkel onderbouwd door twee salarisstroken (over september en oktober 2018). Uit de tweede salarisstrook (loon eerste helft oktober en eindafrekening) volgt een bedrag van - € 2.618,48 netto. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien welk deel van dat netto bedrag ziet op gewerkte uren in oktober en welk deel op de eindafrekening en ook niet hoe het netto bedrag zich verhoudt tot de 253 uur. De salarisstrook bevat ook nog een bedrag van € 1.000,00 voor inhouding voorschot op de salarisstrook. Dit alles maakt dat de gegrondheid van het verrekeningsverweer door UniqueZorg niet op eenvoudige wijze is vast te stellen, zodat daaraan voorbij wordt gegaan. Het verzoek van [naam verzoeker] om loondoorbetaling over september en oktober (tot datum ontslag op staande voet) kan dan ook worden toegewezen. Dat komt, volgens beide partijen, neer op een bedrag van € 3.629,85 bruto (€ 1.408,58 + € 2.221,27) te vermeerderen met de wettelijke verhoging en beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente.
6.De beoordeling van het tegenverzoek
(…) U toont mij een brief gedateerd 1 oktober 2018 (…) en vraagt mij “kent u deze brief?” Dat is mijn handtekening. Ik heb deze brief niet zelf getypt. Ik heb geen computer. Het zijn wel mijn woorden. Ik heb een verklaring geschreven en aan mevrouw [naam] overhandigd. Zij heeft deze verklaring uitgetypt of laten uittypen. Daar zat wat tijd tussen. Daarna heb ik de verklaring getekend.
U vraagt mij of ik ooit heb gezien dat mijn dochter naar binnen ging bij de heer [naam] . Dat heb ik vaak gezien. Uiteraard niet altijd, maar ik zag haar dan die kant op lopen, maar er zijn ook keren geweest dat ik haar daar echt naar binnen heb zien gaan.” Dit ondersteunt de verklaring van [naam verzoeker] dat zij [naam] wel degelijk zorg heeft verleend.