ECLI:NL:RBGEL:2019:5449

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 november 2019
Publicatiedatum
27 november 2019
Zaaknummer
05/154018-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het handelen in harddrugs, specifiek amfetamine en GHB, met een gevangenisstraf van 12 maanden

Op 22 november 2019 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk handelen in harddrugs, met name amfetamine (speed) en GHB. De verdachte, geboren in 1984 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was op dat moment gedetineerd in de P.I. HvB Grave. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het verkopen en verstrekken van deze drugs in de periode van 1 november 2018 tot en met 27 juni 2019 in de gemeente Nunspeet. De officier van justitie had bewijs aangedragen dat de verdachte drugs had verkocht aan meerdere personen, wat werd ondersteund door getuigenverklaringen en WhatsApp-berichten. De verdediging stelde dat de verdachte geen grote dealer was, maar eerder een gebruiker die voor vrienden meebracht. De rechtbank oordeelde echter dat de getuigenverklaringen betrouwbaar waren en dat de verdachte opzettelijk had gehandeld. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 12 maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Daarnaast werd een in beslag genomen geldbedrag van €235,- verbeurd verklaard, evenals de mobiele telefoon die gebruikt was voor de drugshandel.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/154018-19
Datum uitspraak : 22 november 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
thans gedetineerd in de P.I. HvB Grave (Unit A + B), Muntlaan 1, 5361 ME in Grave.
Raadsman: mr. S.B. Kleerekooper, advocaat te Hoenderloo.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
4 oktober 2019 en 8 november 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 27 juni 2019, in de gemeente Nunspeet, althans (in ieder geval) in Nederland, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt aan één of meer (al dan niet onbekend gebleven) perso(o)n(en)/afnemer(s) en/of vervoerd,
(een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine en/of 4-hydroxybutaanzuur/gamma-hydroxyboterzuur, in elk geval (een) middel(en) vermeld op lijst 1 bij de Opiumwet, zijnde (telkens) MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine en/of 4-hydroxybutaanzuur/gamma-hydroxyboterzuur, (telkens) een middel(len) als vermeld op lijst 1 behorende bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde feit. Hiertoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat drie personen die net uit de woning van verdachte kwamen, zijn aangehouden met drugs in hun bezit. Zij verklaarden alle drie dat ze de drugs net hadden gekocht bij verdachte. Ook uit de berichten op de uitgelezen telefoons en overige getuigenverklaringen blijkt dat verdachte al een tijdje drugs dealde. Tot slot is er contant geld aangetroffen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte weliswaar drugs heeft verkocht, maar dat hij niet als een grote dealer moet worden aangemerkt zoals de officier van justitie doet voorkomen. De getuigen zijn onbetrouwbaar. De afgelegde verklaringen wisselen sterk en de getuigen dealen zelf ook waardoor ze er belang bij hebben om verdachte aan te wijzen als dealer.
Beoordeling door de rechtbank
Bewijsmiddelen
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij een drugsgebruiker is en dat hij ook wel eens drugs, met name amfetamine, voor vrienden mee nam. Als hij voor meerdere personen tegelijk haalde was dat voordeliger en zijn vrienden hadden hier dan ook voordeel van. De groep vrienden waarmee hij dit deed bestond uit 3 of 4 personen. Getuigen [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4] behoorden tot deze groep. Verdachte is rond 1 november 2018 verhuisd van camping De Roskam naar zijn woning in Nunspeet. Verder heeft verdachte verklaard dat het nummer eindigend op [nummer] van hem is en dat hij wel eens ‘ [bijnaam] ’ wordt genoemd. Met ‘ploat’ wordt speed bedoeld en met ‘G’ GHB. Hij maakte zelf geen GHB, hij kocht het kant en klaar. Gevraagd naar een bericht over een liter GHB, heeft verdachte verklaard dat de hoeveelheid GHB al snel oploopt omdat je voor meerdere weken meeneemt. [2]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat verdachte zijn vaste dealer is. Hij koopt speed bij hem. Sinds januari 2017 heeft hij weer contact met verdachte en sindsdien heeft hij gemiddeld 5 gram speed per maand gekocht bij verdachte. Hier betaalde hij € 25,- voor. Ze spraken af via WhatsApp en de deals vonden de laatste tijd vaak plaats in de woning van verdachte. Daarvoor vonden de deals plaats in een chalet op camping De Roskam in Doornspijk waar verdachte op dat moment woonde. [3]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij sinds halverwege 2016 speed koopt bij verdachte en sinds 1,5 jaar ook GHB. Hij kocht gemiddeld 5 gram speed per week en betaalde daar €20,- voor. Hij kreeg korting omdat hij 5 gram in één keer haalde, normaal betaal je 5 euro per gram. Hij gaf zijn bestelling door via WhatsApp en dan gaf verdachte aan dat hij langs kon komen. Hij betaalde altijd contant aan verdachte. [4]
Getuige [getuige 3] is op 27 juni 2019 aangehouden. Hij verklaarde bij zijn aanhouding dat hij 20 gram amfetamine en een flesje GHB bij zich had. [5] Tijdens het verhoor heeft [getuige 3] verklaard dat hij voor het eerst speed kocht bij verdachte toen hij nog op camping De Roskam woonde. Dit was begin 2018. Hij haalde eens in de twee weken 5 gram speed en hier betaalde hij € 20,- voor. Hij betaalde altijd contant. Het aankopen van de drugs ging via WhatsApp en dan haalde hij de drugs op bij verdachte thuis. [6] Op de telefoon van [getuige 3] zijn drie WhatsApp-gesprekken aangetroffen tussen [getuige 3] en het nummer eindigend op - [nummer] onder de naam ‘ [bijnaam] ’. Deze gesprekken dateren van 25 maart 2019, 29 mei 2019 en 27 juni 2019. In deze gesprekken vraagt [getuige 3] of [bijnaam] nog ‘ploat’ voor hem heeft. [bijnaam] bevestigt dit waarop [getuige 3] aangeeft dat hij eraan komt. [7]
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij op 27 juni 2019 bij zijn vaste dealer is geweest aan de [adres] in Nunspeet. Hij kent zijn dealer onder de naam ‘ [bijnaam] ’. De GHB die bij hem is aangetroffen komt bij zijn vaste dealer vandaan. De afspraken komen tot stand door een WhatsAppje of een telefoontje. Hij moest altijd gelijk betalen. [8] Op de telefoon van [getuige 4] is een WhatsApp-gesprek aangetroffen tussen [getuige 4] en het nummer eindigend op - [nummer] . In dit gesprek geeft de gebruiker van het nummer eindigend op [nummer] aan dat hij na het weekend ‘P’ en JBL gaat halen. Een losse liter kan ook, dat deed hij de laatste tijd ook. Dit kost €75,- per liter. [9]
Getuige [getuige 5] is op 27 juni 2019 aangehouden. Hij verklaarde bij zijn aanhouding dat in de armsteun van zijn auto twee zakjes speed lagen die hij net had gekocht. [10] Tijdens het verhoor verklaarde [getuige 5] dat hij op 27 juni 2019 bij verdachte is geweest. [11] In de auto van [getuige 5] is verder een Spa-flesje aangetroffen met een stroperige substantie. [12] Uit het NFI-rapport blijkt dat deze stroperige substantie GHB bevat. [13]
Bij de doorzoeking in de woning van verdachte is een leeg flesje Spa aangetroffen. Dezelfde soort flesjes, met vermoedelijk GHB, zijn bij [getuige 5] en [getuige 4] aangetroffen tijdens hun aanhouding. [14]
Bewijsoverwegingen
Betrouwbaarheid getuigenverklaringen
De hiervoor genoemde getuigenverklaringen komen naar het oordeel van de rechtbank op grote lijnen en essentiële punten overeen. De getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] beschrijven immers allemaal dat verdachte hun vaste dealer was, dat zij via WhatsApp een bestelling konden doen bij verdachte en dat ze de drugs bij hem ophaalden. De verklaringen vinden verder ook steun in de aangetroffen WhatsAppgesprekken en voor een groot deel in de verklaring van verdachte. Verdachte heeft immers verklaard dat hij drugs verstrekte aan zijn vrienden. Dat er onderlinge verschillen zijn in de verklaringen, bijvoorbeeld wat zij precies betaalden voor de amfetamine, doet niet af aan de betrouwbaarheid van de verklaringen. Dat de getuigen mogelijk zelf ook drugs (door)verkopen maakt ook niet dat hun verklaring over waar zij hun drugs kopen onbetrouwbaar is. De getuigenverklaringen kunnen daarmee voor het bewijs kunnen worden gebruikt. De verweren hieromtrent worden daarom verworpen.
Op grond van voornoemde getuigenverklaringen, de aangetroffen WhatsAppgesprekken, aangetroffen drugs en de verklaring van verdachte ter terechtzitting, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk heeft gedeald in amfetamine (speed) en GHB. Verdachte heeft bekend dat hij drugs in grote(re) hoeveelheden kocht en dat hij deze aan zijn vrienden verstrekte. Uit de aangetroffen WhatsAppgesprekken met [getuige 3] en [getuige 4] blijkt daarnaast dat verdachte drugs kocht met het doel om het daarna door te verkopen. Getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] hebben verklaard dat zij sinds begin 2018 (of langer) speed en/of GHB kochten bij verdachte. Zij gaven via WhatsApp hun bestelling door aan verdachte en konden de drugs vervolgens bij hem thuis ophalen. Ze betaalden hem contant. In de woning van verdachte is tot slot een leeg Spa-flesje aangetroffen dat soortgelijk is aan de Spa-flesjes die bij [getuige 5] en [getuige 4] zijn aangetroffen en waar GHB in zat.
Verdachte woont sinds 1 november 2018 in Nunspeet. De officier van justitie heeft ter zitting op vragen van de rechtbank geantwoord dat verdachte het dealen vanuit zijn woning in Nunspeet wordt verweten. De rechtbank acht, gelet op het voorgaande en de kennelijke bedoeling van de opsteller van de tenlastelegging, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte vanaf 1 november 2018 tot aan zijn aanhouding amfetamine en GHB heeft verkocht vanuit zijn woning in Nunspeet. De bewezenverklaarde periode zal daartoe worden ingekort.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
één ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 november 2018 tot en met 27 juni 2019, in de gemeente Nunspeet,
althans (in ieder geval) in Nederland, (telkens
)opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/of afgeleverd en/ofverstrekt aan
één ofmeer
(al dan niet onbekend gebleven)perso
(o
)n
(en
)/afnemer
(s
) en/of vervoerd, (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende
MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/ofamfetamine en/of 4-hydroxybutaanzuur/gamma-hydroxyboterzuur
, in elk geval (een) middel(en) vermeld op lijst 1 bij de Opiumwet, zijnde
(telkens) MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/ofamfetamine en/of 4-hydroxybutaanzuur/gamma-hydroxyboterzuur, (telkens)
eenmiddel
(len
)als vermeld op lijst 1 behorende bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden. Daarnaast heeft de officier van justitie geëist dat het onder verdachte in beslag genomen geldbedrag van € 235,- verbeurd wordt verklaard. Voor zover de in beslag genomen telefoon nog niet aan verdachte is teruggegeven, kan dat alsnog.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest passend is. Verdachte is een gebruiker en geen dealer zoals bedoeld in de richtlijn van het OM. Hij koopt drugs om te gebruiken en koopt tegelijk voor zijn vrienden. De gebruikers verkopen onderling aan elkaar. Verdachte heeft niet verdiend aan de verkoop van drugs. Hij heeft ook geen grote hoeveelheden in zijn bezit gehad en er is bij meerdere doorzoekingen niets in zijn woning aangetroffen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en met de omstandigheden waaronder dit is begaan. Ook is rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van de verdachte waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 14 oktober 2019;
- het reclasseringsadvies van 30 september 2019.
Verdachte heeft zich in de periode van 1 november 2018 tot en met 27 juni 2019 schuldig gemaakt aan het verkopen en verstrekken van amfetamine en GHB. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijke harddrugs een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Verdachte heeft eraan bijgedragen dat de verslaving van (mede)verslaafden in stand werd gehouden. Het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat de handel in harddrugs de toename van randcriminaliteit bevordert. De rechtbank rekent het verdachte dan ook zwaar aan dat hij zich met deze praktijken heeft beziggehouden.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting de LOVS oriëntatiepunten als uitgangspunt genomen. Ten aanzien van verkopen van gebruikershoeveelheden harddrugs vanuit een pand gedurende 6 tot 12 maanden met enige regelmaat, wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden genoemd. De rechtbank ziet geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. Alles afwegend legt de rechtbank dan ook op een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Beslag
Het onder verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag ter hoogte van €235,- is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het geldbedrag geheel of grotendeels door middel van het bewezen verklaarde is verkregen. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Voor zover nog een beslissing van de rechtbank dient te volgen, zal de in beslag genomen en nog niet teruggegeven telefoon met simkaart, met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan, worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag

verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven, geldbedrag ter hoogte van € 235,-
 beveelt, voor zover hierover nog een beslissing moet worden genomen, de
onttrekking aan het verkeervan de onder verdachte in beslag genomen, nog niet teruggegeven, mobiele telefoon met simkaart.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Mei (voorzitter), mr. P.J.C. Cremers, en mr. R. Raat, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Jansen en mr. H. Jansen, griffiers en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 november 2019.
mr. H. Jansen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019317051 gesloten op 25 juli 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting op 8 november 2019
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 329 en 330
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 332 en 333
5.Proces-verbaal van aanhouding [getuige 3] , p. 122 en 123
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 341 en 342
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 318 en 319
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 4] , p. 359 en 360
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 326
10.Proces-verbaal van aanhouding verdachte [getuige 5] , p. 108
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 5] , p. 344 en 345
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 397
13.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 24 september 2019
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 266