Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser sub 1],
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
1.De procedure in de hoofdzaak
- het tussenvonnis van 3 juli 2019
- de akte uitlating omvang schade tevens akte vermeerdering eis
- de antwoord akte.
2.De procedure in de vrijwaringszaak
3.De verdere beoordeling
in de hoofdzaak
- zij niet heeft voldaan aan haar verplichting om, vóórdat zij [eiser sub 2] en andere studenten aannam, zich ervan te vergewissen dat het met grote mate van waarschijnlijkheid te verwachten was dat er voor hen voldoende stageplekken beschikbaar waren om het curriculum van de opleiding te kunnen volgen en
- dit voorzienbare risico op een tekort aan stageplaatsen zich heeft verwezenlijkt (rov. 5.6-5.15),
- terwijl het niet zo is dat zij [eiser sub 2] tevoren zo duidelijk heeft gewezen op het risico op het niet vinden van genoeg stageplekken en de mogelijke gevolgen daarvan voor het verloop en de studeerbaarheid van de studie, dat het verwezenlijken van de risico’s haar niet kan worden tegengeworpen (5.16 en 5.17).
door een ongevalonderbroken opleiding betekent, anders dan de HAN stelt, niet dat de berekende normbedragen niet evenzeer als uitgangspunt zouden kunnen gelden voor ander soortige studievertraging. Het gaat, zoals de HAN ook zelf stelt, in beide gevallen om beperkingen in de mogelijkheden om inkomen te verwerven als gevolg van studievertraging. Dat de normbedragen zijn berekend voor een vertraging van maximaal één jaar doet daar evenmin aan af. Niet onderbouwd is waarom dit hier een verschil zou maken. Niet gesteld of gebleken is dat er in dit geval als gevolg van de langere vertragingsduur sprake is van “concrete invloeden” die “een overwegende rol spelen bij de waardering van deze schadepost, zoals het al dan niet in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering”, wat, blijkens de toelichting bij de letselschaderichtlijn, voor de Letselschade Raad de reden is de normbedragen tot een vertraging van een jaar te beperken.
2.685,00(2,5 punten × tarief € 1.074,00)
2.148,00(2,0 punten × tarief € 1.074,00)