ECLI:NL:RBGEL:2019:5630

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 december 2019
Publicatiedatum
5 december 2019
Zaaknummer
359775 FZ RK 19-2575
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning en omzetting van een buitenlandse adoptie van een minderjarige uit Nigeria

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 december 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot erkenning van een buitenlandse adoptie van een minderjarige, afkomstig uit Nigeria. Verzoekers, echtgenoten, hebben toestemming gekregen van de Minister voor Rechtsbescherming voor het opnemen van een eerste buitenlands kind ter adoptie. De minderjarige, oorspronkelijk genaamd [naam minderjarige], heeft de Nigeriaanse nationaliteit en is op [geboortedatum] geboren in [geboorteplaats]. De adoptie is tot stand gekomen door een uitspraak van de High Court of Osun State, Nigeria, op 22 november 2018. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor erkenning van de buitenlandse adoptie is voldaan, aangezien de adoptie is uitgesproken door een bevoegde autoriteit en de erkenning in het belang van het kind is. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de familierechtelijke betrekkingen tussen de minderjarige en haar biologische ouders zijn verbroken, wat noodzakelijk is voor de erkenning van de adoptie in Nederland.

Daarnaast hebben verzoekers verzocht om wijziging van de voornaam en geslachtsnaam van de minderjarige. De rechtbank heeft besloten dat de voornaam van de minderjarige zal worden gewijzigd in [voornaam minderjarige] en dat de geslachtsnaam [geslachtsnaam] zal zijn. De rechtbank heeft ook de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld, waarbij de oorspronkelijke gegevens zijn herzien om een correcte inschrijving in de registers van de burgerlijke stand te waarborgen. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team jeugdrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 359775 FZ RK 19/2575
beschikking van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken d.d. 3 december 2019

[verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] ,

echtgenoten, verder te noemen verzoekers,
[adres verzoekers] ,
advocaat: mr. C.P. Robben te Gieten.

Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 1 oktober 2019;
  • de brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag van
7 november 2019;
- het rapport van 19 november 2019 van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Gelderland, Locatie Arnhem.

De feiten

Op [geboortedatum] is te [geboorteplaats] , geboren de minderjarige:
[minderjarige], oorspronkelijk genaamd [naam minderjarige] ,
een meisje.
De minderjarige heeft de Nigeriaanse nationaliteit.
De Minister voor Rechtsbescherming heeft bij besluit van 11 januari 2018, nr. B.K.A. 20154/0040, aan verzoekers toestemming verleend voor het opnemen van een eerste buitenlands kind ter adoptie.
Blijkens de overgelegde stukken, met name de final adoption order van 22 november 2018 van de High Court of Osun State, Nigeria, is naar het recht van Nigeria de adoptie van de minderjarige voornoemd tot stand gekomen. Sedert die adoptie is de minderjarige genaamd [minderjarige] .
De minderjarige heeft in verband met deze adoptie haar geboorteland mogen verlaten.
De minderjarige staat sinds 7 februari 2019 ingeschreven op het adres van verzoekers.

Het verzoek

Verzoekers verzoeken de rechtbank:
-
primair, voor recht te verklaren dat wordt erkend de beslissing, zoals vervat in de Final Adoption Order van de High Court of Osun State van 22 november 2018, tot de adoptie naar het recht van Nigeria van de minderjarige door verzoekers, en om ingevolge artikel 10:109 lid 3 Burgerlijk Wetboek een last te geven tot toevoeging van een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte van de burgerlijke stand;
subsidiair,de erkende adoptie om te zetten in een adoptie naar Nederlands recht, waardoor de familierechtelijke betrekkingen van de minderjarige met de biologische ouders zijn verbroken en de familierechtelijke betrekking tussen de minderjarige en verzoekers ontstaat;
  • om, indien nodig, de verklaring van verzoekers dat de minderjarige de geslachtsnaam [geslachtsnaam] zal hebben in de beschikking te vermelden;
  • om te gelasten dat de voornaam van de minderjarige wijzigt in [voornaam minderjarige] ;
  • om de geboortegegevens van de minderjarige ex artikel 1:25c BW vast te stellen als zijnde een kind van het vrouwelijk geslacht, genaamd [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , uit onbekende ouders.

De beoordeling

Erkenning
Ten tijde van het verzoek tot beginseltoestemming was Nigeria geen verdragsstaat bij het Haags Adoptieverdrag 1993. In verband hiermee is afdeling 3 erkenning van een buitenlandse adoptie, Boek 10, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) van toepassing op de onderhavige adoptie.
Ingevolge artikel 10:109, eerste lid onder a, b en c BW wordt een buitenlands gegeven beslissing waarbij een adoptie tot stand is gekomen en die is uitgesproken door een ter plaatse bevoegde autoriteit van de vreemde staat waar het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak zijn gewone verblijfplaats had, terwijl de adoptiefouders hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, erkend indien:
a. de bepalingen van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (nader te noemen: Wobka) in acht zijn genomen, en
b. de erkenning van de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, en
c. erkenning niet op een grond, bedoeld in artikel 10:108, tweede of derde lid BW, zou worden onthouden.
De erkenning van de adoptie wordt op grond van artikel 10:108, tweede of derde lid BW onthouden indien aan de beslissing houdende adoptie kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan of de erkenning van die beslissing kennelijk in strijd met de openbare orde zou zijn, waarvan in ieder geval sprake is indien de beslissing kennelijk op een schijnhandeling betrekking heeft.
De rechtbank stelt vast dat de buitenlandse adoptie beslissing is gegeven door een ter plaatse bevoegde autoriteit van Nigeria, hetgeen blijkt uit de stukken van de High Court of Osun State, Nigeria, van 22 november 2018.
Gelet op de overgelegde uittreksels van de basisregistratie personen stelt de rechtbank vast dat verzoekers ten tijde van de indiening van de aan de Nigeriaanse autoriteit gerichte verzoeken tot adoptie en ten tijde van de buitenlandse adoptie beslissing in Nigeria hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden. De minderjarige had zowel ten tijde van het verzoek als ten tijde van de uitspraak van de adoptie haar gewone verblijfplaats in Nigeria.
Nu de Minister van Veiligheid en Justitie de op grond van artikel 2 Wobka vereiste beginseltoestemming aan verzoekers heeft verleend, gaat de rechtbank ervan uit dat de bepalingen van de Wobka in acht zijn genomen.
Gelet op de uitspraak van de High Court of Osun State, Nigeria, van 22 november 2018, de verleende beginseltoestemming aan verzoekers, welke niet dan na voorafgaand onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming wordt verleend, het feit dat de minderjarige sinds
7 februari 2019 bij verzoekers haar gewone verblijfplaats heeft en de Raad voor de Kinderbescherming blijkens zijn rapport van 19 november 2019 heeft aangegeven dat hij een positief advies uitbrengt met betrekking tot het onderhavige verzoek, is de rechtbank van oordeel dat de erkenning van de Nigeriaanse adoptie ten aanzien van verzoekers in het belang van de minderjarige is.
Voorts zijn uit de stukken geen gronden gebleken voor het onthouden van de erkenning van de Nigeriaanse beslissing als bedoeld in artikel 10:108, tweede lid onder a, b en c BW.
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat aan de voorwaarden voor erkenning van de uitspraak van High Court of Osun State, Nigeria, van 22 november 2018, is voldaan.
Gelet op de laatste zin van het tweede lid van artikel 10:109 BW is de procedure van artikel 1:26 BW toepasselijk en zal de rechtbank derhalve voor recht verklaren dat deze uitspraak ten aanzien van verzoekers vatbaar is voor inschrijving in het desbetreffende register van de burgerlijke stand.
Omzetting
Artikel 10:110, tweede lid BW bepaalt dat als de adoptie in de staat waar zij plaatsvond niet tot gevolg heeft dat voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen worden verbroken, de adoptie dat gevolg ook in Nederland mist. De adoptie kan in die situatie worden omgezet naar een adoptie naar Nederlands recht.
Nu mede op grond van informatie van de Centrale Autoriteit vaststaat dat de adoptie naar het recht van Nigeria tot rechtsgevolg heeft dat de familierechtelijke betrekkingen tussen de minderjarige en haar verwanten zijn verbroken, zal de rechtbank het verzoek hieromtrent afwijzen.
Namen
Op grond van artikel 10:19 lid 1 BW wordt de geslachtsnaam van een vreemdeling bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft. Op grond van artikel 10:20 BW wordt de geslachtsnaam van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, ongeacht de vraag of hij nog een andere nationaliteit heeft, bepaald door het Nederlandse recht. Artikel 10:22 lid 1 BW bepaalt dat ingeval van verandering van nationaliteit het recht van de staat van de nieuwe nationaliteit van toepassing is, daaronder begrepen de regel van dat recht betreffende de gevolgen van de nationaliteitsverandering voor de naam.
De minderjarige bezit thans de Nigeriaanse nationaliteit. Op het moment dat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan levert dit een grondslag op voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Het voorgaande brengt mee dat Nederlands recht dan van toepassing is op het verzoek dat betrekking heeft op de geslachtsnaam van de minderjarige.
Wat betreft het verzoek tot voornaamswijziging bepaalt artikel 1:4, vierde lid BW dat deze door de rechtbank kan worden gelast. Het verzoek zal worden toegewezen, aangezien van bezwaren daartegen niet is gebleken. De rechtbank zal derhalve wijziging van de voornamen van de minderjarige gelasten, opdat de voornamen van de minderjarige zullen luiden: [voornaam minderjarige] . Tevens zal inschrijving hiervan worden gelast.
Daarnaast hebben verzoekers verzocht te verstaan dat de minderjarige de geslachtsnaam van verzoeker, te weten [geslachtsnaam] , zal dragen. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de geslachtsnaam van de minderjarige reeds bij de adoptie uitspraak is gewijzigd in [geslachtsnaam] . Op grond van artikel 10:24 BW worden de als gevolg van de buitenlandse adoptie gewijzigde namen van de minderjarige van rechtswege in Nederland erkend. Naar het oordeel van de rechtbank kan een beslissing hieromtrent daarom achterwege blijven.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank als volgt beslissen.
Geboortegegevens
Bij de stukken bevindt zich een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door de daartoe bevoegde instantie opgemaakte akte van geboorte van de minderjarige. Het betreft hier een herregistratie in verband met de Nigeriaanse adoptie die niet de oorspronkelijke geboortegegevens van de minderjarige bevat, maar de gegevens van verzoekers en die daardoor niet de situatie weergeeft zoals deze gold op het moment van geboorte van de minderjarige.
De rechtbank volgt het oordeel van de ambtenaar van de burgerlijke stand dat inschrijving daarvan leidt tot een onjuiste en naar Nederlandse begrippen onbegrijpelijke geboorteakte. Met het oog hierop ligt het volgens de ambtenaar van de burgerlijke stand voor de hand de oorspronkelijke geboortegegevens van de minderjarige vast te stellen.
De rechtbank is van oordeel dat uit de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van de minderjarige moet hebben plaatsgevonden.
Mede gelet op artikel 1:25c BW, beslist de rechtbank daarom als na te melden.

De beslissing

De rechtbank:
stelt de geboortegegevens van de minderjarige aldus vast, dat deze luiden:
geslachtsnaam: [geslachtsnaam bij geboorte]
voornaam: [naam minderjarige]
geslacht: vrouwelijk
plaats van geboorte: [geboorteplaats]
dag van geboorte: [geboortedatum] ;
gelast de inschrijving daarvan door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag;
stelt vast dat is voldaan aan de voorwaarden voor erkenning van de adoptie van voormelde minderjarige door verzoekers;
verklaart voor recht dat de uitspraak van de High Court of Osun State, Nigeria, van 22 november 2018, voor inschrijving in de desbetreffende registers van de burgerlijke stand vatbaar is;
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag een latere vermelding van de adoptie door verzoekers aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank daartoe een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag zal zenden, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
gelast de wijziging van de voornamen van de minderjarige in de voornamen: [voornaam minderjarige] ;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.M. Bögemann, kinderrechter, in tegenwoordigheid van [naam griffier] als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2019.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.