Uitspraak
2.
[eiser sub 2],
3.
[eiser sub 3],
4.
[eiser sub 4],
[eiser sub 5]wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
primair:de veroordeling van [verweerder] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis 68,55% van de door hem ontvangen fosfaatrechten voor de 32 stuks jongvee van [eisende partij] ., te vermeerderen met 20% afroming, te weten 480,38 netto (600,47 bruto) kilogram, althans enig ander in goede justitie vast te stellen aantal kilogram, op zijn kosten aan [eisende partij] . over te dragen door alle handelingen daartoe, onder andere via de website van “rvo.nl”, te verrichten die zijn vereist, op straffe van een dwangsom van € 110.000,00 ineens, althans een door de rechtbank te bepalen dwangsom, indien [verweerder] niet voldoet aan de veroordeling;
primair:de veroordeling van [verweerder] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis 90,96% van de met de drie droogstaande koeien gemoeid gaande fosfaatrechten te vermeerderen met 20% afroming, te weten 120,61 netto (150,76 bruto) kilogram, althans enig ander in goede justitie vast te stellen aantal kilogram, op zijn kosten aan [eisende partij] . over te dragen door alle handelingen daartoe, onder andere via de website van “rvo.nl”, te verrichten die zijn vereist, op straffe van een dwangsom van € 27.500,00 ineens, althans een door de rechtbank te bepalen dwangsom, indien [verweerder] niet voldoet aan de veroordeling;
primair en subsidiair:de veroordeling van Van der Goot (de rechtbank begrijpt: [verweerder] ) in de proceskosten, daaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
primair en subsidiair:de uitvoerbaarbijvoorraadverklaring van dit vonnis.
4.De beoordeling
De kern van het geschil
Het is een landbouwer verboden op zijn bedrijf in een kalenderjaar meer dierlijke meststoffen met melkvee, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, te produceren dan het op het bedrijf rustende fosfaatrecht. De productie van dierlijke meststoffen door melkvee wordt forfaitair vastgesteld overeenkomstig de regels, bedoeld in artikel 35.”
Het op het bedrijf rustende fosfaatrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het verbod, bedoeld in artikel 21b, eerste lid, wordt door Onze Minister vastgesteld en komt overeen met de forfaitaire productie van dierlijke meststoffen in een kalenderjaar door melkvee dat op 2 juli 2015 op het bedrijf is gehouden en krachtens de artikelen 4, 96 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gestelde regels (I&R) is geregistreerd. Artikel 21a, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.”
Indien een landbouwer voor een datum die bij ministeriële regeling wordt vastgesteld, meldt en aantoont dat hij op 2 juli 2015 melkvee had uitgeschaard, wordt het fosfaatrecht, bedoeld in het derde lid, verhoogd en wordt het fosfaatrecht van de landbouwer die dat melkvee op die datum had ingeschaard, met diens instemming verlaagd. Deze verhoging onderscheidenlijk verlaging komt overeen met de forfaitaire productie van dierlijke meststoffen van het aantal uitgeschaarde onderscheidenlijk ingeschaarde stuks melkvee.”
4.4 Toekenning van fosfaatrechten
e en de verzorging op zich nam.(…)”
Dit amendement regelt dat de boeren die gezamenlijk overeenkomen dat zij de fosfaatrechten willen herverdelen vanwege uitgeschaard vee, daartoe gefaciliteerd worden. Dit kan eenvoudigweg via een formulier bij RvO.
184
7808 163 dagen
7870 163 dagen
7946 131 dagen
7951 155 dagen
7954 155 dagen
7955 155 dagen
7956 155 dagen
7959 155 dagen
7960 155 dagen
7961 155 dagen
7962 155 dagen
7964 155 dagen
7965 131 dagen
7966 155 dagen
7967 155 dagen
7968 155 dagen
8012 70 dagen
De regeling in de Meststoffenwet is op het onderhavige punt niet eenduidig. In wezen heeft de wetgever de verdeling van de toegekende fosfaatrechten tussen inschaarder en uitschaarder aan partijen zelf overgelaten. [eisende partij] . en [verweerder] hebben daarover geen overeenstemming bereikt. De één vroeg te veel, de ander bood te weinig. Deze patstelling heeft ertoe geleid dat partijen niet tijdig op 1 april 2018 gebruik hebben gemaakt van de toen nog kosteloze mogelijkheid tot herverdeling van deze rechten. Pas na die datum heeft [eisende partij] . een uitspraak in kort geding gevorderd, waarbij hij in het ongelijk werd gesteld. Per die datum werd een afromingspercentage van kracht van 10 % en dat percentage is lopende dit jaar verhoogd tot 20%. Beide partijen zijn in gelijke mate verantwoordelijk voor het doen verlopen van de geldende termijnen en die vaststelling leidt ertoe dat zij de pijn van de afroming gezamenlijk moet delen. Het aantal aan [eisende partij] . toe te wijzen aantal kilogrammen fosfaatrecht zal worden verminderd met 10%.