Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
(rb: [slachtoffer 7] )op het bankje op het perron kwam zitten. Op een gegeven moment stond [slachtoffer 7] op en getuige zag de hand van de man naar de billen van [slachtoffer 7] gaan. [18]
3.Bewezenverklaring
of omstreeks02 april 2018 te Arnhem
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] ,
voorafgegaan,vergezeld
en/of gevolgdvan geweld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] ,
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken, en
/ofom, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf
hetzijde vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door plotsklaps genoemd bankbiljet uit de hand van die (minder valide) [slachtoffer 1] te trekken
/pakkenen weg te rennen en
/of genoemde [slachtoffer 2] te duwen en/ofslaande bewegingen te maken naar die [slachtoffer 2] ;
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van 24 maart 2018 tot en met 31 maart 2018 te Arnhem,
)door geweld of een andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten op onverhoedse wijze nagenoemde perso
(o)n
(en
)heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit het knijpen in/betasten van/tikken/slaan tegen de bil(len) van die perso
(o)n
(en
), te weten
/of
of geslagenen
/of
/of
/of
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van 23 december 2017 tot en met 21 maart 2018 te Wehl, gemeente Doetinchem,
)door geweld of een andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten op onverhoedse wijze nagenoemde perso
(o)n
(en
)heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit het
grijpen in/betasten van het kruis/vagina en/of het
slaan op/knijpen in/betasten van de kont
/billen, te weten
/ofeen klap op de kont
/billenvan [slachtoffer 8] heeft gegeven en
/of
(meermalen
)in de billen van [slachtoffer 9] heeft geknepen.
of omstreeks21 maart 2018 te Arnhem,
en/of bedreiging met geweld,heeft verzet tegen een ambtenaar, [naam 1] (buitengewoon opsporingsambtenaar), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn
/haarbediening, te weten het aanhouden van verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 98, eerste lid, van de Wet Personenvervoer 2000,
in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit,op heterdaad ontdekt, teneinde verdachte ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, door
te rukken, te draaien,te schoppen, te duwen en
/ofte trekken in een richting tegengesteld aan die waarin die [naam 1] verdachte trachtte te geleiden, terwijl dit misdrijf en
/ofde daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten een gescheurde pees van de pink, bij die [naam 1] ten gevolge heeft gehad.
of omstreeks3 maart 2018 te Wehl, gemeente Doetinchem
/raam, in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander, te weten aan Leger Des Heils Domus
(gevestigd te [adres]
)toebehoorde, heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
drs. [naam 9] , psycholoog, en dr. [naam 10] , psychiater, gedateerd 24 januari 2019.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
heft ophet bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde straf.
benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijkin haar vordering.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van het feit onder parketnummer 05/056425-18 tot betaling van
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.