Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
3.414,00(2,0 punten × tarief € 1.707,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 22 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vennootschap naar buitenlands recht VICUGNA BVBA, eiseres in conventie, en FARMMODELS, gedaagde in conventie. De eiseres, gevestigd in België, vorderde een bedrag van € 100.000,00 van de gedaagden, die niet aan hun betalingsverplichtingen hadden voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden in 2018 landbouwminiaturen van de eiseres hebben gekocht, maar de facturen niet hebben betaald. De gedaagden hebben op hun beurt een reconventionele vordering ingesteld, waarin zij betaling van een bedrag van € 4.333,61 vorderden, alsook schadevergoeding en een verbod op negatieve uitlatingen over hun financiële situatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van de eiseres toewijsbaar is, omdat de gedaagden de gefactureerde bedragen niet hebben betwist en de prijs correct was. De reconventionele vorderingen van de gedaagden zijn afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat de eiseres geen onrechtmatige uitlatingen heeft gedaan en het conservatoire beslag niet onrechtmatig was. De rechtbank heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, de beslagkosten en de proceskosten.