ECLI:NL:RBGEL:2020:109

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 januari 2020
Publicatiedatum
9 januari 2020
Zaaknummer
7700636 CV EXPL 19-1614
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • F.M.Th. Quaadvliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking na annulering van een koopovereenkomst van een auto

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Red Connect en een besloten vennootschap over een mondelinge koopovereenkomst voor de levering van een Volvo XC60. De eiseres, Red Connect, vorderde terugbetaling van een bedrag van € 6.535,00, dat zij had betaald aan de gedaagde partij, na annulering van de koopovereenkomst. De gedaagde partij had de annulering slechts onder de voorwaarde van betaling van 10% annuleringskosten geaccepteerd. Red Connect stelde dat er geen grondslag was voor deze kosten en dat de betaling onverschuldigd was, dan wel dat de gedaagde ongerechtvaardigd was verrijkt.

De rechtbank oordeelde dat de koopovereenkomst rechtsgeldig was gesloten en dat er geen rechtsregel was die de annulering met terugwerkende kracht effect zou geven. De kantonrechter concludeerde dat de betaling van de koopsom niet onverschuldigd was, omdat de overeenkomst tot het moment van annuleren rechtsgeldig was. De vorderingen van Red Connect werden afgewezen, en de rechtbank oordeelde dat Red Connect als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten werd veroordeeld.

De zaak benadrukt de noodzaak voor partijen om duidelijkheid te scheppen over de voorwaarden van annulering en de gevolgen daarvan, evenals de verplichtingen die voortvloeien uit een koopovereenkomst, vooral in internationale contexten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 7700636 \ CV EXPL 19-1614 \ 610 \ 858
uitspraak van 17 januari 2020
vonnis
in de zaak van
[naam eiseres] , handelend onder de naam Red Connect
wonende te [naam eiseres]
eisende partij in conventie
verwerende partij in voorwaardelijke reconventie
gemachtigde mr. W.G.M. Vos
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam gedaagde]
gevestigd te [vestigingsplaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in voorwaardelijke reconventie
gemachtigde SRM Rechtsbijstand
Partijen worden hierna Red Connect en [naam gedaagde] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 juni 2019 en de daarin genoemde processtukken
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, tevens houdende akte wijziging/vermeerdering van eis, met een productie
- de comparitie van partijen van 14 november 2019.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben op of omstreeks 10 december 2018 een mondelinge koopovereenkomst gesloten voor de levering van een Volvo XC60 door [naam gedaagde] aan Red Connect, tegen een koopprijs van € 65.350,00 inclusief btw. De auto had op dat moment een kilometerstand van 5.013 km.
2.2.
Op 12 december 2018 heeft [naam gedaagde] een factuur gestuurd naar Red Connect. Op die factuur staat onder meer het volgende:
“Aan u geleverd onderstaand MARGE voertuig met kenteken [kentekennummer]
(…)
Bijzondere regeling - gebruikte goederen. Totaal € 65.350,00
(…)
De korting van €1600 wordt in eerste instantie wel betaald maar zodra wij het BPM bedrag terug ontvangen maken wij het direct naar u over zoals afgesproken.
Dus het totaalbedrag wat u overmaakt is €66.950 bij levering.”
2.3.
Red Connect heeft de koopprijs betaald aan [naam gedaagde] . Overdracht van de auto door [naam gedaagde] aan Red Connect heeft niet plaatsgevonden.
2.4.
Red Connect heeft bij e-mail van 17 december 2018 onder meer het volgende geschreven aan [naam gedaagde] :
“(…)
de verkoopprijs niet overeenstemt met wat we hadden afgesproken. Ook hebben wij nooit vooraf een bestelbon ontvangen betreffende de aankoop van de wagen maar meteen een verkoopfactuur. Ook het feit dat wij eerst de BPM moeten betalen om deze later terug te krijgen is voor ons niet de gebruikelijk omdat dit te maken heeft met een Nederlandse regelgeving en niet de Belgische.
Volgens uw factuur gaat de wagen om een “Marge regeling”. In de Europese richtlijn wordt duidelijk vermeld dat wanneer een wagen minder dan 6.000 km heeft op de kilometerteller deze verkocht moet worden als een “nieuwe wagen” waardoor er op de wagen 21% BTW verschuldigd is. Op de factuur wordt vermeld dat het om een “marge voertuig” gaat maar dit is niet correct want deze wagen is een “nieuwe wagen”. Ook kan ik geen specifieke zin terug vinden betreffende de bijzondere regeling over de winstmarge op de factuur.
Daarom zou ik vriendelijk willen vragen om het reeds gestorte bedrag van 66.950,00 euro op datum van 14/12/2018 terug te willen storten op volgende rekening: (…)”
2.5.
In reactie hierop heeft [naam gedaagde] in haar e-mail van 18 december 2018 onder meer het volgende geschreven:
“Ik begrijp niet wat u bedoelt met het verhaal over de marge regeling en hoe dat geregeld is in België maar eenmaal een marge auto in Nederland blijft een marge auto en kan nooit meer een BTW auto worden. U wist voordat u het geld overmaakte dat het een marge auto was maar dat was uiteindelijk geen probleem.
Het is volgens de Bovag voorwaarde mogelijk de aankoop te annuleren.
Dat zou kunnen tegen 10% van de aankoopwaarde.”
2.6.
De (voormalige) gemachtigde van Red Connect heeft in zijn e-mail van 21 december 2018 het volgende geschreven aan [naam gedaagde] :
“Van cliënte begreep ik dat er (helaas) een discussie is komen te ontstaan over de inhoud van de koopovereenkomst zoals door u en cliënte gesloten betreffende een Volvo XC60. Graag zou cliënte deze inhoudelijke discussie willen parkeren tot een later stadium.
Cliënte wenst van de koop af te zien en u heeft voorgesteld dat dit mogelijk is op voorwaarde dat een boete (uw vermeende schade) wordt betaald betreffende 10% van de aankoopsom. Cliënte is bereid deze boete van 10% onder protest te voldoen, in die zin dat u dan gehouden bent 90% van de betaalde aankoopsom dient te restitueren, indien mogelijk nog vóór a.s. vrijdag.
Graag verneem ik van u zo spoedig als mogelijk of dat u met het voorgaande voorstel kunt instemmen, zodat het vervolgens mogelijk is de inhoudelijke discussie te voeren, maar zodat cliënte weer over een groot gedeelte van haar geld betreffende de aankoopsom kan beschikken en u de auto weer in de vrije verkoop kan zetten.
Mocht u met het voorgaande niet akkoord gaan, zal cliënte de door haar geleden schade en nog te lijden schade onverkort op u verhalen. Op voorhand wordt hierover opgemerkt dat de door cliënte geleden en te lijden aanzienlijk is/kan zijn, nu cliënte thans niet over een auto beschikt en ook niet over de aankoopsom.”
2.7.
De gemachtigde van [naam gedaagde] heeft in haar e-mail van 21 december 2019 het volgende geschreven aan de (voormalige) gemachtigde van Red Connect:
“Zoals al eerder aangegeven kan uw cliënte inderdaad de overeenkomst annuleren onder vergoeding van 10% van de aankoopprijs, conform de van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Cliënte zal dn ook gehoor geven aan uw betalingsverzoek door 90% van de betaalde koopprijs terug te betalen aan uw cliënte. (…)”
2.8.
De (voormalige) gemachtigde van Red Connect heeft in zijn e-mail van 31 december 2018 onder meer het volgende geschreven aan de gemachtigde van [naam gedaagde] :
“Ten onrechte is door uw cliënte bij facturatie uitgegaan van een “marge” wagen, terwijl het hier volgens de Europese richtlijn een “nieuwe” wagen betreft. Aan het criterium “nieuw” is voldaan indien de auto jonger is dan zes maanden óf indien de kilometerstand minder dan 6.000 betreft. Nu de kilometerstand bij aankoop 5.013 betrof, diende de auto derhalve dus niet als “marge” wagen te worden beschouwd maar als “nieuw”.
Hoe het ook zij, bij uw cliënte was goed bekend, dat cliënte niet zou overgaan tot aankoop van de auto, indien over de aankoopprijs nog eens 21% btw verschuldigd zou zijn, omdat het dan verschuldigde totaalbedrag geheel niet meer marktconform zou zijn. Nu dit wel het geval bleek te zijn, is dat reden geweest voor annulering van de aankoop, waarbij geen algemene voorwaarden zijn overeengekomen en/of van toepassing zijn, zodat ook geen 10% van de aankoopsom verschuldigd is. In een subsidiair kader merkt cliënte overigens nog op dat sprake is geweest van (wederzijdse) dwaling, als gevolg waarvan de overeenkomst hierbij buitengerechtelijk vernietigd wordt, zodat uw cliënt als gevolg daarvan ook gehouden is de volledige aankoopprijs te restitueren.”
2.9.
In haar e-mail van 31 januari 2019 heeft de gemachtigde van [naam gedaagde] onder meer het volgende geschreven aan de (voormalige) gemachtigde van Red Connect:
“Mocht uw cliënte de annulering tegen genoemde voorwaarden willen ontbinden of anderszins ongedaan maken, dan ontbind ik hierbij de reeds voor alsdan de koopovereenkomst en maak ik namens cliënte aanspraak op vergoeding van haar schade conform art. 6:277 BW. Cliënte zal alsdan een gefixeerde schadevergoeding vorderen, waarbij aansluiting gezocht wordt bij de annuleringskosten. (…)
De auto staat op dit moment nog bij cliënte en is nog niet verkocht. Mocht uw cliënte de afspraken met betrekking tot de annulering definitief niet willen nakomen, dan biedt cliënte – daartoe onverplicht – hierbij alsnog eenmalig de gelegenheid de auto af te nemen en te betalen.”

3.De vordering en het verweer in conventie

3.1.
Red Connect vordert in conventie, na wijziging van eis, dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
voor recht verklaart dat geen grondslag aanwezig is (geweest) voor betaling door Red Connect aan [naam gedaagde] van de (volledige) aankoopsom c.q. inhouding door [naam gedaagde] van een gedeelte van de door Red Connect betaalde aankoopsom, zodat sprake is (geweest) van onverschuldigde betaling ex artikel 6:203 BW en zodat [naam gedaagde] op grond daarvan gehouden is over te gaan tot (volledige) (terug)betaling van de aankoopsom aan Red Connect, waarvan nog resteert een bedrag ad € 6.535,00;
subsidiair
voor recht verklaart dat sprake is van onrechtvaardigde verrijking ex artikel 6:212 BW, als gevolg van inhouding door [naam gedaagde] van een gedeelte van de aankoopsom zoals eerder betaald door Red Connect, zodat [naam gedaagde] op grond hiervan gehouden is over te gaan tot het voldoen van een (schade)vergoeding aan Red Connect betreffende een bedrag ad € 6.535,00;
meer subsidiair
voor recht verklaart dat de door partijen gesloten koopovereenkomst op 31 december 2018 door (de gemachtigde van) Red Connect buitengerechtelijk is vernietigd omdat sprake is (geweest) van (wederzijdse) dwaling ten tijde van het stuiten van de koopovereenkomst betreffende de Volvo XC60 T8 Twin Engine AWD modeljaar 2018 met kenteken [kentekennummer] , zodat [naam gedaagde] op grond daarvan gehouden is over te gaan tot volledige (terug)betaling van de aankoopsom, waarvan nog resteert te worden voldoen door [naam gedaagde] aan Red Connect een bedrag van € 6.535,00;
zowel primair als subsidiair
- [naam gedaagde] veroordeelt binnen veertien dagen na de datum van het vonnis aan Red Connect te betalen het bedrag ad € 6.535,00, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente ex artikel 6:119 lid 1 BW vanaf 21 december 2018, te weten de dag waarop door [naam gedaagde] uitvoering is gegeven aan de annulering van de door partijen gesloten koopovereenkomst, dan wel vanaf 31 december 2018, te weten de dag dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd, dan wel vanaf de dag van dagvaarding, althans vanaf een in goede justitie te bepalen dag, tot aan de dag der algehele voldoening;
- [naam gedaagde] veroordeelt binnen veertien dagen na de datum van het vonnis aan Red Connect te betalen een bedrag van € 701,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- [naam gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten conform het liquidatietarief, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na de datum van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Red Connect legt aan haar vorderingen in conventie primair ten grondslag de stelling dat partijen overeenstemming hebben bereikt over annulering van de koopovereenkomst, maar dat zij geen overeenstemming hebben bereikt over de verschuldigdheid van annuleringskosten van 10% van de aankoopprijs, zijnde een bedrag van € 6.535,00. Red Connect stelt dat zij dit bedrag onverschuldigd heeft betaald aan [naam gedaagde] , nu [naam gedaagde] dit bedrag zonder grond heeft ingehouden. Subsidiair stelt Red Connect dat [naam gedaagde] , door inhouding van voormeld bedrag, ongerechtvaardigd is verrijkt.
Meer subsidiair beroept Red Connect zich op (wederzijdse) dwaling, op grond waarvan zij de koopovereenkomst op 31 december 2018 buitengerechtelijk heeft vernietigd, nu zij zich niet bewust was van de verplichting om over de aankoopsom bij invoer in België nog 21% btw te betalen. Red Connect stelt dat zij niet tot aankoop van de auto was overgegaan indien zij ten tijde van de koop had geweten dat zij bovenop de aankoopsom in België 21% btw verschuldigd was. Volgens Red Connect wist [naam gedaagde] , althans behoorde zij als autohandelaar te weten, dat die belastingverplichting (mogelijk) zou gelden voor Red Connect. Door Red Connect hiervoor niet te waarschuwen, heeft [naam gedaagde] haar mededelingsplicht geschonden.
3.3.
[naam gedaagde] betwist de vorderingen in conventie en concludeert tot afwijzing daarvan, met veroordeling van Red Connect, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten.
[naam gedaagde] voert, kort samengevat, aan dat voor Red Connect geen grondslag aanwezig was om van de koop af te zien: ontbinding van de overeenkomst door Red Connect is niet aan de orde en van (wederzijdse) dwaling is geen sprake, zodat er geen grond is voor vernietiging van de overeenkomst. Voor zover wel sprake is van dwaling, dan hebben partijen gedwaald ten aanzien van het recht, hetgeen volgens [naam gedaagde] niet kan leiden tot een geslaagd beroep op dwaling. Op grond van de koopovereenkomst had Red Connect de auto moeten afnemen tegen betaling van de aankoopsom. [naam gedaagde] stelt dat zij Red Connect tegemoet heeft willen komen en haar daarom de mogelijkheid heeft gegeven de overeenkomst te annuleren tegen betaling van 10% van de aankoopsom. Red Connect heeft dit aanbod van [naam gedaagde] aanvaard, zodat zij die 10% verschuldigd was. [naam gedaagde] betwist dat annulering tegen inhouding van 10% onder protest is geschied; volgens [naam gedaagde] ziet dit protest op de dwalingsdiscussie en niet op de annuleringskosten. Tot slot betwist [naam gedaagde] dat Red Connect onverschuldigd heeft betaald, nu aan die betaling de koopovereenkomst ten grondslag ligt.
3.4.
Op de (overige) stellingen van partijen in conventie gaat de kantonrechter hierna zo nodig in.

4.De vordering en het verweer in voorwaardelijke reconventie

4.1.
[naam gedaagde] vordert in voorwaardelijke reconventie – voor het geval de vorderingen van Red Connect worden toegewezen – dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de koopovereenkomst ontbindt en Red Connect veroordeelt tot betaling van € 6.535,00 aan gefixeerde schadevergoeding en € 701,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van Red Connect in de proceskosten.
4.2.
[naam gedaagde] legt aan haar vorderingen in voorwaardelijke reconventie ten grondslag de stelling dat, indien Red Connect de annulering ongedaan wilde maken, zij de auto had moeten afnemen. Omdat zij dat niet wenste te doen vordert [naam gedaagde] , indien de buitengerechtelijke ontbinding bij e-mail van 31 januari 2018 geen doel heeft getroffen, dat de koopovereenkomst alsnog wordt ontbonden en dat Red Connect wordt veroordeeld tot betaling van de door [naam gedaagde] geleden schade. [naam gedaagde] fixeert deze schade op 10% van de aankoopsom en zij zoekt daarbij aansluiting bij de algemene voorwaarden van BOVAG. [naam gedaagde] stelt dat dit percentage een in de branche gebruikelijke en redelijke vergoeding is.
4.3.
Red Connect voert gemotiveerd verweer in voorwaardelijke reconventie en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [naam gedaagde] , uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten.
4.4.
Op de (overige) stellingen van partijen in voorwaardelijke reconventie gaat de kantonrechter hierna zo nodig in.
5. De beoordeling van het geschil in conventie en in voorwaardelijke reconventie
5.1.
Omdat de vorderingen in conventie en in voorwaardelijke reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.
5.2.
Vanwege het internationaal karakter van de zaak – Red Connect is gevestigd in België en [naam gedaagde] is gevestigd in Nederland – dient ambtshalve vastgesteld te worden of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en welk recht op het voorliggende geschil van toepassing is.
5.3.
[naam gedaagde] is gevestigd in Nederland. Nederland is lidstaat van de Europese Unie. Op grond van de EEX Verordening (EU) Nr. 1215/2012 wordt een gedaagde partij opgeroepen voor een gerecht van de lidstaat waarin zij woont of is gevestigd. Dat betekent dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Gelet op de vestigingsplaats van de gedaagde partij is de Rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Nijmegen bevoegd om van de vordering kennis te nemen.
5.4.
De bepaling van het toepasselijke recht dient plaats te vinden aan de hand van Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I-Vo). Nu partijen hun stellingen uitdrukkelijk baseren op bepalingen uit het Nederlandse recht, verstaat de rechtbank dit als een rechtskeuze door partijen als bedoeld in artikel 3 van Rome I-Vo. De kantonrechter zal derhalve Nederlands recht toepassen. Naar Nederlands recht is het Weens Koopverdrag (CISG) van toepassing. Voor zover de vorderingen van Red Connect zijn gebaseerd op rechtsgronden die niet in het Weens Koopverdrag zijn geregeld, wordt teruggevallen op Nederlands recht.
5.5.
Feitelijke grondslag van zowel de primaire als de subsidiaire vordering (op grond van respectievelijk onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking) is de stelling dat partijen weliswaar overeenstemming hebben bereikt over annulering van de koopovereenkomst maar niet over de betaling van annuleringskosten zodat [naam gedaagde] , door slechts 90% van de koopprijs terug te betalen, ten onrechte 10% annuleringskosten heeft ingehouden. De kantonrechter overweegt hierover het volgende.
5.6.
Onbetwist staat vast dat partijen op 10 december 2018 een koopovereenkomst hebben gesloten, zonder enig voorbehoud en zonder een contractuele mogelijkheid tot annulering. Niet in geschil is dat Red Connect na het sluiten van de overeenkomst heeft af willen zien van die koop; zij heeft getracht de koopovereenkomst te annuleren en, in een later stadium, te vernietigen op grond van dwaling. [naam gedaagde] heeft met die annulering enkel willen instemmen onder de voorwaarde dat Red Connect 10% annuleringskosten betaalde. Daartegen heeft Red Connect bezwaar gemaakt. [naam gedaagde] is daarop verzocht in ieder geval 90% van de koopsom terug te betalen en de discussie over de annulering in een later stadium voort te zetten. [naam gedaagde] heeft hieraan gehoor gegeven.
5.7.
De basis voor betaling van de (gehele) koopsom was derhalve de koopovereenkomst. Er is geen rechtsregel die er toe leidt dat de door Red Connect gestelde annulering er toe zou leiden dat de verbintenis met terugwerkende kracht vervalt. Dat is slechts anders bij vernietiging wegens dwaling, waarover de kantonrechter hierna zal oordelen. Bij gebreke van het vervallen van de verbintenis met terugwerkende kracht heeft de koopovereenkomst tot het moment van annuleren rechtsgeldig bestaan. De voordien gedane betaling van de koopsom is derhalve niet onverschuldigd. De vordering die op onverschuldigde betaling is gegrond wordt derhalve afgewezen.
5.8.
Hetzelfde lot treft de vordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking. Voor zover [naam gedaagde] al is verrijkt, vindt deze haar grond in de mededeling van [naam gedaagde] dat zij bereid is Red Connect te laten afzien van de reeds gesloten koopovereenkomst, maar dan wel onder door [naam gedaagde] te stellen voorwaarden. De betaling van zowel de koopsom als de annuleringskosten vindt haar rechtvaardiging derhalve in een rechtshandeling.
5.9.
Dat Red Connect het niet eens is met de (hoogte van de) door [naam gedaagde] in rekening gebrachte annuleringskosten leidt er, nog daargelaten dat er geen vordering is geformuleerd op grond waarvan de kantonrechter gehouden is daaromtrent te oordelen, evenmin toe dat [naam gedaagde] gehouden is het ingehouden bedrag aan Red Connect te restitueren. Uit de mededelingen van Red Connect dat zij van de koop af wenste te zien, heeft [naam gedaagde] immers kunnen afleiden dat Red Connect in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst ging tekortschieten. Red Connect was daarmee ingevolge artikel 6:83 aanhef en onder c BW in verzuim. Gelet op de tekortkoming aan de zijde van Red Connect, die naar het oordeel van de kantonrechter niet van bijzondere aard of geringe betekenis is, heeft [naam gedaagde] de koopovereenkomst op goede gronden ontbonden. Red Connect, wier tekortkoming (de mededeling dat zij de gekochte auto niet wenste af te nemen) een grond voor ontbinding heeft opgeleverd, is ingevolge artikel 6:277 BW verplicht om aan de wederpartij de schade te vergoeden die deze lijdt doordat geen wederzijdse nakoming maar ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt.
5.10.
Red Connect beroept zich, meer subsidiair, op (wederzijdse) dwaling.
Dat beide partijen onbekend waren met de (juiste) heffingen op in te voeren voertuigen in België staat vast. Voor een geslaagd beroep op wederzijdse dwaling is evenwel vereist dat de dwaling bij de besluitvorming van beide partijen, dus ook bij de wederpartij van degene die zich op artikel 6:228 BW beroept, een rol moet hebben gespeeld. Gesteld noch gebleken is echter dat de hoogte van invoerheffingen van enige invloed is geweest op [naam gedaagde] , in die zin dat als zij wel had geweten dat Red Connect nadere heffingen diende te betalen bij invoer van het voertuig, zij genoegen zou hebben genomen met een andere (lagere) prijsstelling. Niet komt derhalve vast te staan dat ook [naam gedaagde] van een onjuiste voorstelling van zaken is “uitgegaan”, zoals bedoeld in artikel 6:228 lid 1 onder c BW, zodat de vernietiging hierop niet kan worden gegrond.
5.11.
Voor zover Red Connect zich, tot slot, beroept op vernietiging op grond van dwaling ex artikel 6:228 lid 1 sub a en/of b BW, geldt dat het op de weg van Red Connect lag om zich voldoende te (laten) informeren over de verplichtingen die kleven aan de invoer van de auto naar België en de gevolgen daarvan. [naam gedaagde] heeft, zo is ook opgenomen in de bevestiging van de aankoop op 10 december 2018, immers enkel de uitvoer van de auto voor haar rekening genomen, waaronder verrekening van BPM, niet de invoer daarvan in België, waarbij [naam gedaagde] als handelaar in tweedehands auto’s evenmin bekend mag worden verondersteld met fiscale wet- en regelgeving omtrent invoer van voertuigen in een buitenland. [naam gedaagde] kan dan ook niet worden verweten dat hij enige mededelingsplicht heeft geschonden. Red Connect heeft in haar e-mail van 10 december 2018 weliswaar aan [naam gedaagde] gevraagd
“of de wagen nog BTW aftrekbaar is”(productie 11 bij antwoord in conventie), maar dit is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om tot het oordeel te komen dat Red Connect heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht dan wel [naam gedaagde] een mededelingsplicht heeft geschonden. Dat Red Connect op andere wijze onderzoek heeft verricht ter zake van de btw-plicht is gesteld noch gebleken. Gelet op de omstandigheden van het geval dient de dwaling daarom voor rekening van Red Connect te blijven. Red Connect komt dan ook geen beroep toe op vernietiging van de koopovereenkomst op grond van dwaling.
5.12.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vorderingen in conventie worden afgewezen. Nu de voorwaarde waaronder de reconventionele vordering is ingesteld niet is ingetreden, komt de kantonrechter niet toe aan de beoordeling daarvan.
5.13.
Red Connect wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van Red Connect af;
6.2.
veroordeelt Red Connect in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [naam gedaagde] begroot op € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde;
6.3.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. F.M.Th. Quaadvliet en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2020