In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 3 april 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in verband met de sluiting van een coffeeshop in de gemeente Oude IJsselstreek. De burgemeester had op 27 maart 2020 besloten om de coffeeshop voor de duur van drie maanden te sluiten, omdat tijdens een politiecontrole was vastgesteld dat de hoeveelheid drugs in de coffeeshop de toegestane voorraad van 500 gram overschreed. Verzoeker, de exploitant van de coffeeshop, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 3 april 2020, die telefonisch plaatsvond, heeft de voorzieningenrechter de argumenten van verzoeker en verweerder gehoord. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om handhavend op te treden, maar dat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat de burgemeester afweek van zijn eigen beleid. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bezwaar van verzoeker een redelijke kans van slagen had en heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen. Dit betekent dat de sluiting van de coffeeshop werd geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 1.050, en gelast dat het door verzoeker betaalde griffierecht van € 178 aan hem werd vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.H.Y. Snoeren-Bos, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.