ECLI:NL:RBGEL:2020:2143

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
3 april 2020
Zaaknummer
AWB 20/1906
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sluiting van een coffeeshop door de burgemeester wegens overtreding van de gedoogbeschikking en de toepassing van het handhavingsbeleid

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 3 april 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in verband met de sluiting van een coffeeshop in de gemeente Oude IJsselstreek. De burgemeester had op 27 maart 2020 besloten om de coffeeshop voor de duur van drie maanden te sluiten, omdat tijdens een politiecontrole was vastgesteld dat de hoeveelheid drugs in de coffeeshop de toegestane voorraad van 500 gram overschreed. Verzoeker, de exploitant van de coffeeshop, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 3 april 2020, die telefonisch plaatsvond, heeft de voorzieningenrechter de argumenten van verzoeker en verweerder gehoord. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om handhavend op te treden, maar dat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat de burgemeester afweek van zijn eigen beleid. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bezwaar van verzoeker een redelijke kans van slagen had en heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen. Dit betekent dat de sluiting van de coffeeshop werd geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 1.050, en gelast dat het door verzoeker betaalde griffierecht van € 178 aan hem werd vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.H.Y. Snoeren-Bos, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/1906
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 april 2020
op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. M.P.J.C. Heuvelmans),
en

de burgemeester van de gemeente Oude IJsselstreeek, verweerder.

(gemachtigde: M. Nijman)

Procesverloop

Bij besluit van 27 maart 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder besloten over te gaan tot spoedeisende bestuursdwang en coffeeshop [naam 1], [adres] in [plaats], gesloten voor de duur van 3 maanden, ingaande 27 maart 2020 16.00 uur tot 27 juni 2020.
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Verzoeker heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft telefonisch plaatsgevonden op 3 april 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
schorst het primaire besluit tot zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar;
veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker ten bedrage van € 1.050;
gelast dat verweerder het door verzoeker betaalde griffierecht groot € 178 aan hem vergoedt.

Overwegingen

Waarover gaat deze uitspraak?
1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter over het verzoek om schorsing van het besluit tot sluiting van coffeeshop [naam 1] in [plaats]. De voorzieningenrechter beoordeelt voor de vraag of hij schorst of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Daarbij beantwoordt hij aan de hand van de aangevoerde gronden de vraag of de burgemeester bevoegd is om sluiting van het pand te gelasten, zo ja, of de burgemeester op de juiste wijze van zijn bevoegdheid gebruik heeft gemaakt en zo ja, of de begunstigingstermijn zorgvuldig is.
Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Feitelijke situatie2. Verzoeker exploiteert een coffeeshop in [plaats] op basis van een exploitatievergunning en een gedoogbeschikking, beide laatstelijk verleend op 28 januari 2019 voor de duur van vijf jaar. Aan deze vergunning zijn voorwaarden verbonden.
Wat is de aanleiding voor de sluiting?
3. Op vrijdag 27 maart 2020 werd tijdens een politiecontrole een personenauto gecontroleerd achter op het terrein van perceel [adres] te [plaats]. Tijdens deze controle bleek er in de kofferbak van de gecontroleerd auto een grote hoeveelheid softdrugs te liggen. ln het voertuig lagen twee zwarte zakken. ln beide zakken zat een zwarte sealbag. Na het openen bleek in de ene sealbag ongeveer 2,5 kilo hennep te zitten. De andere sealbag bevatte ongeveer 1 kilo hasj. Door de aanwezige politieagenten werd een geur waargenomen, waarvan men het sterke vermoeden had, dat dit vermoedelijk afkomstig was van de productie van synthetische drugs. Er werd vervolgens besloten om het pand te betreden. ln het genoemde pand werden op meerdere locaties aanwijzingen gevonden dat er meer dan de toegestane handelsvoorraad van 500 gram aanwezig was. Er werden geen aanwijzingen aangetroffen waaruit bleek dat er synthetische drugs vervaardigd werden in het pand. ln opdracht van de Officier van Justitie werden de coffeeshop en bijbehorende kantoren doorzocht. ln het pand werden de navolgende goederen en hoeveelheden aangetroffen:
- 655 kant en klare joints,
- 2.384,22 gram hennep en
- 315,34 gram hasj.
Eén kant en klare joint bevat ongeveer 0,2 gram hennep. In de kant en klare joints zat 655 x 0,2g = 131 gram hennep verwerkt.
3.1.
De bevindingen van de politie zijn neergelegd in een bestuurlijke rapportage. Deze rapportage is op 2 april 2020 door verweerder ontvangen.
3.2.
Verweerder heeft in de bevindingen van de politie aanleiding gezien de coffeeshop met onmiddellijke ingang voor de duur van drie maanden te sluiten. Dit besluit is op 27 maart 2020 aan verzoeker bekend gemaakt.
Bestaat er een bevoegdheid tot sluiting van de coffeeshop?
4. Niet is in geschil dat de hoeveelheid drugs de in de gedoogbeschikking bepaalde maximale voorraad van 500 gram ruimschoots overschrijdt. Er is dan ook sprake van een overtreding van de gedoogbeschikking (overtreding van het G-criterium van de AHOJGI-criteria). Daarom is de burgemeester bevoegd is om handhavend op te treden.
4.1.
De burgemeester heeft twee beleidsregels vastgesteld die zien op bezit en verkoop van drugs binnen de gemeente Oude-IJsselstreek, te weten de Uitvoeringsnota Drugsbeleid [1] en de Beleidsregel bestuurlijke sancties artikel 13b Opiumwet (hierna: "de beleidsregel"). De Uitvoeringsnota is specifiek bedoeld voor coffeeshops, de beleidsregel heeft betrekking op drugs in woningen en lokalen. In de Uitvoeringsnota is geen verwijzing opgenomen naar de beleidsregels, noch andersom is dat het geval. Dat betekent dat op coffeeshop [naam 1] alleen de Uitvoeringsnota van toepassing is.
4.2.
In de Uitvoeringsnota is een handhavingsarrangement opgenomen. In dit handhavingsarrangement is bepaald hoe de burgemeester op kan treden na constatering van een overtreding. Overtreding van het G-criterium leidt volgens dit handhavingsarrangement bij een eerste overtreding tot een schriftelijke waarschuwing, een tweede keer binnen drie jaar een last onder dwangsom, een derde keer binnen drie jaar tot een tijdelijke sluiting van ten minste drie maanden en een vierde keer binnen drie jaar tot een intrekking van de gedoogverklaring.
4.3.
Niet in geschil is dat aan verzoeker in 2015 een schriftelijke waarschuwing is opgelegd in verband met overtreding van de maximaal toegestane handelsvoorraad. Dit is langer dan drie jaar geleden. Dat betekent dat aan verzoeker thans wegens overtreding van het G-criterium een schriftelijke waarschuwing opgelegd kan worden.
4.4.
De voorzieningenrechter is niet gebleken van bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de burgemeester ten nadele van verzoeker mocht afwijken van zijn beleid door twee extra stappen te zetten in het handhavingsarrangement.
4.5.
De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom toe. In de belangen van verzoeker, name het belang dat hij heeft tot bedrijfsuitoefening, ziet de voorzieningenrechter aanleiding het besluit tot sluiting van de coffeeshop te schorsen tot zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar.
5. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat verweerder aan verzoeker het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
6. De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.050. [2]
Deze uitspraak is op 3 april 2020 uitgesproken door mr. W.P.C.G. Derksen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.H.Y. Snoeren-Bos, griffier.
De voorzieningenrechter en de griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.De Uitvoeringsnota Drugsbeleid van de gemeente Oude IJsselstreek (Gemeenteblad 2018, 125481)
2.1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 512,- en een wegingsfactor 1.