ECLI:NL:RBGEL:2020:2168

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 april 2020
Publicatiedatum
7 april 2020
Zaaknummer
NL19.8783
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de levering en kwaliteit van Elstar en Jonagold appels tussen fruittelers en afnemer

In deze zaak vorderen de eisers, bestaande uit drie fruittelers, betaling van een bedrag van € 39.338,02 van de verweerster, een afnemer, wegens de levering van Elstar en Jonagold appels. De eisers stellen dat zij op basis van een koopovereenkomst van 17 augustus 2018 248 kisten Elstar appels en 81 kisten Jonagold appels hebben geleverd. De verweerster betwist de kwaliteit van de geleverde appels en stelt dat de Elstar appels overrijp waren, waardoor zij niet gehouden is om deze af te nemen en te betalen. De rechtbank moet beoordelen of de verweerster tijdig heeft geklaagd over de kwaliteit van de appels en of de geleverde appels daadwerkelijk overrijp waren. De rechtbank oordeelt dat de verweerster tijdig heeft geklaagd en dat de eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de appels niet overrijp waren. De rechtbank stelt vast dat de verweerster de Elstar appels niet hoeft af te nemen en dat de eisers geen recht hebben op betaling voor deze appels. Voor de Jonagold appels is er overeenstemming dat de opbrengst gedeeld zou worden, maar er is onduidelijkheid over de gemaakte kosten. De rechtbank oordeelt dat de verweerster de gemaakte kosten in mindering mag brengen op de opbrengst. De eisers worden in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren tegen de vaststelling dat de Elstar appels overrijp waren.

Uitspraak

vonnis

_________________________________________________________________ _

RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer: NL19.8783
Vonnis van 1 april 2020
in de zaak van

1.de vennootschap onder firma [naam eiser 1] .,gevestigd te [vestigingsplaats ] ,2. [naam eiser 2] ,wonende te [woonplaats] ,3. [naam eiser 3] ,wonende te [woonplaats] ,eisers, hierna samen te noemen: [eisers] ,advocaat A.N. Dijkstra te Zwolle,

tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam verweerster] .,
gevestigd te [vestigingsplaats ] ,
verweerster, hierna te noemen: [verweerster] ,
advocaat M.C. Evertse te Veenendaal.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de procesinleiding;
- het verweerschrift;
- de akte van eisers inhoudende overlegging producties;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 8 januari 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers] en [verweerster] hebben op 17 augustus 2018 een overeenkomst gesloten op basis waarvan [eisers] diverse soorten en hoeveelheden fruit verkocht heeft aan [verweerster] .
2.2.
In de koopovereenkomst, die als productie 1 door [eisers] is overgelegd, is onder meer bepaald dat [eisers] plusminus 215 ton Elstar appels verkoopt aan [verweerster] tegen een prijs van € 0,41 per kilogram, exclusief btw. In de koopovereenkomst is niets bepaald over te leveren Jonagold appels noch over de daarvoor te berekenen prijs.
2.3.
De koopovereenkomst bevat “leveringsvoorwaarden” waarin het volgende omschreven is:
Geplukt en schoon in de kist van koper/verkoper op auto geleverd […] Uitgesloten van verkoop zijn: klasse drie-/witte-/gele-/rijpe-/zonnebrand-/zwart-/bladvlo-/rot-/valfruit
[…]
2.4.
In de maanden augustus en september 2018 heeft [eisers] diverse partijen fruit aan [verweerster] geleverd, waaronder Elstar appels en Jonagold appels.
2.5.
In het door [eisers] als productie 2 overgelegde leveringsoverzicht fruit staat op pagina 3 bij de datum 18-9-2018 in respectievelijk de kolommen “bon nummer”, “Perceel” “Elstar 2e pluk” en “opmerking” het volgende vermeld:
HTD0001720 Balgoy 18 10 AC blijderveen Bakken/8 bakken Berben overrijp
HTD0009505 Balgoy 66 Berbeberbenbakkenn bakken overrijp
2.6.
In september 2018 is de door [verweerster] ingeschakelde transporteur, [naam transporteur] , bij van [eisers] geweest om appels op te halen.
In de door [verweerster] als productie 5 overgelegde vrachtbrieven/laadbonnen met de respectievelijke aanduidingen HTD0009413, HTD0001720, HTD00100442, HTD0009505, HTD0010577 en HTD0005306 staat onder “aantal”, “verpakking” en “inhoud” respectievelijk, onder meer, het volgende vermeld:
21 VRB Elstar 2e over Rijp
18 VB Berben Elstar 2e pluk Berben o (rijp)
57+9 VRB appels elstar overrijp
66 VRB van Berben Elstar 2e pluk Perceel Balgoy over rijp
45 VRB elstar appels
52 VRB (hout) Elstar 2e pluk (overrijp)
2.7.
In de door [verweerster] als productie 1 overlegde verklaring van [naam chauffeur] , werkzaam als chauffeur bij [naam transporteur] van 29 mei 2019 schrijft [naam chauffeur] het volgende:
[…]
In September ben ik met mijn vrachtwagen naar de boomgaard van [eiser] gereden om daar onder andere 248 kisten Elstar voor [verweerster] op te halen. Ik doe dit werk al zo’n 15 jaar en het is mij bekend dat overrijp fruit niet wordt geaccepteerd door afnemers, waaronder [verweerster] . Zodra ik de kisten met fruit zag, was het voor mij duidelijk dat de appels overrijp waren, sommige kon je met de hand fijn persen. Daarom heb ik contact opgenomen met [verweerster] die vrij snel kwam.
[verweerster] heeft [eiser] verteld dat hij de appels niet kon afnemen vanwege de rijpheid daarvan, maar dat het noodzaak was dat de appels snel in de koelcel zouden worden opgeslagen om het rijpingsproces te vertragen. [eiser] zei toen dat hij geen koelcellen tot zijn beschikking had en niet wist wat hij er mee aan moest. [verweerster] heeft toen aangeboden om de appels voor [eiser] op te slaan in zijn koelcel in Limburg. […] De appels zijn niet door [verweerster] gekocht, maar voor [eiser] in de koelcel [verweerster] opgeslagen.
2.8.
De Elstar appels zijn vervolgens opgeslagen in een door [verweerster] bij de Coöperatieve Fruitveiling Zuid-Limburg gehuurde koelcel. In de door [verweerster] als productie 6 overgelegde aanvoerbonnen van de Coöperatieve Fruitveiling Zuid-Limburg B.A. met de nummers 04658, 16559, 16565, 12194 en 16551 staat onder respectievelijk “Aantal Fust”, “Productnaam” en “Opmerkingen:” onder meer het volgende vermeld:
04658 23 Elstar appels (te) rijpe appels
16559 57+9 Elstar Te rijpe appels (erg geel)
16565 66 ElstarSchilappels kwaliteit (slechtste boxen)
12194 46 Elstar gele overrijpe vruchten!!
16551 47 Elstar Overrijpe Appelen -->grof geel
2.9.
In de door [verweerster] als productie 2 overgelegde verklaring van de heer [naam directeur] , directeur van de Fruitveiling Zuid-Limburg, van 24 mei 2019 schrijft [naam directeur] het volgende:
[…]
In september 2018 zijn door [naam transporteur] 248 kisten Elstar appelen geleverd. Deze kisten waren, afgaande van het oogstkaartje, afkomstig van [naam eiser 1] . Voor opslag hebben wij toen gemeld dat de Elstar erg geel en overrijp waren, dus van zeer matige kwaliteit. Deze kisten zijn in opdracht van [verweerster] opgeslagen in een koelcel van de veiling die [verweerster] van ons huurde.
Wij waren op geen enkele manier op de hoogte van de onderlinge afspraken tussen [eiser] en [verweerster] . Wij hadden de koelruimte aan [verweerster] verhuurd.
In oktober kwam [eiser] bij ons langs om te bespreken wat er met zijn appels moest gebeuren. Ik heb hem verteld dat de appels overrijp waren en dat hij twee mogelijkheden had. Hij kon de appels leveren voor de industrie, met een gemiddelde opbrengst van ± € 0,07 per kg of hij kon de appels laten sorteren en laten verkopen door de Fruitveiling Zuid-Limburg met de mogelijkheid een beter resultaat te kunnen krijgen. […] Hij heeft toen besloten om zijn appels te laten sorteren en te laten verkopen door de Fruitveiling Zuid-Limburg.
Na het sorteren van de 184 bakken Elstar appelen en deze verkocht te hebben, viel het resultaat tegen. De gemiddelde opbrengst bedroeg op dat moment rond de € 0,13 per kg. […] wij besloten de overige 64 bakken van de [eiser] te verwerken in de Elstar Snipper kwaliteit wat zelfs resulteerde in een hogere opbrengst van ± € 0,01 per kilo.
[…]
Het gebeurt veel dat fruittelers gebruik maken van elkaars koelcellen. De huurder van de koelcel is niet per definitie de eigenaar van de daarin opgeslagen appelen. [eiser] maakte slechts gebruik van de door [verweerster] gehuurde koelcellen.
[…]
2.10.
In de door [eisers] als productie 12 overgelegde ongedateerde verklaring van de heer [naam] schrijft de heer [naam] het volgende:
[…]
Ik kwam op 18-9-2018 aan bij [eisers] om iets op te halen. Toen ik aan kwam rijden zag ik [eisers] buiten staan met iemand. Ze zaten in een kist appels te kijken. […] De man die erbij stond, bleek later [verweerster] te zijn. Ik ving in dit gesprek op dat [verweerster] vond dat de appels voldeden aan klasse 1 van een bepaalde kwaliteitscontrole en dat de minder goede appels (hij noemde dit industrie appels) eruit gehaald waren. De appels waren conform afspraak zei [verweerster] letterlijk. Na dat dit gesprek plaatsvond werden de appels door een vrachtwagenchauffeur in de vrachtwagen geladen. […] Na een tijdje kwam er ter sprake wat er met de zojuist geoogste appels zou gebeuren. Hierin zei [verweerster] dat de appels al verkocht waren en over 10 dagen gesorteerd zouden worden.
[…]
2.11.
In de door [eisers] als productie 13 overgelegde ongedateerde verklaring van [naam zoon] schrijft [naam zoon] het volgende:
[…]
Op 18-9-2018 is [verweerster] in de ochtend bij ons bedrijf geweest. Hij heeft toen de geplukte Elstar appels bekeken en gecontroleerd toen deze in de voorraadkist zaten. Op die ochtend heeft hij geconcludeerd dat de kwaliteit goed was en conform het gestelde koopcontract. Het voldeed ruimschoots aan de klasse 1 norm van het KCB. [verweerster] heeft toen vast gesteld dat de industrie appels er netjes tussen uit waren gehouden tijdens de pluk. Toen alles netjes was bekeken en er een oordeel is genomen heeft hij de appels geaccepteerd en direct op transport gezet. […] Tijdens het laden van de vrachtwagen heeft [verweerster] samen met mijn vader [eiser] en mij een gesprek gehad. [naam] kwam toevallig langs en was hierbij ook aanwezig. In dit gesprek heeft [verweerster] gezegd: ik citeer ‘ de appels gaan binnen 10 dagen gesorteerd worden, ik heb ze verkocht aan de Lidl voor een actie. Dan gaan ze in de tas’
[…]
2.12.
De koopovereenkomst van 17 augustus 2018 vermeldt dat betaling in onderling overleg plaatsvindt. Rechts bovenin de koopovereenkomst is met de handgeschreven:
Betaling: 25% voor oogst. 25% 2e week september. 25% 2e week oktober. Rest. 2e week november.
2.13.
Op basis van deze betalingsregeling heeft [eisers] op 28 augustus 2018 en op 19 september 2018 een voorschotbedrag aan [verweerster] in rekening gebracht en haar op 4 november 2018 een tussentijdse afrekening gestuurd van € 550.922,33 exclusief btw. In deze afrekening zijn 248 kisten Elstar appels en 81 kisten Jonagold appels niet opgenomen.
2.14.
Door middel van haar facturen van 17 december 2018 brengt [eisers] voor deze 248 kisten Elstar een bedrag in rekening van € 34.529,86 en voor de 81 kisten Jonagold een bedrag van € 4.808,16. De betreffende facturen zijn bij aangetekend schrijven van 17 december 2018 door de advocaat van [eisers] aan [verweerster] toegezonden met het verzoek en de sommatie deze binnen een week te voldoen en met de vermelding dat bij gebreke daarvan [verweerster] wettelijke handelsrente verschuldigd wordt. De (sommatie)brief van haar advocaat is door [eisers] overgelegd als productie 9.
2.15.
In reactie op deze (sommatie)brief stuurt [verweerster] op 22 januari 2019 een e-mailbericht aan de advocaat van [eisers] , dit bericht is door [eisers] overgelegd als productie 10. [verweerster] schrijft daarin:
[…]
De Jonagold was van slechte kwaliteit en vol met kurk. Het sorteren van deze partij was problematisch. Zelfs na uitlevering van de gesorteerde pallets is hier van de klant een claim van ontvangen, zie bijlage 1. De klant heeft foto’s van de Jonagold doorgestuurd, zie hiervoor Bijlage 2.
Afspraak is opbrengst delen. De opbrengst was € 0.04/2 is € 0.02 x 25994 = € 519.88. Graag een factuur sturen voor € 519.88.
Betreffende de Elstar:
Vanwege de overrijpheid, zoals vermeld op de transportbonnen [naam transporteur] (in het bezit van [eisers] ) en de inslagbonnen van de Coöperatieve Fruitveiling Zuid Limburg (zie Bijlage 3) zijn deze appels rechtstreeks verwerkt door Fruitveiling Zuid Limburg. In de bijlage 4,5 en 6 is het sorteerrapport toegevoegd.
[…]
De totale opbrengst van € 15765.12 was verdeeld over 115151 kg. Dit komt neer op € 0.137 per kilo.
De gemiddelde inhoud van een voorraadbak was 115151kg gedeeld door 366 voorraadbakken = 314.62kg.
De gemiddelde waarde per voorraadbak is dan € 43.10
Er waren 248 voorraadbakken in eigendom van [eisers] met een vertegenwoordigende waarde van € 10689.53.
Op dit bedrag dienen de gemaakte kosten in mindering worden gebracht te weten:
De transportkosten (zie bijlage 8) € 3146,-
De koelkosten (zie bijlage 9) € 1396.66,-/366 vrb x248 vrb= € 946.37,-
De handelingskosten € 1560.50 (€ 0,02 per kilo)
De administratieve kosten € 780.25 (€ 0,01 per kilo)
Voor de Elstar graag een factuur sturen voor € 4256.41,-
[…]
2.16.
De advocaat van [eisers] reageert op het e-mailbericht van [verweerster] door middel van haar brief van 31 januari 2019, door Berben c.s overgelegd als productie 11. De advocaat laat [verweerster] daarbij weten dat [eisers] vasthoudt aan de eerdere sommatie en sommeert [verweerster] nogmaals de facturen van 17 december 2018 te voldoen. Aan deze (tweede) sommatie is door [verweerster] geen gevolg gegeven.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad: [verweerster] veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisers] te betalen een bedrag van € 39.338,02, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 24 december 2018 en [verweerster] veroordeelt in de kosten van de procedure (daaronder begrepen nakosten).
3.2.
[eisers] baseert haar vordering op de tussen haar en [verweerster] gesloten koopovereenkomst van 17 augustus 2018 en op de tussen hen gemaakte mondelinge afspraak. [eisers] stelt dat zij op basis van de koopovereenkomst 248 kisten Elstar appels aan [verweerster] heeft geleverd en dat [verweerster] op grond van de overeenkomst verplicht is voor deze appels een koopprijs te betalen van € 0,41 per kilogram (exclusief btw). [eisers] stelt voorts dat zij op basis van de mondelinge afspraak 81 kisten Jonagold appels aan [verweerster] heeft geleverd, dat [verweerster] deze appels zou gaan verkopen en dat [verweerster] verplicht is de helft van de door of namens haar te realiseren bruto-opbrengst aan [eisers] te betalen. Deze opbrengst bedroeg volgens [eisers] € 0,35 per kilogram (exclusief btw).
3.3.
Ten aanzien van de Elstar appels voert [verweerster] aan dat deze overrijp waren en dat zij, op basis van de in de koopovereenkomst opgenomen leveringsvoorwaarden, niet gehouden is om overrijpe appels af te nemen. In verband daarmee betwist zij dan ook verplicht te zijn de door [eisers] gevorderde koopprijs te betalen. [verweerster] stelt dat zij [eisers] heeft aangeboden de overrijpe appels voor haar op te slaan en te verkopen, dat de opbrengst van deze verkoop € 10.478,72 (exclusief btw) bedraagt en dat zij bereid is dit bedrag, na aftrek van de door haar gemaakte kosten van in totaal € 5.833,58 (exclusief btw), met [eisers] af te rekenen.
3.4.
[eisers] betwist dat de geleverde Elstar appels overrijp waren. Daarnaast voert zij aan, voor het geval de appels wel overrijp mochten zijn geweest, dat [verweerster] niet voldaan heeft aan de op haar rustende klachtplicht waardoor zij haar recht heeft verspeeld om de kwaliteit van de appels ter discussie te stellen. [eisers] betwist voorts de hoogte van de door [verweerster] gestelde verkoopopbrengst, de juistheid van de door haar opgevoerde kosten en dat partijen overeengekomen zijn dat deze kosten in mindering gebracht dienen te worden op de opbrengst.
3.5.
Ten aanzien van de Jonagold appels erkent [verweerster] dat partijen afgesproken hebben de verkoopopbrengst daarvan met elkaar te delen, maar zij betwist dat het daarbij om de bruto-opbrengst zou gaan. [verweerster] stelt dat afgesproken is dat alle door of namens haar gemaakte kosten, die volgens haar € 0,15 per kilogram bedroegen, eerst in mindering strekken op de opbrengst alvorens deze opbrengst tussen haar en [eisers] wordt verdeeld. [eisers] betwist dit en voert aan dat alleen zogenoemde out-of-pocket kosten in mindering op de opbrengst gebracht mogen worden.
3.6.
[eisers] baseert haar vordering ter zake de Jonagold appels op een gemiddelde verkoopopbrengst van € 0,35 per kilogram (exclusief btw). [verweerster] betwist de juistheid van dit bedrag en voert aan dat moet worden uitgegaan van € 0,19 per kilogram (exclusief btw). [verweerster] stelt vervolgens dat na aftrek van de door haar gemaakte kosten (€ 0,15 per kilogram) een te verdelen opbrengst resteert van € 0,04 per kilogram (exclusief btw), oftewel in totaal € 1.039,76 (exclusief btw). De helft van dit bedrag komt toe aan [eisers] , aldus [verweerster] .

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil tussen partijen gaat onder meer over de kwaliteit van de door [eisers] aan [verweerster] geleverde appels. Kernvraag daarbij is of [verweerster] deze appels moet afrekenen en, zo ja, tegen welke prijs. Bij de beoordeling van het geschil zal onderscheid worden gemaakt tussen Elstar appels en Jonagold appels.
Elstar appels
4.2.
Ten aanzien van de Elstar appels legt [eisers] aan haar vordering ten grondslag de koopovereenkomst van 17 augustus 2018. In deze koopovereenkomst zijn leveringsvoorwaarden opgenomen met onder meer de bepaling dat rijp fruit is uitgesloten van verkoop. Partijen leggen de overeenkomst aldus uit dat [verweerster] de door [eisers] geleverde Elstar appels moet afnemen tenzij de kwaliteit daarvan niet voldoet. [eisers] heeft niet betwist dat [verweerster] de Elstar appels niet hoeft af te nemen, en dus ook niet hoeft te betalen, indien deze overrijp zijn. [verweerster] heeft op haar beurt niet betwist dat de overeenkomst tussen partijen tevens inhoudt dat een beroep op de betreffende leveringsvoorwaarde niet mogelijk is indien niet tijdig, dat wil zeggen direct na ontdekking, is geklaagd over de kwaliteit van de geleverde appels.
4.3.
[eisers] heeft betwist dat [verweerster] de op haar rustende verplichting om tijdig te klagen over de kwaliteit van de appels deugdelijk is nagekomen en daardoor gehouden is de appels van [eisers] af te nemen en met haar af te rekenen.
4.4.
Uit de door [verweerster] overgelegde verklaringen van [naam chauffeur] en [naam directeur] volgt dat [verweerster] bij de aflevering van de Elstar appels aanwezig is geweest en dat daarbij is gesproken over de kwaliteit van de appels. Dit is door [eisers] ook niet weersproken. Daaruit kan echter, gelet op de betwisting door [eisers] op dit punt, niet zonder meer als vaststaand feit worden aangenomen dat [verweerster] tijdig heeft geklaagd en om die reden niet gehouden is de appels af te nemen. Niet betwist is echter ook dat [eisers] na de aflevering van de appels, namelijk in oktober 2018 zelf naar de Fruitveiling is gegaan om afspraken te maken over de verkoop van de appels. Verder heeft zij de afgeleverde appels niet meegenomen in haar afrekening van 4 november 2018 en bovendien vermelden de vracht- en laadbonnen, waarvan de authenticiteit door [eisers] niet is betwist en die zoals door [eisers] evenmin betwist, direct bij het ophalen van de appels door de chauffeur zijn opgemaakt, alsmede de daarop gebaseerde excellijst van [eisers] zelf, dat de appels (over)rijp waren. Een andere verklaring voor deze vermeldingen dan dat dit gebaseerd is op al geuite klachten is door [eisers] niet gegeven. Dat daarmee, zoals [eisers] ter zitting heeft aangevoerd, door haar nog niet is erkend dat de appels overrijp waren, doet er niet aan af dat zij op dat moment wel al bekend was met de klacht van de wederpartij op dat punt. In deze omstandigheden had van [eisers] verwacht mogen worden dat zij het betwisten van het direct door [verweerster] klagen nader had onderbouwd. Dit heeft zij nagelaten, zodat de rechtbank als onvoldoende weersproken van uit gaat dat [verweerster] direct bij het afnemen, en daarmee tijdig, over de beweerdelijke overrijpheid van de appels heeft geklaagd.
4.5.
Nu kan worden aangenomen dat [verweerster] tijdig geklaagd heeft over de door haar gestelde overrijpheid, dient te worden vastgesteld of de geleverde Elstar appels inderdaad overrijp waren of niet. Ook dit is door [eisers] gemotiveerd betwist. Het is derhalve aan [verweerster] zijn stelling te bewijzen. Ter onderbouwing van haar stelling heeft [verweerster] opnieuw een beroep gedaan op de verklaringen van [naam chauffeur] en [naam directeur] , op de vracht- en laadbonnen en op de door [eisers] opgestelde excellijst.
4.6.
[naam chauffeur] schrijft in zijn verklaring dat partijen in het bijzijn van [naam chauffeur] overleg hebben gevoerd over de Elstar appels en dat de aanleiding daarvoor was de constatering van [naam chauffeur] dat deze appels overrijp waren. Bij die gelegenheid heeft de heer [verweerster] , zo verklaart [naam chauffeur] , de [eiser] verteld dat de appels niet konden worden afgenomen vanwege de rijpheid. Omdat [eiser] vervolgens niet wist wat hij met de appels aan moest, heeft [verweerster] , zo staat in de verklaring, aangeboden om de appels voor [eiser] op te slaan in zijn koelcel in Limburg. Dit sluit aan bij de verklaring van [naam directeur] die kort weergegeven schrijft dat de in september 2018 geleverde Elstar appels afkomstig waren van [eisers] en overrijp waren. [naam directeur] verklaart verder dat de [eiser] in oktober bij hem is geweest om te bespreken wat er met de appels moest gebeuren en dat hij toen besloten heeft om zijn appels te laten sorteren en te laten verkopen door de Fruitveiling. Voorts is van belang dat, zoals onder rechtsoverweging 2.5, 2.6 en 2.8 omschreven, op de overgelegde vracht- en laadbonnen alsmede op de door [eisers] zelf opgestelde excellijst vermeld staat dat de Elstar appels (over)rijp waren. Gelet op deze vermeldingen, in samenhang met hetgeen door [naam chauffeur] en [naam directeur] is verklaard, acht de rechtbank hetgeen door [verweerster] is aangevoerd, behoudens door [eisers] te leveren tegenbewijs waartoe [eisers] zal worden toegelaten, voorshands voldoende om aan te nemen dat de door [eisers] geleverde Elstar appels overrijp waren.
4.7.
Indien [eisers] slaagt in het door haar te leveren tegenbewijs, en dus in rechte niet kan worden aangenomen dat de appels niet voldeden, zal gelden dat [verweerster] gehouden is om de Elstar appels af te rekenen op basis van de in de koopovereenkomst van 17 augustus 2018 opgenomen kooprijs van € 0,41 per kilogram (exclusief btw), nu deze betalingsverplichting en de koopprijs verder niet door haar zijn betwist. In dat geval wordt op dit punt de vordering van [eisers] toegewezen tot een bedrag van € 32.537,60 te vermeerderen met btw (248 kisten Elstar met een gemiddeld gewicht van 320 kilogram tezamen 79.360 kilogram maal € 0,41). Indien [eisers] niet slaagt in het door haar te leveren tegenbewijs, geldt het volgende.
4.8.
De Elstar appels zijn, zo is dan verder niet in geschil, na overleg tussen partijen op verzoek van [eisers] door [verweerster] naar de Fruitveiling getransporteerd, aldaar in de koelcel van [verweerster] opgeslagen en uiteindelijk, door tussenkomst van [verweerster] , verkocht door de Fruitveiling. De gerealiseerde verkoopopbrengst heeft de Fruitveiling aan [verweerster] verantwoord, die op haar beurt [eisers] daarvan in kennis heeft gesteld. De rechtbank is van oordeel dat de tussen partijen gemaakte afspraak kwalificeert als een overeenkomst van opdracht op basis waarvan [verweerster] als opdrachtnemer van [eisers] het vervoer, de opslag en de verkoop van de Elstar appels op zich heeft genomen en op basis daarvan de verplichting heeft om de verkoopopbrengst af te dragen aan [eisers] [verweerster] stelt dat deze opbrengst € 10.478,72 exclusief btw bedraagt en verwijst ter onderbouwing daarvan naar de als productie 10 door [eisers] overgelegde opgave met diverse bijlagen, waaronder de e-mail van de Fruitveiling van 3 december 2018, waarin de opbrengst van verkochte Elstar wordt genoemd. [eisers] voert aan, zonder dit nader te concretiseren, dat deze opgave niet juist is en stelt dat de opbrengst hoger moet zijn. Zij geeft echter onvoldoende aan op welke punten de overgelegde opgave onjuist of onvolledig zou zijn, anders dan dat zij aanvoert de authenticiteit van het sorteerrapport niet te kunnen controleren en aanvoert dat de bij de opgave gevoegde laadbonnen geen vaststelling behelzen omtrent de kwaliteit van de appels en een expertiserapport ontbreekt waaruit blijkt dat de appels niet voldeden. Deze argumenten zien, zoals [eisers] zelf ook aangeeft, vooral op de kwaliteit van de appels, maar zijn niet doorslaggevend voor de vraag of de door [verweerster] gestelde opbrengst juist is. De stelling dat uit de overgelegde opgave de opbrengst van de verkoop valt af te leiden, is daarmee door [eisers] onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat de rechtbank de overgelegde opgave voldoende acht om op basis daarvan de verkoopopbrengst vast te stellen op het door [verweerster] gestelde bedrag van € 10.478,72 exclusief btw.
4.9.
De hiervoor genoemde opbrengst, vermeerderd met btw, zal met [eisers] moeten worden afgerekend. De vraag daarbij is of [verweerster] gerechtigd is om de door haar gemaakte kosten, in totaal € 5.833,58 exclusief btw, in mindering te brengen op deze opbrengst. [eisers] betwist dit omdat dit niet zou zijn afgesproken en zij verzet zich bovendien tegen de omvang van deze kosten. De rechtbank heeft hiervoor onder rechtsoverweging 4.8 vastgesteld dat [verweerster] het transport, de opslag en de verkoop van de Elstar appels voor [eisers] heeft verzorgd op basis van een overeenkomst van opdracht. Op grond van artikel 7: 406 lid 1 van het Burgerlijk wetboek (hierna: BW) geldt dat een opdrachtgever gehouden is om de onkosten die verbonden zijn aan het uitvoeren van de opdracht aan de opdrachtnemer te vergoeden, voor zover deze niet in het loon zijn begrepen. Nu partijen geen afspraken hebben gemaakt over het betalen van loon en ter zake de te maken onkosten ook niet gesteld is dat er andersluidende afspraken zijn gemaakt, is [eisers] , gelet op het bepaalde in artikel 7:406 lid 1 BW, gehouden door [verweerster] gemaakte kosten te vergoeden. [eisers] heeft gesteld dat de door [verweerster] opgevoerde koelkosten niet zijn gemaakt en dat de opgevoerde handling- en administratiekosten ongebruikelijk zijn. [eisers] heeft deze stelling naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende onderbouwd en zal daarin dan ook niet worden gevolgd nu [verweerster] daarentegen de opgevoerde kosten aannemelijk heeft gemaakt en de omvang daarvan in voldoende mate heeft gespecificeerd. Dit leidt ertoe dat [verweerster] het bedrag van deze kosten ad € 5.833,58 in mindering mag brengen op de opbrengst van € 10.478,72 en aldus een bedrag van € 4.645,14 (€ 10.478,72 minus € 5.833,58), te vermeerderen met btw, met [eisers] moet afrekenen.
Jonagold appels
4.10.
Voor wat betreft de Jonagold appels geldt dat partijen het erover eens zijn dat [verweerster] de verkoop namens beiden ter hand zou nemen en dat de aldus te realiseren verkoopopbrengst gelijkelijk, ieder de helft, verdeeld zou worden. Er bestaat geschil over de vraag wat de opbrengst van de verkoop is geweest en of de door [verweerster] gemaakte verkoopkosten in mindering op deze opbrengst kunnen worden gebracht. [eisers] stelt dat de afspraak is gemaakt dat de bruto-verkoopopbrengst wordt verdeeld, [verweerster] betwist dit en voert aan dat bij de verdeling moet worden uitgegaan van de netto-verkoopopbrengst. In reactie daarop erkent [eisers] dat het wel gebruikelijk is om de zogenoemde out-of-pocket kosten in mindering op de te verdelen opbrengst te brengen, maar niet de intern bij [verweerster] gemaakte kosten.
4.11.
[verweerster] stelt dat de verkoopopbrengst van de Jonagold appels € 0,19 per kilogram bedroeg. [eisers] voert aan dat deze prijs niet is onderbouwd, maar maakt niet voldoende duidelijk waarom het door [verweerster] opgestelde overzicht van de gerealiseerd verkoopopbrengst van 19 november 2018, door [eisers] overgelegd als onderdeel van productie 10, niet als onderbouwing kan dienen. Het overzicht geeft naar het oordeel van de rechtbank een gespecificeerd overzicht van de resultaten van de verkoop. Het vermeldt namelijk het aantal kilo’s dat per afzonderlijk formaat appels is verkocht en welke opbrengst is gerealiseerd. Aldus is vast te stellen dat op basis van het totaal aantal verkochte kilo’s schoon en vuil fruit (25.994 kilogram) en een totale opbrengst van € 4.837,76 een gemiddelde prijs van (afgerond) € 0,19 per kilo is gerealiseerd. Nu [eisers] de juistheid van deze opbrengst niet gemotiveerd heeft betwist en het overzicht een gespecificeerde onderbouwing van het verkoopresultaat biedt, stelt de rechtbank de te verdelen opbrengst vast op € 4.837,76. Op basis van de tussen partijen gemaakte afspraak komt van dit bedrag de helft toe aan [eisers] Resteert de vraag of de helft van de door [verweerster] beweerde kosten in mindering strekt op dit bedrag.
4.12.
In dat verband acht de rechtbank van belang dat [eisers] heeft erkend dat het gebruikelijk is om “out-of-pocket” kosten in mindering te brengen op de te realiseren verkoopopbrengst, daarmee doelt [eisers] op aan derden betaalde kosten. [verweerster] heeft op haar beurt de stelling van [eisers] niet gemotiveerd betwist dat het gebruikelijk is dat interne kosten niet in mindering worden gebracht. Geen van partijen heeft voorts gesteld dat er in dit geval andersluidende afspraken zijn gemaakt en geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan partijen redelijkerwijs mochten aannemen dat hier andere afspraken zouden gelden. De rechtbank is van oordeel dat partijen er daarom over en weer van mochten uitgaan dat ook hier zou gelden dat van de opbrengst, vóór de verdeling, wel de “out-of-pocket” en niet de interne kosten mochten worden afgetrokken en dat partijen daarom over en weer aan deze afspraak zijn gebonden. [eisers] heeft niet gemotiveerd betwist dat transport- en koelkosten externe kosten zijn, die aan derden zijn betaald, en [verweerster] heeft niet betwist dat sorteerkosten dat niet zijn. Dat zij daarmee wellicht externe kosten heeft bespaard doet daar, zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, niet aan af. [verweerster] heeft de aard en omvang van de transport- en koelkosten toegelicht, waartegenover [eisers] enkel heeft gesteld dat het fictieve kosten zijn, dat is echter onvoldoende om de door [verweerster] gestelde en toegelichte kosten af te wijzen. Op basis van de door [verweerster] gegeven toelichting, acht de rechtbank deze kosten, begroot op € 0,10 per kilogram, ook redelijk, zodat deze in aftrek kunnen worden gebracht op de opbrengst van € 0,19 per kilogram. Aldus resteert een te verdelen opbrengst van € 2.339,46 exclusief btw (25.994 kilogram maal € 0,09), waarvan de helft toekomt aan [eisers] De vordering van [eisers] ter zake de Jonagold appels is derhalve toewijsbaar tot € 1.169,73, vermeerderd met 6 % btw.
4.13.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
4.14.
[verweerster] moet er rekening mee houden dat, indien [eisers] tegenbewijs levert, voor bewijslevering dat de door [eisers] op 18 september 2018 aan [verweerster] geleverde Elstar appels overrijp waren niet nogmaals separaat gelegenheid bestaat (HR 26 april 2013, LJN BZ8766, NJ 2013/261).

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
stelt [eisers] in de gelegenheid tegenbewijs te leveren van het behoudens dit tegenbewijs vaststaande feit dat de door haar op 18 september 2018 aan [verweerster] geleverde Elstar appels overrijp waren;
5.2.
bepaalt dat [eisers] zich op de rolzitting van 29 april 2020 schriftelijk kan uitlaten over de vraag hoe zij het bewijs wil leveren;
5.3.
bepaalt dat [eisers] , als zij bewijs wil leveren door middel van schriftelijke stukken, deze stukken op de hiervoor vermelde rolzitting over moet leggen;
5.4.
bepaalt dat [eisers] , als zij bewijs door getuigen wil leveren, de naam en woonplaats van de te horen getuigen moet opgeven met de verhinderdata van haarzelf, haar advocaat, de getuigen, en van de tegenpartij en haar advocaat;
5.5.
beveelt dat, als een getuigenverhoor wordt gehouden, beide partijen daarbij aanwezig moeten zijn om eventueel aansluitend aan het verhoor de zaak te bespreken en om te bekijken of een schikking mogelijk is;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.F. van den Berg en door mr. T.P.E.E. van Groeningen ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 1 april 2020.