ECLI:NL:RBGEL:2020:2221

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 april 2020
Publicatiedatum
9 april 2020
Zaaknummer
05/018050-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van kosten van rechtsbijstand in strafzaak zonder vervolging

Op 28 januari 2020 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Gelderland, team strafrecht, met betrekking tot de vergoeding van kosten van rechtsbijstand op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, geboren in 1983 en woonachtig in Deventer, heeft dit verzoek ingediend na te zijn geïnformeerd door de officier van justitie dat hij in de strafzaak met parketnummer 05-018050-20 niet vervolgd zou worden. De rechtbank heeft de processtukken bekeken en vastgesteld dat de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, waardoor verzoeker in aanmerking komt voor een vergoeding.

De rechtbank heeft geconstateerd dat het verzoek tijdig is ingediend en dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoekschrift. De officier van justitie heeft schriftelijk geconcludeerd tot toekenning van de verzochte vergoeding. De rechtbank oordeelt dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor het toekennen van de vergoeding. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om een bedrag van € 672,65 toe te kennen aan verzoeker, ter dekking van de kosten van rechtsbijstand en het indienen van het verzoekschrift.

Deze beschikking is uitgesproken op 2 april 2020 door mr. C. Kleinrensink, in tegenwoordigheid van K. Jonker. Vanwege de coronamaatregelen was de rechtbank beperkt toegankelijk, waardoor de beschikking niet op de gebruikelijke wijze kon worden ondertekend. De beschikking wordt openbaar gemaakt door deze aan de raadsman van verzoeker kenbaar te maken en door spoedige publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05-018050-20
Bvs-nummer: 20-858
Op 28 januari 2020 is op de griffie van deze rechtbank ingediend een verzoekschrift als bedoeld in artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering van:

naam: [verzoeker] ,

geboren op : [geboortedag verzoeker] 1983, te [geboorteplaats verzoeker] ,
adres : [adres verzoeker]
woonplaats kiezende te (7400 AT) Deventer, Postbus 797, ten kantore van zijn advocaat
mr. A.R. Maarsingh.
De rechtbank heeft de processtukken bezien.

Motivering

In de strafzaak met parketnummer 05-018050-20 heeft de officier van justitie op 21 januari 2020 aan verzoeker schriftelijk meegedeeld dat hij ter zake van genoemde strafzaak niet zal worden vervolgd. De zaak is dus geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Verzoeker kan daarom in aanmerking komen voor een vergoeding in de zin van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering.
Het verzoek is tijdig ingediend en verzoeker is in zoverre ontvankelijk in het verzoekschrift.
Het verzoek strekt tot toekenning van een vergoeding voor de kosten van rechtsbijstand tot een bedrag van
- € 392,65, zijnde kosten van rechtsbijstand en
- € 280,00, zijnde kosten ten behoeve van het indienen van het onderhavig verzoekschrift.
De officier van justitie heeft schriftelijk geconcludeerd tot toekenning van de verzochte vergoeding.
Gelet op alle omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat gronden van billijkheid
aanwezig zijn voor het toekennen van een vergoeding zoals is verzocht.

Beslissing

De rechtbank kent aan verzoeker toe een vergoeding ten laste van de Staat van
€ 672,65(zeshonderd tweeënzeventig euro en vijfenzestig cent).
Deze beschikking is gewezen door mr. C. Kleinrensink, in tegenwoordigheid van K. Jonker, en uitgesproken op 2 april 2020.
Vanwege het coronavirus en de in verband daarmee door de Rijksoverheid en de Rechtspraak met ingang van 17 maart 2020 genomen maatregelen is de rechtbank voor medewerkers slechts zeer beperkt toegankelijk en is het openbare gedeelte gesloten. De rechter en de griffier zijn daarom buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
De openbaarheid van deze beschikking wordt geborgd doordat de beschikking aan (de raadsman van) verzoeker (en eventuele andere procesdeelnemers) kenbaar wordt gemaakt en overigens door spoedige publicatie op
www.rechtspraak.nl.
In opdracht is deze beschikking getekend door de dienstdoende tekenrechter op 7 april 2020.

Bevelschrift tenuitvoerlegging.

De fungerend-voorzitter van deze rechtbank geeft, gelet op de vorenstaande beschikking, aan de griffier van deze rechtbank het bevel om, zodra die beslissing onherroepelijk zal zijn geworden een bedrag groot
€ 672,65(zeshonderd tweeënzeventig euro en vijfenzestig cent) uit te betalen aan de verzoeker door overboeking van dat bedrag op [rekeningnummer ] , ten name van [naam rekeningnummer] o.v.v. [naam verzoeker] .
Aldus gedaan op 2 april 2020 door mr. C. Kleinrensink, fungerend voorzitter.
De fungerend voorzitter is buiten staat het bevelschrift tenuitvoerlegging te ondertekenen.
In opdracht is dit bevelschrift en de beslissing voornoemd ondertekend door de dienstdoende tekenrechter op 7 april 2020.