ECLI:NL:RBGEL:2020:2282

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 april 2020
Publicatiedatum
16 april 2020
Zaaknummer
C/05/368319 FZ RK 20-729
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) met betrekking tot een betrokkene met een bipolaire I stoornis

Op 6 april 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan een bipolaire I stoornis, met stemmingscongruente psychotische kenmerken. De officier van justitie had op 26 maart 2020 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging, welke is aangevuld op 3 april 2020. Vanwege de COVID-19 pandemie vond de mondelinge behandeling telefonisch plaats. Tijdens deze behandeling zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de betrokkene, haar advocaat en een onafhankelijke psychiater.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene al langere tijd bekend is met haar psychische stoornis en dat zij in het verleden voorwaardelijke machtigingen heeft gehad. Het gedrag van de betrokkene kan bij een ontregeling leiden tot ernstig nadeel, zowel voor haarzelf als voor haar omgeving. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank heeft de zorgvormen vastgesteld die voor de betrokkene noodzakelijk zijn, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat de zorgvorm 'beperken van de bewegingsvrijheid' van toepassing kan zijn, ondanks dat deze niet expliciet in de medische verklaring was opgenomen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van 26 weken, tot en met 4 oktober 2020, en benadrukt dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: 368319 FZ RK 20-729
Datum mondelinge uitspraak: 6 april 2020
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende aan [adres] te [woonplaats],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S.P. ter Linden te Apeldoorn.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 26 maart 2020 en nader aangevuld bij bericht van de officier van justitie van 3 april 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 telefonisch plaatsgevonden op 6 april 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn telefonisch gehoord:
  • mr. B.P.R. van Andel, officier van justitie;
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • de heer [naam], onafhankelijk psychiater van de medische verklaring;
  • mevrouw [naam], als verpleegkundige verbonden aan GGZ Centraal.

2.Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een bipolaire I stoornis, laatste episode met stemmingscongruente psychotische kenmerken. Betrokkene is al langer bekend met deze stoornis, en functioneert al zes jaar stabiel met voorheen voorwaardelijke machtigingen onder de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.
2.1.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit bij een ontregeling, leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • ernstige psychische schade, met name van haar echtgenoot;
  • maatschappelijke teloorgang door zwerfgedrag en overlast in de buurt;
  • het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
2.2.
Om het ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene zorg nodig.
2.3.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, bij een ontregeling. Tijdens de mondelinge behandeling is toegelicht dat de decompensatie van betrokkene erg snel kan gaan – binnen een dag - en dat er direct ingegrepen moet worden om het nadeel zoveel mogelijk te beperken. Bij ontregeling weigert betrokkene alle hulpverlening. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan uit:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie,
alle voor de maximale duur van 26 weken.
Ten aanzien van de zorgvorm ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ overweegt de rechtbank als volgt. Op 3 april 2020 heeft de officier van justitie het verzoekschrift aangevuld met deze zorgvorm. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de onafhankelijke psychiater toegelicht dat hij ‘insluiten’ heeft genoemd en dat het ontbreken van de zorgvorm ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ in zijn medische verklaring niet zozeer een bewuste keuze is geweest, maar voortvloeit uit onbekendheid met de nieuwe terminologie. De psychiater heeft verklaard dat het de bedoeling is dat betrokkene bij ontregeling op een gesloten afdeling kan worden opgenomen. Ook het zorgplan sluit aan bij een gesloten plaatsing bij opname. Daarmee acht de rechtbank zich voldoende voorgelicht over deze zorgvorm en ziet de rechtbank aanleiding deze zorgvorm van toepassing te verklaren op betrokkene.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Tijdens de mondelinge behandeling is gesproken over een zelfbindingsverklaring. De advocaat van betrokkene heeft echter verzocht de machtiging toe te wijzen omdat betrokkene een heldere stok achter de deur wenst en snel opgenomen wil worden als zij decompenseert, gezien haar ervaringen in het verleden. Gelet daarop alsmede op het feit dat er een algehele maatschappelijke onrust en onzekerheid bestaat door het coronavirus die van invloed kan zijn op het toestandsbeeld van betrokkene, zal de rechtbank het verzoek toewijzen. De rechtbank acht het van belang dat betrokkene zich veilig voelt in deze onzekere tijd. Daarentegen valt niet uit te sluiten dat een zelfbindingsverklaring voor betrokkene een mogelijkheid is als zij ook het komende half jaar stabiel blijft functioneren. Een dergelijke verklaring is niet beperkt in tijd en behoeft derhalve niet telkens verlengd te worden.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van 26 weken, en geldt aldus tot en met 4 oktober 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.5 kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 4 oktober 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2020 door mr. G.W. Brands-Bottema, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Verschuren, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 april 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.