ECLI:NL:RBGEL:2020:2447
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake sluiting woning op grond van artikel 13b Opiumwet na vermoedelijke hennepkwekerij
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 4 mei 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekers, die in hun woning in [woonplaats] wonen. De burgemeester van de gemeente Lingewaard had op 8 april 2020 besloten om de woning en het erf te sluiten voor de duur van zes maanden op basis van artikel 13b van de Opiumwet, na een anonieme melding van een vermoedelijke hennepkwekerij. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om schorsing van de sluiting. Tijdens de zitting op 30 april 2020, die via videoverbinding plaatsvond, zijn verzoekers vertegenwoordigd door hun gemachtigde, terwijl de burgemeester ook door een gemachtigde werd vertegenwoordigd.
De voorzieningenrechter heeft beoordeeld of de burgemeester bevoegd was om de sluiting te gelasten en of deze beslissing in redelijkheid kon worden genomen. De rechter concludeerde dat de burgemeester op basis van de aangetroffen goederen en de omstandigheden rondom de woning, zoals een chemische geur en eerdere overtredingen, in redelijkheid kon besluiten tot sluiting. Verzoekers voerden aan dat er geen voorbereidingshandelingen waren en dat de aangetroffen goederen niet gerelateerd waren aan drugshandel, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester voldoende redenen had om aan te nemen dat er sprake was van strafbare voorbereidingshandelingen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting van de woning voor de duur van zes maanden past binnen het beleid van de burgemeester en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van dit beleid rechtvaardigden. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, met de verwachting dat het besluit in bezwaar in stand zal blijven. De uitspraak werd gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, in tegenwoordigheid van griffier mr. M. Kool.