ECLI:NL:RBGEL:2020:2499

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 mei 2020
Publicatiedatum
8 mei 2020
Zaaknummer
369481
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contact- en straatverbod in kort geding na beëindiging affectieve relatie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 8 mei 2020, heeft de voorzieningenrechter in kort geding uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en gedaagde, die niet verschenen was op de mondelinge behandeling via Skype. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.A.J. Spierings, vorderde een contact- en straatverbod tegen gedaagde, naar aanleiding van een beëindigde affectieve relatie. Gedaagde had voorafgaand aan de zitting per e-mail laten weten dat hij om medische redenen niet in staat was om de zitting bij te wonen, maar had geen medische verklaring overgelegd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet was ingelogd op de Skype-verbinding en heeft verstek verleend.

De voorzieningenrechter heeft het gevorderde contact- en straatverbod toegewezen, omdat het niet onrechtmatig of ongegrond werd geacht. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 823,96. Het vonnis bevatte ook bepalingen over de tenuitvoerlegging van het verbod, waarbij eiseres werd gemachtigd om met behulp van justitie en politie de naleving van het vonnis te waarborgen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.F.A. Bierbooms, en de uitspraak is gedateerd op 8 mei 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/369481 / KZ ZA 20-66
Vonnis in kort geding van 8 mei 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. D.A.J. Spierings te Nijkerk Gld,
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Van [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling via Skype d.d. 8 mei 2020.
1.2.
Van [gedaagde] heeft de griffie van deze rechtbank per e-mail 6 mei 2020 bericht dat hij op medische gronden niet in staat is om de mondelinge behandeling bij te wonen. De griffie van deze rechtbank heeft Van [gedaagde] per e-mail van diezelfde datum laten weten dat hij voor verplaatsing van de mondelinge behandeling een medische verklaring dient over te leggen. Daarop heeft Van [gedaagde] per e-mail aan de griffie van deze rechtbank laten weten dat hij niet in staat is om een medische verklaring over te leggen. De griffie van deze rechtbank heeft Van [gedaagde] per e-mail van 8 mei 2020 bericht dat (bij gebreke van een medische verklaring) de mondelinge behandeling doorgang zal vinden.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft de mondelinge behandeling om 10.31 uur geopend via Skype. Daarbij is vastgesteld dat Van [gedaagde] niet was ingelogd op de Skype-videoverbinding, terwijl de griffie van deze rechtbank hem wel de daarvoor vereiste link per e-mail van 7 mei 2020 heeft toegestuurd op hetzelfde e-mailadres waarmee Van [gedaagde] eerder met de griffie heeft gecorrespondeerd. Omstreeks 10.34 uur heeft de voorzieningenrechter de mondelinge behandeling voor een kort moment geschorst. Tijdens deze schorsing heeft de griffier geprobeerd om telefonisch contact op te nemen met Van [gedaagde] op het telefoonnummer dat Van [gedaagde] aan de griffie van deze rechtbank heeft verstrekt per e-mail van 6 mei 2020. Van [gedaagde] heeft echter verzuimd om zijn telefoon op te nemen. Vervolgens heeft de voorzieningenrechter de mondelinge behandeling heropend en verstek tegen Van [gedaagde] verleend.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
Van [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- betekening oproeping € 109,96
- griffierecht 81,00
- salaris advocaat
633,00
Totaal € 823,96

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verbiedt Van [gedaagde] gedurende twee jaar na betekening van dit vonnis:
i. zich te bevinden dan wel op te houden in de [adres] te [woonplaats] en/of een straal van 500 (zegge: vijfhonderd) meter rondom het woonadres van [eiseres] ;
in de meest ruime zin (telefonisch, per sms, per e-mail, in persoon, per post e.d.) contact op te nemen met [eiseres] of te onderhouden;
3.2.
machtigt [eiseres] om met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen, indien Van [gedaagde] in gebreke blijft aan het onder 3.1 van dit vonnis bepaalde te voldoen,
3.3.
veroordeelt Van [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 823,96,
3.4.
veroordeelt Van [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Van [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2020.
eh/pb