ECLI:NL:RBGEL:2020:2562

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 mei 2020
Publicatiedatum
15 mei 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 4086
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de aanvraag tot plaatsing in de functie van Medewerker Intake & Service op basis van tijdelijke tewerkstelling

In deze zaak heeft eiseres, werkzaam bij de politie, verzocht om op basis van de Notitie Tijdelijke Tewerkstellingen (NTT) geplaatst te worden in de functie van Medewerker Intake & Service. Eiseres heeft van 18 februari 2013 tot 1 juli 2018 andere werkzaamheden verricht dan die van haar oorspronkelijke functie. In augustus 2017 heeft zij een verzoek ingediend om geplaatst te worden in de functie van Medewerker Intake & Service, maar dit verzoek is door de korpschef afgewezen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de korpschef onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de werkzaamheden van eiseres en heeft het besluit vernietigd. In het bestreden besluit heeft de korpschef het bezwaar van eiseres opnieuw ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in deze uitspraak de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld, met name of de werkzaamheden van eiseres in overwegende mate voldoen aan de niveaubepalende elementen van de functie van Medewerker Intake & Service. De rechtbank concludeert dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar werkzaamheden in overwegende mate overeenkomen met de vereisten van de functie. De rechtbank oordeelt dat de korpschef terecht heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoet aan de criteria voor plaatsing in de gewenste functie. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: 19/4086

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 mei 2020

in de zaak tussen

[Naam A] , te [A] , eiseres

(gemachtigde: C. Lamuadni),
en

de korpschef van politie, verweerder

(gemachtigden: mr. L. Stové en mr. F.A.M. Bot).

Procesverloop

Bij besluit van 4 januari 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder afwijzend beslist op het verzoek van eiseres om haar op grond van de Notitie Tijdelijke Tewerkstellingen (NTT) te plaatsen in de functie van Medewerker Intake & Service in het Team Observatie en Techniek, schaal 6, binnen de Dienst Regionale Recherche van de eenheid Oost-Nederland.
Bij besluit van 7 mei 2018 heeft verweerder het bezwaar van eiseres wegens het ontbreken van gronden niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres heeft tegen het besluit van 7 mei 2018 beroep ingesteld.
Bij besluit van 2 oktober 2018 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Bij eerdere uitspraak, de uitspraak van 27 maart 2019, heeft de rechtbank -voor zover hier van belang- het beroep tegen het besluit van 7 mei 2018 niet-ontvankelijk verklaard, het beroep tegen het besluit van 2 oktober 2018 gegrond verklaard, het besluit van 2 oktober 2019 vernietigd en verweerder opgedragen opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen, met inachtneming van hetgeen de rechtbank in de uitspraak heeft overwogen.
Bij besluit van 18 augustus 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder opnieuw op het bezwaar van eiseres beslist en daarbij het bezwaar ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 maart 2020. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
Overwegingen
1. Eiseres heeft van 18 februari 2013 tot uiterlijk 1 juli 2018 op basis van waarneming andere werkzaamheden verricht dan de werkzaamheden behorend bij de functie van Medewerker Gegevens verwerking A waarin zij was aangesteld en van de LFNP-functie Assistent Intake & Service B, waarin zij per 1 juli 2016 was geplaatst. Eiseres heeft werkzaamheden verricht ten behoeve van de Sectie interregionale samenwerking, bureau interceptie, schaal 5.
2. Bij brief van 14 augustus 2017 heeft eiseres verzocht om op grond van de NTT en de Aanvulling Werkinstructie inzake Tijdelijke Tewerkstellingen geplaatst te worden in de functie van Medewerker Intake & Service, schaal 6 binnen de eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche. Eiseres heeft in dit verband gesteld dat zij sinds 18 februari 2013 op basis van waarneming deze functie verricht. De aanvraag van eiseres heeft geleid tot verweerders besluitvorming die door de rechtbank bij uitspraak van 27 maart 2019 is beoordeeld.
3. De NTT en de Aanvulling Werkinstructie inzake Tijdelijke Tewerkstellingen vormen een uitwerking van de in artikel 55v van het Barp neergelegde hardheidsclausule voor die situaties dat een medewerker gedurende fase 1 van de reorganisatie (dus tot juli 2016) gedurende een periode van drie jaar tijdelijk was tewerkgesteld in een andere functie. Om in aanmerking te komen voor plaatsing op de gewenste functie dient aan vier cumulatieve criteria te worden voldaan:
- De betrokkene dient de door hem gevraagde LFNP-functie gedurende minimaal drie jaar voorafgaand aan 1 juli 2016 ononderbroken uit te hebben geoefend. De vraag of de gewenste functie daadwerkelijk is uitgevoerd, moet worden beantwoord aan de hand van de niveaubepalende elementen van die functie. Noodzakelijk is dat vastgesteld wordt dat door het uitoefenen van de tijdelijke werkzaamheden in overwegende mate is voldaan aan de niveaubepalende elementen van de andere functie. Deze zijn omschreven in het onderdeel “kern van de functie van de betreffende LFNP-functie”;
- De tewerkstelling dient schriftelijk te kunnen worden onderbouwd door de medewerker;
- De gewenste functie moet zijn ingericht in de nieuwe formatie. Er moet dus sprake zijn van werkzaamheden die vanuit het bedrijfsvoeringsbelang ook na de reorganisatie worden gecontinueerd;
- Het functioneren van de medewerker dient voldoende te zijn.
4. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de feitelijke werkzaamheden van eiseres in overwegende mate voldoen aan de niveaubepalende elementen van de functie van Medewerker Intake & Service.
5. Bij de uitspraak van 27 maart 2019 heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder onvoldoende aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan door naar aanleiding van het door eiseres ingebrachte formulier jaargesprek van 22 november 2016 waarin is vermeld dat eiseres al vanaf 2013 in de huidige functie, de functie van Medewerker Intake & Service, zit niet te onderzoeken of eiseres daadwerkelijk al sinds 2013 de functie van Medewerker Intake & Service heeft vervuld. Bovendien heeft verweerder niet de juistheid onderzocht van de stelling van eiseres dat zij dezelfde werkzaamheden doet als haar collega die werkzaam is als Medewerker Intake & Service. De rechtbank heeft het beroep dan ook gegrond verklaard, het besluit van 2 oktober 2018 wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
6. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres opnieuw ongegrond verklaard en de afwijzing van het verzoek van eiseres om te worden geplaatst op de functie van Medewerker Intake & Service gehandhaafd. Ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank heeft verweerder in het kader van haar onderzoeksplicht naar het formulier jaargesprek de toenmalige leidinggevende van eiseres, dhr. G.E.M. Staring, vragen gesteld. Staring heeft in zijn antwoord niet benoemd welke concrete werkzaamheden van eiseres in overwegende mate de niveaubepalende elementen van een Medewerker Intake & Service in zich hadden, zodat zijn antwoord volgens verweerder geen nadere onderbouwing kan vormen van de stelling van eiseres dat zij daadwerkelijk de functie in overwegende mate heeft uitgevoerd. Verder heeft verweerder ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank de collega van eiseres die wel de functie van Medewerker Intake & Service heeft, gevraagd zijn werkzaamheden van de frontoffice interceptie te beschrijven. De door de collega beschreven werkzaamheden voldoen niet aan de niveaubepalende elementen van de functie van Medewerker Intake & Service B. De werkzaamheden worden op aangewezen taakgebieden uitgevoerd binnen gestandaardiseerde methoden en volgens nauwgezette protocollen en richtlijnen, die allen tot afgeronde Intake & Service-resultaten leiden. Er is geen sprake van begeleiding door een Generalist Intake & Service of hoger. De werkzaamheden zijn nagenoeg volledig te scharen onder de functie van Assistent Intake & Service B. Dat de feitelijke werkzaamheden van eiseres met die van haar collega overeenkomen, rechtvaardigt niet de conclusie dat de betreffende feitelijke werkzaamheden ook voldoen aan de niveaubepalende elementen van de gevraagde LFNP-functie. Verder volgt volgens verweerder uit het feit dat binnen het team van eiseres geen Generalist Intake & Service B is ingericht niet automatisch dat eiseres de functie van medewerker Intake & Service uitoefent. Ten slotte heeft verweerder overwogen dat de toelage die aan eiseres is verstrekt voor de waarneming van werkzaamheden een belangrijke indicatie vormt van het niveau van de werkzaamheden. Deze toelage is gebaseerd op schaal 5, terwijl de werkzaamheden van een Medewerker Intake & Service zijn gewaardeerd op schaal 6.
7.1.
Eiseres voert in beroep allereerst aan dat de motivering van verweerder in het bestreden besluit dat eiseres niet in overwegende mate voldoet aan de niveaubepalende elementen onvoldoende is. Eiseres stelt dat het aan verweerder is om te motiveren waarom de werkzaamheden niet wezenlijk afwijken van de huidige functie. Dat de leidinggevende Staring niet in staat is de werkzaamheden die eiseres in 2013 verrichtte te beschrijven, kan niet volledig voor rekening van eiseres worden gebracht. Volgens eiseres moet van de kwalificatie worden uitgegaan die destijds door de leidinggevende is gedaan, dat zij de functie van Medewerker Intake & Service uitvoerde. In het jaargesprek is zij op die functie beoordeeld.
7.2.
Deze beroepsgrond van eiseres slaagt niet. Gelet op wat is weergegeven onder 3. is het aan eiseres om aannemelijk te maken dat zij in de referteperiode ononderbroken werkzaamheden heeft uitgevoerd die afwijken van zowel haar voormalige korpsfunctie als van de haar toegekende LFNP-functie en die in overwegende mate voldoen aan de niveaubepalende elementen als omschreven in het onderdeel ‘kern van de functie’ van de geambieerde functie. Nu de verklaringen van Staring geen uitsluitsel geven over de werkzaamheden die eiseres destijds verrichtte, kan aan het door eisers overgelegde jaargesprek niet de waarde worden toegekend die eiseres daaraan gehecht wenst te zien en kan daaruit niet worden afgeleid dat zij daadwerkelijk de taken van een Medewerker Intake & Service verrichtte.
8.1.
Verder voert eiseres aan dat zij in overwegende mate voldoet aan de niveaubepalende elementen van de functie. Zij voert zelfstandig routinematige Intake & Service werkzaamheden uit die ondersteunend zijn voor vakgebieden in de uitvoeringspraktijk. Ter zitting heeft eiseres dit nog expliciet gemaakt door te beschrijven wat de gang van de zaken was en welke werkzaamheden zij concreet heeft verricht. Haar werkzaamheden zijn volgens eiseres dezelfde als de werkzaamheden beschreven door haar collega die wel is geplaatst in de functie van Medewerker Intake & Service. Ook volgt volgens eiseres uit het feit dat binnen het team niet de functie van Assistent Intake & Service is ingericht maar wel die van Medewerker Intake & Service af te leiden dat eiseres de functie van medewerker Intake & Service uitvoert.
Praktijksituaties kunnen verder maken dat aan niveaubepalende elementen niet geheel kan worden voldaan en dat dit de aanvrager niet kan worden tegengeworpen.
8.2.
In de LFNP-functiebeschrijving van de Assistent Intake & Service staat de kern van de functie als volgt omschreven:
”De Assistent Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de uitvoering van Intake & Service te ondersteunen op aangewezen taakgebieden – zoals vragen van burgers aan te nemen, aangiften op te nemen en vergunningaanvragen van burgers in ontvangst te nemen, burgers over aangiften terug te bellen, gegevens van door collega’s aangereikte aangiften te complementeren, fotoconfrontatie te verrichten, op aanwijzing BOB-middelen aan te vragen, verhoorruimtes uit te geven en aangereikte gegevens (onder meer ook taps) in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te leggen volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen. De Assistent Intake & Service B geeft instructies en handreikingen aan Assistenten Intake & Service A.”
8.3.
In de LFNP-functiebeschrijving van de Medewerker Intake & Service staat de kern van de functie als volgt omschreven:
”De Medewerker Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van routinematige Intake & Servicewerkzaamheden. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Intake & Service en kan meeromvattende zaken overdragen.”
8.4.
Gelet op deze functiebeschrijving dient door eiseres aannemelijk gemaakt te worden dat de aan haar feitelijk opgedragen werkzaamheden in overwegende mate overeenkomen met de volgende niveaubepalende elementen:
a. het zelfstandig uitvoeren van routinematige Intake & Servicewerkzaamheden;
b. het ten aanzien van de in de functie genoemde activiteiten en resultaten begeleid worden door ten minste een Generalist Intake & Service of hoger;
c. het kunnen overdragen van meeromvattende zaken.
8.5.
Over het eerste element, het zelfstandig uitvoeren van routinematige Intake & Servicewerkzaamheden, stelt verweerder zich op het standpunt dat van belang is of de werkzaamheden als beëindigd kunnen worden aangemerkt op het moment van overdracht door de ambtenaar. Als de werkzaamheden in belangrijke mate worden verricht volgens gestandaardiseerde methoden en volgens nauwgezette richtlijnen die de medewerker in staat stellen het werk zelfstandig en zonder verdere aanwijzingen uit te voeren, is dit een aanwijzing dat de werkzaamheden behoren tot de eigen functie van Assistent Intake & Service B. Als ook werkzaamheden worden uitgevoerd die niet binnen gestandaardiseerde methoden en volgens nauwgezette richtlijnen tot een afgerond resultaat leiden en om die reden er begeleiding is door een Generalist Intake & Service of hoger, dan wel moeten kunnen worden overgedragen aan ten minste een Generalist Intake & Service om deze werkzaamheden af te ronden, is dit een aanwijzing dat deze werkzaamheden tot de functie van Medewerker Intake & Service behoren. De rechtbank kan verweerder hierin volgen. De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij zelfstandig routinematige Intake & Servicewerkzaamheden in de hiervoor bedoelde zin uitvoert. De feitelijk opgedragen werkzaamheden van eiseres betreffen werkzaamheden die volgens gestandaardiseerde werkwijzen en volgens nauwgezette richtlijnen worden verricht. Eiseres is in staat de werkzaamheden zelfstandig tot een afgerond resultaat te brengen zonder dat er verdere aanwijzing en/of begeleiding nodig is van ten minste een Generalist Intake & Service dan wel dat sprake is van het moeten kunnen overdragen van de werkzaamheden om het tot een afgerond resultaat te krijgen. De stelling van eiseres ter zitting dat zij het werk in een voorkomend geval overdraagt aan een Generalist Tactische Opsporing betreft niet de overdracht als bedoeld in de kern van de functie. Dit, omdat in dat geval geen sprake is van een onafgerond geheel op het gebied van Intake & Service waarover een Generalist op dat gebied zich nog moet buigen, maar van een technisch inhoudelijke vraag. Een en ander staat los van de afronding van de fase van Intake & Service en hangt samen met de overdracht die inherent is aan het feit dat Intake & Service werkzaamheden worden verricht die ondersteunend zijn voor onder meer de Tactische Opsporing. Daarmee voldoet eiseres niet aan het eerste niveaubepalende element van de functie van Medewerker Intake & Service.
8.6.
Over het tweede element, het ten aanzien van de in de functie genoemde activiteiten en resultaten begeleid worden door ten minste een Generalist Intake & Service of hoger, is niet in geschil dat eiseres hieraan niet voldoet. De overweging in de uitspraak van 27 maart 2019 begrijpt de rechtbank zo dat eisers niet wordt aangerekend dat deze functie in de praktijk niet aanwezig is. Dit maakt evenwel niet dat dat de overdracht dan wel begeleiding door een Generalist Intake & Service geen voorwaarde meer is.
8.7.
Het tweede element hangt samen met het derde element, het kunnen overdragen van meeromvattende zaken. Verweerder heeft toegelicht dat meeromvattende zaken die zaken zijn waarbij protocollen of voorgeschreven werkwijzen niet volstaan voor de afhandeling ervan en om die reden de zaak voor verdere afhandeling dient te worden overgedragen aan een Generalist of hoger binnen het vakgebied Intake & Service. De rechtbank kan verweerder hierin volgen. De rechtbank is van oordeel dat uit de door eiseres beschreven feitelijk opgedragen werkzaamheden niet blijkt dat zij meeromvattende zaken verricht die zij aan een Generalist of hoger binnen het vakgebied Intake & Service kan overdragen. Er is wel sprake van overdracht aan een Generalist Tactische Opsporing maar dat betreft een op het gebied van Intake & Service kant en klare zaak, zoals hiervoor al opgemerkt, waarin geen meeromvattendheid op het gebied van Intake & Service is gelegen. Daarmee voldoet eiseres ook niet aan de tweede en derde niveaubepalende elementen van de functie van Medewerker Intake & Service. Eiseres heeft ook niet aannemelijk gemaakt, bijvoorbeeld aan de hand van een bedrijfsvoeringsplan, dat sprake is van de situatie waarin op grond van bedrijfsvoeringsargumenten bepaalde werkzaamheden die in de kern van de functie een niveaubepalend element zijn, niet zijn opgedragen, maar bij een andere functie binnen het team zijn belegd. Eiseres kan zich daarom niet op de organisatorische context beroepen. Daardoor wordt niet toegekomen aan de vraag of met de feitelijk opgedragen werkzaamheden voldaan wordt aan het criterium ’in overwegende mate’ als ondergrens van de beoordeling of plaatsing op de andere functie aan de orde is.
9.1.
De rechtbank begrijpt de grond van eiseres dat zij dezelfde werkzaamheden verricht als haar collega die de functie van Medewerker Intake & Service heeft als een beroep op het gelijkheidsbeginsel (‘gelijk loon voor gelijk werk’) op grond waarvan zij dezelfde inschaling als een Medewerker Intake & Service wenst.
9.2.
Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat met ingang van de datum waarop politieambtenaren zijn geplaatst in een LFNP-functie, dat is (op enkele uitzonderingen na) met ingang van 1 juli 2016, een transitiefase van vijf jaar is gestart waarin de formatie in overeenstemming met de bezetting moet worden gebracht en de feitelijke werkzaamheden in overeenstemming met de bij de LFNP-functie behorende werkzaamheden. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat in het licht hiervan het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. Omdat de politieorganisatie nog in de transitiefase zit, betekent de plaatsing in de functie van Medewerker Intake & Service per 1 juli 2016 niet dat de bij die functie behorende werkzaamheden al in de volle breedte worden uitgeoefend. Daarvoor is een periode van vijf jaar uitgetrokken. Ook voor de door eiseres tot 8 september 2018 feitelijk opgedragen werkzaamheden gold dat die in overeenstemming met de bij de functie van Assistent Intake & Service B behorende werkzaamheden moest worden gebracht. Voor zover eiseres daarvan afwijkende, bij de functie van Medewerker Intake & Service behorende werkzaamheden zou hebben verricht, zijn deze van tijdelijk aard geweest, anders dan bij de politieambtenaren die in de functie van Medewerker Intake & Service zijn geplaatst. Van vergelijkbare gevallen is dus geen sprake.
10. Voor zover eiseres met haar stelling dat verweerder louter heeft getoetst aan de functie van Medewerker Intake & Service heeft bedoeld te betogen dat verweerder ambtshalve had moeten toetsen tot welke andere dan de gevraagde LFNP-functie de werkzaamheden van eiseres behoren, overweegt de rechtbank dat eiseres een aanvraag voor de functie van Medewerker Intake & Service heeft gedaan en daarop door verweerder is beslist. Er is geen rechtsregel aan te wijzen die verweerder verplicht om ambtshalve te bezien of eiseres op basis van haar aanvraag op grond van de NTT in een andere LFNP-functie geplaatst kon worden.
11. Verweerder heeft geen aanleiding hoeven te zien om –buiten de NTT en de Aanvulling (en de daarin opgenomen voorwaarden om) toepassing te geven aan de in artikel 55v van het Barp neergelegde hardheidsclausule. Bijzondere individuele omstandigheden zijn in dat verband in de zaak van eiseres niet gesteld of gebleken.
12. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. Bos, rechter, in tegenwoordigheid van mr. B. de Vries, griffier.
Deze uitspraak is gedaan op 14 mei 2020
Als gevolg van maatregelen rondom het Corona virus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
Griffier
De rechter is verhinderd om deze uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.