Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 7,
- de brief van verzoekster van 1 mei 2019 met producties 8 tot en met 25,
- de brief van verzoekster van 9 mei 2019 met producties 26 tot en met 31,
- het verweerschrift met 41 producties,
- de mondelinge behandeling. Verzoekster en mr. Notenboom, voornoemd, zijn verschenen. Namens verweerster zijn verschenen: [naam], als specialist klachtenmanagement werkzaam bij verweerster, en mr. Achterberg, voornoemd.
2.De feiten
op naam van C.C. [verzoekster] is er sprake van fraude. In het acceptatiedossier is een vals cq vervalst Lloyds Bank afschrift aangetroffen welke door de AAB adviseur is opgevraagd voor het aantoonbaar maken van het actuele banksaldo op naam van [verzoekster] (…) De bank stelt zich op het punt dat er, nadat er fraude is vast gesteld geen relatie meer kan worden onderhouden met deze natuurlijke / rechtspersoon. [verzoekster] als natuurlijk maar ook als rechtspersoon bij de bank als cliënt geregistreerd.”
heeft in het hypotheekdossier op naam van mevrouw [verzoekster] fraude vastgesteld. (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 543,00(2,0 punt × factor 0,5 × tarief € 543,00)