ECLI:NL:RBGEL:2020:3055

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 juni 2020
Publicatiedatum
22 juni 2020
Zaaknummer
C/05/371975 / FZ RK 20-1500
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting crisismaatregel Wvggz wegens afwezigheid van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 18 juni 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om de voortzetting van de crisismaatregel, die oorspronkelijk was opgelegd op 16 juni 2020, voor een betrokkene die suïcidale gedachten had en overmatig alcoholgebruik vertoonde. Tijdens de mondelinge behandeling, die via beeldbellen plaatsvond vanwege de COVID-19 maatregelen, werd betrokkene gehoord, bijgestaan door haar advocaat, mr. R.P. Adema. Ook was er een arts in opleiding tot psychiater aanwezig om de situatie van betrokkene te beoordelen.

De rechtbank overwoog dat er geen sprake meer was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene. De arts gaf aan dat er geen psychiatrisch toestandsbeeld meer waarneembaar was en dat de crisismaatregel niet langer noodzakelijk was, nu de piek in de situatie voorbij was en betrokkene gemotiveerd was om haar reguliere behandeling voor haar verslaving voort te zetten. De advocaat van betrokkene verzocht om afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel.

De rechtbank concludeerde dat, gezien de afwezigheid van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en het afwenden van de crisissituatie, het verzoek van de officier van justitie om de crisismaatregel voort te zetten, moest worden afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter mr. S. Kuijpers, in tegenwoordigheid van griffier L. Stoevenbelt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/371975 / FZ RK 20-1500
Datum mondelinge uitspraak: 18 juni 2020
Beschikking machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
verblijfadres: GGZ Centraal, locatie Veldwijk te Ermelo,
op grond van een crisismaatregel geldend tot en met 19 juni 2020,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.P. Adema te Putten.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 16 juni 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 16 juni 2020 opgelegde crisismaatregel.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 middels beeldbellen plaatsgevonden op 18 juni 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • mw. [naam] , arts in opleiding tot psychiater verbonden aan GGZ Centraal.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de rechtbank als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het landelijk beleid van de Rechtspraak dat het niet is toegestaan de accommodatie waar betrokkene verblijft te bezoeken.
Dit levert voor betrokkene, de medebewoners en de verzorgers een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Datzelfde geldt voor de medewerkers van de rechtbank, alsook voor bewoners en verzorgers van overige accommodaties indien van dit beleid zou worden afgeweken. Om die reden is besloten betrokkene via beeldbellen te horen.
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling is door de arts aangegeven dat er ten aanzien van betrokkene geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Op dit moment wordt er geen psychiatrische toestandsbeeld meer gezien. In de afgelopen dagen was er bij betrokkene sprake van een spannende periode, die jaarlijks rond deze tijd terugkeert en waarvan de piek lag op de dag voor de mondelinge behandeling. Er was bij betrokkene sprake van suïcidale gedachten, die werden verergerd door het overmatige gebruik van alcohol. De crisismaatregel is aangevraagd om de veiligheid van betrokkene te kunnen waarborgen, maar nu de piek in de situatie voorbij is en betrokkene gemotiveerd is om haar reguliere behandeling voor haar verslaving verder te volgen, is een voortzetting van de crisismaatregel niet langer noodzakelijk. De advocaat van betrokkene heeft om die reden verzocht om afwijzing van het verzoek.
2.3.
Nu er geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en de crisissituatie is afgewend, is het naar het oordeel van de rechtbank niet noodzakelijk om de crisismaatregel voort te zetten. De rechtbank zal het verzoek van de officier van justitie om die reden afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2020 door mr. S. Kuijpers, rechter, in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 juni 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.