Uitspraak
1.Inleiding
2.Standpunt van de officier van justitie
3.Standpunt van de verdediging
4.Beoordeling door de rechtbank
Beoordeling van de geweldshandelingen door verdachte
mishandeling.
nietliet zien. Naar eigen zeggen is verdachte er daarom van uitgegaan dat [slachtoffer]
nietvoldeed aan zijn bevel. Om [slachtoffer] desondanks onder controle te brengen heeft verdachte geweld toegepast. Verdachte zegt daarmee te hebben verkeerd in de veronderstelling dat hij heeft gehandeld conform ambtsinstructie en dat er voor hem dus een rechtvaardiging bestond voor het door hem toegepaste geweld. Meer juridisch uitgedrukt: verdachte beroept zich erop dat hij verontschuldigbaar heeft gedwaald omtrent het bestaan van een rechtvaardigingsgrond voor het toegepaste geweld en dat sprake is van afwezigheid van alle schuld.
nietkan worden aangenomen dat het scenario dat verdachte op het moment dat hij [slachtoffer] sloeg wist dat het onterecht was en daarop een onjuist proces-verbaal heeft opgemaakt, waarschijnlijker is dan het scenario dat verdachte op het moment van het slaan meende dat het terecht was om [slachtoffer] onder controle te houden en daarvan later een naar zijn oordeel juist proces-verbaal van heeft opgemaakt (de rechtbank begrijpt uit het rapport: en hij dus een verkeerde waarneming heeft gedaan).
- Uit de hele aanloop naar de aanhouding door verdachte blijkt dat [slachtoffer] zich vervelend en agressief gedroeg. [slachtoffer] was vermoedelijk onder invloed van alcohol en gedroeg zich onberekenbaar. [slachtoffer] heeft kort voor de aanhouding een grote container richting [naam 1] gegooid. Hieruit blijkt dat hij ook geweld richting politie niet schuwde. Verdachte was daarom, zoals hij verklaard heeft, bang voor [slachtoffer] ;
- [naam 3] heeft bevestigd dat [slachtoffer] bekend staat als een onberekenbare man bij haar en haar collega’s. [naam 3] heeft ook aangegeven dat zij ongerust was, aangezien verdachte en [naam 1] met zijn tweeën deze drie mannen moesten aanhouden;
- Op het moment dat verdachte uit de auto stapte rekende hij op een gewelddadige confrontatie met [slachtoffer] ;
- Uit de verklaring van [slachtoffer] zelf blijkt dat hij zich agressief gedroeg richting de politie die nacht, [slachtoffer] verklaart zelfs dat hij tegen verdachte heeft gezegd dat hij hem zal neerschieten. Hieruit blijkt ook dat verdachte geen onjuiste inschatting heeft gemaakt ten aanzien van de gemoedstoestand en het mogelijke gedrag van [slachtoffer] ;
- verdachte was gescheiden van zijn partner [naam 1] geraakt en maakte zich zorgen om zijn partner;
- verdachte voelde de druk om [slachtoffer] aan te houden en zijn partner terug te vinden;
- de trainingen voor aanhouding zijn altijd voor situaties waarbij agenten in tweetallen optreden.
- verdachte is een politieagent met een onberispelijke staat van dienst;
- verdachte heeft op het moment dat hij uit het dienstvoertuig stapte - blijkens cameraopnamen waarvan verdachte op dat moment niet wist dat ze gemaakt werden - direct geroepen dat [slachtoffer] zijn handen moest laten zien. Als verdachte [slachtoffer] hoe dan ook had willen slaan, ongeacht of dat geoorloofd was of niet, was dit overbodig geweest;
- vanaf het moment dat [slachtoffer] geboeid was en verdachte de situatie onder controle had, werd verdachte direct rustig. Dit past beter bij het door verdachte geschetste scenario dat hij bang was voor [slachtoffer] en heeft geslagen omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat [slachtoffer] niet meewerkte aan zijn aanhouding;
- verdachte heeft na het weerzien met zijn collega [naam 1] direct gemeld dat hij geweld had toegepast en dat dit misschien een tik te veel was. Als verdachte doelbewust ongeoorloofd geweld had toegepast, acht de rechtbank het niet onwaarschijnlijk dat hij het gebruik van dit geweld zou hebben willen verhullen. Verdachte - die nog niet bekend was met het feit dat er opnames waren - heeft het gebruikte geweld – ook niet het aantal slagen – echter niet verhuld, maar juist direct gemeld. Dit past beter bij het scenario dat verdachte in de veronderstelling verkeerde dat [slachtoffer] niet meewerkte aan zijn aanhouding. Dat verdachte tegen [naam 1] gezegd zou hebben dat hij mogelijk een tik te veel had uitgedeeld, maakt dit niet anders, maar lijkt eerder een oprechte uitlating van een agent die na een aanhouding twijfelt over de vraag of hij het goed heeft gedaan;
- verdachte heeft het toegepaste geweld direct gemeld bij de hulpofficier van justitie én direct in alle mutaties verwerkt. Dit past om de hierboven weergegeven reden naar het oordeel van de rechtbank beter bij het scenario dat verdachte in de veronderstelling verkeerde dat [slachtoffer] niet meewerkte aan zijn aanhouding, dan bij het scenario dat verdachte [slachtoffer] doelbewust ongeoorloofd wilde slaan;
- verdachte heeft in het proces-verbaal van aanhouding van [slachtoffer] opgeschreven dat [slachtoffer] in een hoekje zat, terwijl dit feitelijk niet zo was. [slachtoffer] zat in een recht stuk van de steeg, naast een regenpijp. De verklaring van verdachte is ook op dit punt dus feitelijk onjuist. Deze onjuistheid heeft geen meerwaarde, sterker nog, het gebruik van geweld bij een aanhouding tegen iemand die zich in een hoek bevindt en geen kant op kan is wellicht minder snel geoorloofd dan wanneer dit gebeurt op een recht stuk straat. Deze onjuistheid past naar het oordeel van de rechtbank dan ook beter bij het scenario dat verdachte die bewuste nacht verkeerd heeft waargenomen;
- uit het gesprek met de IBT instructeur volgt dat het toegepaste geweld proportioneel was geweest indien [slachtoffer] zijn handen niet omhoog had gedaan.
Garantenstellung.
5.De beslissing
spreekt verdachte vrij van het onder 1 ten laste gelegde feit (meineed);
verdachte daarvoor niet strafbaaren
ontslaatverdachte voor het
onder 2 ten laste gelegdevan alle
rechtsvervolging.