ECLI:NL:RBGEL:2020:3697

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 juni 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
C/05/372540 / FZ RK 20-1630
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel Wvggz

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 juni 2020 uitspraak gedaan over een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 1970, verbleef op dat moment in een accommodatie van GGNet te Doetinchem. De crisismaatregel was eerder opgelegd vanwege een acute situatie waarin de betrokkene ernstig verwaarloosd werd en er een gevaar voor de algemene veiligheid bestond. Tijdens de mondelinge behandeling, die via beeldbellen plaatsvond vanwege de COVID-19 maatregelen, werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. W.A.J.M. Staal. Ook werden deskundigen van GGNet gehoord, waaronder een psychiater en een aios.

De rechtbank overwoog dat de situatie van de betrokkene inmiddels was verbeterd. Betrokkene gaf aan dat hij nog enkele dagen in de accommodatie wilde blijven om verder te herstellen. De psychiater en de aios bevestigden dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer aanwezig was. De rechtbank concludeerde dat de voortzetting van de crisismaatregel niet langer noodzakelijk was en wees het verzoek van de officier van justitie af. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter S. Kuijpers, met de griffier L. Stoevenbelt aanwezig. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 30 juni 2020 vastgesteld.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/372540 / FZ RK 20-1630
Datum mondelinge uitspraak: 29 juni 2020
Beschikking machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1970 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
verblijfadres: GGNet, locatie Kruisbergseweg te Doetinchem,
op grond van een crisismaatregel geldend tot en met 28 juni 2020,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. W.A.J.M. Staal te Zutphen.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 26 juni 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 25 juni 2020 opgelegde crisismaatregel.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 via beeldbellen plaatsgevonden op 29 juni 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn telefonisch gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • dhr. [naam 1] , als psychiater verbonden aan GGNet;
  • dhr. [naam 2] , als aios verbonden aan GGNet;
  • dhr. [naam 3] , als spv’er verbonden aan GGNet.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de rechtbank als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het landelijk beleid van de Rechtspraak dat het niet is toegestaan de accommodatie waar betrokkene verblijft te bezoeken. Dit levert voor betrokkene, de medebewoners en de verzorgers een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Datzelfde geldt voor de medewerkers van de rechtbank, alsook voor bewoners en verzorgers van overige accommodaties indien van dit beleid zou worden afgeweken. Om die reden is besloten betrokkene via beeldbellen te horen.
2.2.
In het verzoek van de officier van justitie is opgenomen dat er ten aanzien van betrokkene sprake zou zijn van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
  • ernstige verwaarlozing;
  • acute maatschappelijke teloorgang;
  • gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
2.3.
Het ernstig vermoeden bestond dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van psychotische stoornis. De crisissituatie was zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. Betrokkene is sinds mei 2020 meerdere mailen met de politie in aanraking geweest, er zijn 21 meldingen tegen hem gedaan vanwege verward gedrag en ordeverstoring. Betrokkene reageerde verhoogd associatief, er was sprake van oordeels- en kritiekstoornissen en het denken van betrokkene was versneld en incoherent.
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene zelf aangegeven dat het ten tijde van de crisismaatregel inderdaad niet goed ging met hem, maar dat hij nu rustiger is en dat het beter met hem gaat. Hij geeft echter zelf aan dat hij nog een paar dagen nodig heeft om te herstellen. Hij wil graag nog tot komende vrijdag vrijwillig in de accommodatie verblijven.
2.5.
Door de psychiater en de aois is tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij nu in een goede samenwerking met betrokkene zijn. Er is bij betrokkene weliswaar sprake van een stoornis en betrokkene heeft daarvoor hulp en behandeling nodig, maar er wordt geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer gezien. Betrokkene is op langere termijn gebaat bij hulp en een stabiele woonomgeving, een zorgmachtiging is daarvoor wellicht wel noodzakelijk.
2.6.
Nu er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer aanwezig is en betrokkene aangeeft nog een aantal dagen vrijwillig in de accommodatie te willen verblijven, is een voortzetting van de crisismaatregel niet langer noodzakelijk. De rechtbank zal het verzoek van de officier van justitie om die redenen dan ook afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1970 te [geboorteplaats] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2020 door mr. S. Kuijpers, rechter, in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt, griffier, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 30 juni 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.