In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een asielmigrant, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen. Eiseres had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van de cursus Oriëntatie Nederlandse Arbeidsmarkt (ONA), die zij nodig had in het kader van haar inburgering. De aanvraag werd door verweerder afgewezen, omdat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat de kosten noodzakelijk waren en omdat zij een lening bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) kon aanvragen voor de inburgeringscursus. Eiseres stelde dat de cursus ONA verplicht was en dat zij niet ontheven was van haar inburgeringsplicht. Tijdens de zitting werd bevestigd dat de cursus ONA inderdaad een verplicht onderdeel was van de inburgering. De rechtbank oordeelde dat de motivering van het bestreden besluit gebrekkig was, maar dat dit niet leidde tot schending van de belangen van eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar veroordeelde verweerder tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een deugdelijke motivering bij besluiten over bijzondere bijstand en de rol van voorliggende voorzieningen.