ECLI:NL:RBGEL:2020:4017
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot zorgmachtiging op basis van Wvggz wegens gebrek aan psychische stoornis
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 juli 2020 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor het bestaan van ernstig nadeel, maar dat dit niet voortvloeide uit een psychische stoornis zoals gedefinieerd in de Wvggz. De betrokkene vertoonde een antisociale persoonlijkheidsstoornis, maar deze werd niet als een psychische stoornis in de zin van de wet beschouwd. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging, maar de rechtbank vond dat er onvoldoende grond was voor dit verzoek, aangezien verplichte zorg niet evenredig of effectief zou zijn en er minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren.
De mondelinge behandeling vond plaats via beeldbellen vanwege de COVID-19 maatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet bereid was om zich te laten horen en dat hij op dat moment vrijwillig in een instelling verbleef. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene, ondanks het risico op ernstig nadeel, niet onder de criteria voor verplichte zorg viel, omdat er geen indicatie was voor een psychiatrische stoornis die behandeling vereiste. De rechtbank heeft het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen en benadrukt dat er mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. M.J.C. van Leeuwen, rechter, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 28 juli 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.