In deze zaak heeft Plato Wood B.V. verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [gedaagde], die als algemeen directeur werkzaam was. De kantonrechter heeft op 24 juli 2020 uitspraak gedaan. De procedure begon met een verzoekschrift van PlatoWood, waarin werd gesteld dat de arbeidsrelatie ernstig en duurzaam verstoord was geraakt, onder andere door een gebrek aan vertrouwen van de indirect bestuurder [naam 5] in [gedaagde]. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding tot aan de mededeling van 21 januari 2020, waarin hij werd geïnformeerd dat er geen vertrouwen meer in hem was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsverhouding onherstelbaar was verstoord, mede door het handelen van PlatoWood, en heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 oktober 2020. Tevens is er een billijke vergoeding van € 50.000,00 toegekend aan [gedaagde] wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat PlatoWood de transitievergoeding aan [gedaagde] moet betalen en dat het non-concurrentiebeding niet van toepassing is. De proceskosten zijn voor rekening van PlatoWood.