Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 oktober 2019
- het verweerschrift tevens houdende een zelfstandig verzoek
- de e-mail van mr. Du Plessis van 27 december 2019 met producties
- de mondelinge behandeling van 7 januari 2020, waarbij mr. Du Plessis pleitaantekeningen heeft overgelegd en waarvan voor het overige aantekeningen zijn gemaakt door de griffier.
2.De feiten
Ik reed vanmiddag rond 17.45 als bestuurder van mijn motorfiets, [kenteken], over de Varsseve1dseweg in Doetinchem. Ik reed in de richting van het centrum. Ik had wat haast en bij de kruising met de Mozartlaan reed ik links langs een vluchtheuvel. Ik weet dat ik dat niet mag doen maar er reed een auto voor mij en die wilde ik passeren en daarbij reed ik links langs de vluchtheuvel.
3.Het verzoek en het verweer
.Univé is gehouden tot vergoeding van 100% van de schade die [verzoeker] heeft geleden als gevolg van het ongeval. Volgens [verzoeker] is aan zijn zijde geen sprake van eigen schuld (artikel 6:101 BW). Hij heeft geen voorrangsfout gemaakt. Hij heeft alvorens de weg over te steken goed uitgekeken en was al bijna aan de overkant van de weg op het moment dat hij werd aangereden door een te hard rijdende, spookrijdende motorrijder. Voor zover al sprake zou zijn van eigen schuld, dan brengt de billijkheidscorrectie, wegens de ernst en de verwijtbaarheid van de door verzekerde gemaakte verkeersfouten, het Betriebsgefahr, alsmede de aard en de ernst van het opgelopen letsel, met zich dat Univé ook in dat geval gehouden is 100% van de geleden schade te vergoeden.
4.De beoordeling
volledigevergoeding van de schade. Univé heeft bij wijze van tegenverzoek verzocht voor recht te verklaren dat Univé niet gehouden is om meer dan 75% van de schade te vergoeden. Met beide verzoeken wordt de vraag ten aanzien van de mate van eigen schuld aan de rechtbank voorgelegd. Deze verzoeken lenen zich naar het oordeel van de rechtbank voor behandeling in een deelgeschilprocedure. Beoordeling van de mate van eigen schuld kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
vervolgensvoor hem een grijze Mini reed, die hij links heeft ingehaald vlak voor de Heemskerklaan’. Anders dan Univé meent, kan aan de tekening op het aanrijdingsformulier in dit verband geen betekenis worden gehecht, omdat verzekerde daarop niet de twee auto’s heeft ingetekend die hij volgens zijn eigen verklaring voor de aanrijding heeft ingehaald. Uit de duidelijke verklaring die verzekerde op de dag van het ongeval tegenover de politie heeft afgelegd, kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden afgeleid dan dat verzekerde met een te hoge snelheid, links van de vluchtheuvel een auto heeft ingehaald, dat hij is teruggekeerd op zijn eigen weghelft, vervolgens een Mini heeft ingehaald en in diezelfde actie, gelet op de tussen partijen vaststaande locatie van de aanrijding, de overstekende [verzoeker] heeft aangereden op de linker weghelft. Aldus is de aanrijding feitelijk het gevolg van meerdere ernstige, verkeersfouten van verzekerde, die een uitzonderlijk gevaarlijke verkeerssituatie in het leven hebben geroepen. Voor zover [verzoeker] hierop al bedacht had moeten zijn, brengt de ernst van de gemaakte fouten aan de zijde van verzekerde mee dat geen sprake is van eigen schuld in de zin van artikel 6:101 BW bij [verzoeker].