In deze zaak heeft de huurder, Olgun, een kort geding aangespannen tegen de stichting Wonion, waarin hij verzoekt om schorsing van de tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis. De voorzieningenrechter heeft op 11 augustus 2020 uitspraak gedaan. De huurder heeft sinds 1 april 2015 een woning gehuurd van Wonion, maar er zijn sinds 2017 klachten van omwonenden over overlast door de huurder, waaronder verbale en fysieke agressie. Wonion heeft de huurder meerdere keren aangesproken op deze klachten en heeft uiteindelijk een rechtszaak aangespannen om de huurovereenkomst te ontbinden. Op 15 juli 2020 heeft de kantonrechter de vorderingen van Wonion toegewezen, wat leidde tot een ontruimingsvonnis. De huurder heeft het vonnis niet erkend en heeft verzet aangetekend, maar Wonion heeft de ontruiming aangekondigd voor 12 augustus 2020. In het kort geding heeft de huurder aangevoerd dat zijn belang bij behoud van de woning zwaarder weegt dan het belang van Wonion bij de tenuitvoerlegging van het vonnis. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er voldoende bewijs is van ernstige overlast door de huurder en dat het belang van Wonion bij voortzetting van de tenuitvoerlegging zwaarder weegt. De vorderingen van de huurder zijn afgewezen en hij is veroordeeld in de proceskosten.