Uitspraak
1.De procedure
2.Het geschil in conventie en de beoordeling daarvan
3.Het geschil in reconventie en de beoordeling daarvan
4.De beslissing
;
;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 8 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Eneco Services B.V. en Fewle B.V. Eneco vorderde betaling van een bedrag van € 232,68, te vermeerderen met wettelijke rente, als gevolg van een energieleveringsovereenkomst die op 11 februari 2019 tot stand zou zijn gekomen. Eneco had op die datum een (spoed)aanmelding van Fewle ontvangen en bevestigde de leveringsovereenkomst per e-mail. In de daaropvolgende correspondentie heeft Eneco de voorwaarden en kosten van de levering uiteengezet, inclusief een eindnota van € 405,66, die door Fewle niet werd betwist. Fewle heeft wel aangevoerd dat er geen overeenkomst met de netbeheerder Stedin zou zijn, maar de kantonrechter oordeelde dat Eneco, als gevolmachtigde van de contractspartij, bevoegd was om Fewle te dagvaarden. De rechter concludeerde dat er een geldige overeenkomst was en dat Fewle verplicht was het gevorderde bedrag te betalen. In reconventie vorderde Fewle een schadevergoeding van € 1.200,00 wegens nodeloos procederen, maar deze vordering werd afgewezen omdat er geen sprake was van nodeloos procederen aan de kant van Eneco. Fewle werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten van Eneco vergoeden.