ECLI:NL:RBGEL:2020:4496

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 juli 2020
Publicatiedatum
1 september 2020
Zaaknummer
8228915 \ CV EXPL 19-15253
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit energieleveringsovereenkomst tussen Eneco en Fewle

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 8 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Eneco Services B.V. en Fewle B.V. Eneco vorderde betaling van een bedrag van € 232,68, te vermeerderen met wettelijke rente, als gevolg van een energieleveringsovereenkomst die op 11 februari 2019 tot stand zou zijn gekomen. Eneco had op die datum een (spoed)aanmelding van Fewle ontvangen en bevestigde de leveringsovereenkomst per e-mail. In de daaropvolgende correspondentie heeft Eneco de voorwaarden en kosten van de levering uiteengezet, inclusief een eindnota van € 405,66, die door Fewle niet werd betwist. Fewle heeft wel aangevoerd dat er geen overeenkomst met de netbeheerder Stedin zou zijn, maar de kantonrechter oordeelde dat Eneco, als gevolmachtigde van de contractspartij, bevoegd was om Fewle te dagvaarden. De rechter concludeerde dat er een geldige overeenkomst was en dat Fewle verplicht was het gevorderde bedrag te betalen. In reconventie vorderde Fewle een schadevergoeding van € 1.200,00 wegens nodeloos procederen, maar deze vordering werd afgewezen omdat er geen sprake was van nodeloos procederen aan de kant van Eneco. Fewle werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten van Eneco vergoeden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 8228915 \ CV EXPL 19-15253 \ 45950
uitspraak van 8 juli 2020
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap Eneco Services B.V.,
h.o.d.n. 'Eneco', als gevolmachtigde van Eneco Consumenten B.V. (voorheen genaamd Eneco Retail B.V.), Eneco Warmte en Koude Leveringsbedrijf B.V. en Stedin Netbeheer B.V.,
gevestigd in Rotterdam,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fewle B.V.,
gevestigd in Doesburg,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger],
procederend in persoon.
Partijen worden hierna Eneco en Fewle genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 december 2019,
- de conclusie van antwoord in conventie, eis in reconventie, met een productie,
- de conclusie van repliek in conventie tevens vermindering van eis, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie met vermeerdering van eis,
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Vervolgens heeft de kantonrechter vonnis bepaald.

2.Het geschil in conventie en de beoordeling daarvan

2.1.
Eneco heeft op 11 februari 2019 een (spoed)aanmelding van [vertegenwoordiger] namens Fewle ontvangen in verband met de levering van gas en licht op het adres Meipoortstraat 32 in Doesburg. Eneco heeft dezelfde dag de aangevraagde leveringsovereenkomst per e-mail bevestigd. In een brief van 12 mei 2019 aan Fewle heeft Eneco de leveringsovereenkomst (nogmaals) bevestigd en de leveringsovereenkomst en de toepasselijke algemene voorwaarden meegestuurd.
2.2.
In een brief van 14 februari 2019 heeft Eneco aan Fewle meegedeeld welk termijnbedrag Fewle maandelijks verschuldigd is. Het termijnbedrag, te weten € 330,00, is berekend op basis van het energieverbruik op het adres in het afgelopen jaar, zo staat in de brief vermeld. Bij deze brief is een bijlage gevoegd waarin de opbouw van het termijnbedrag is toegelicht. In dezelfde periode heeft Eneco aan Fewle gevraagd om de meterstanden door te geven.
2.3.
Met een nota van 28 februari 2019 heeft Eneco het termijnbedrag van € 330,00 bij Fewle in rekening gebracht voor de maand februari 2019.
2.4.
In een brief van 20 maart 2019 van Eneco aan Fewle staat dat de overeenkomst is beëindigd en dat Eneco Fewle daarom een eindnota stuurt. Op die eindnota is € 405,66 bij Fewle in rekening gebracht. Op de nota staat, naast kosten die verband houden met de energielevering tot 26 februari 2019, een tweetal boetes van in totaal € 267,32 vermeld.
2.5.
Eneco vordert in deze procedure – na vermindering van eis – dat de kantonrechter, in een vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Fewle veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 232,68, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding.
Eneco heeft toegelicht dat Fewle in beginsel het termijnbedrag voor de maand februari 2019 en het op de eindnota vermelde bedrag minus de daar vermelde boetes is verschuldigd, alsmede de verschenen rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Dit zou bij elkaar een bedrag van € 589,05 zijn. Eneco heeft haar vordering in deze procedure echter om proceseconomische redenen in eerste instantie beperkt tot € 500,00, welke vordering na de vermindering bij repliek uitkomt op € 232,68.
2.6.
Fewle heeft niet weersproken dat zij zich op 11 februari 2019 bij Eneco heeft aangemeld. Evenmin heeft Fewle betwist dat zij vervolgens de verschillende (in 2.1. tot en met 2.4. genoemde) bevestigingen, brieven en nota’s van Eneco (die naar het opgegeven adres zijn gestuurd) heeft ontvangen. De aanmelding van Fewle bij Eneco en de ontvangst van de genoemde stukken staan daarmee vast. Fewle heeft naar aanleiding van de e-mails en brieven geen enkele (afwijzende) reactie naar Eneco gestuurd. Eneco heeft er daarom naar het oordeel van de kantonrechter redelijkerwijs op mogen vertrouwen dat Fewle akkoord is gegaan en dat er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen haar en Fewle. Fewle heeft dit onvoldoende gemotiveerd weersproken.
2.7.
Fewle heeft nog aangevoerd dat er tussen haar en netbeheerder Stedin geen overeenkomst bestaat omdat Fewle zich in het netwerk van netbeheerder Liander bevindt. Op zichzelf is het juist dat Fewle geen overeenkomst heeft gesloten met Stedin. Er is immers een overeenkomst met Eneco, zie de overweging hierboven. Het is gebruikelijk dat een overeenkomst voor de levering van energie met een energieleverancier wordt gesloten en niet met een netbeheerder. De energieleverancier brengt bepaalde kosten van de netbeheerder in rekening, dat staat ook vermeld op de nota’s die Eneco aan Fewle heeft gestuurd. Op die nota’s staat overigens ook vermeld dat de netbeheerder Liander is.
2.8.
Voor zover Fewle als verweer heeft aangevoerd dat de verkeerde partij – namelijk Stedin – haar heeft gedagvaard en de dagvaarding dus nietig is, overweegt de kantonrechter als volgt. Het is niet Stedin die Fewle heeft gedagvaard, maar Eneco (voluit: Eneco Services B.V. h.o.d.n. 'Eneco', zie de kop van de dagvaarding en de partijnaam bovenaan dit vonnis). Eneco Services B.V. is gevolmachtigde van (onder meer) Eneco Consumenten B.V. en die laatste is de partij met wie Fewle de energieleveringsovereenkomst heeft gesloten. Eneco was dus (als gevolmachtigde van de contractspartij van Fewle) bevoegd om Fewle te dagvaarden. Dat Eneco ook gevolmachtigde is van (onder andere) Stedin Netbeheer B.V. doet daaraan niet af. De dagvaarding is dus geldig.
2.9.
De conclusie luidt dat er een overeenkomst is tussen Eneco en Fewle en dat Fewle op grond van die overeenkomst een betalingsverplichting heeft en het gevorderde bedrag moet betalen. Dat Eneco vanaf 12 februari 2019 energie heeft geleverd, heeft Fewle onvoldoende gemotiveerd betwist. Fewle heeft wel de hoogte van de meterstand betwist, maar erkent tegelijkertijd dat zij de stand niet heeft doorgegeven. Eneco mocht de stand daarom schatten (de ‘berekende stand’) en heeft met de bijlage bij de nota’s voldoende onderbouwd wat de stand is. Dat voor de door Eneco in rekening gebrachte kosten van de netbeheerder de tarieven van Stedin (en dus verkeerde tarieven) zouden zijn gehanteerd, zoals Fewle heeft aangevoerd, is niet gebleken. De stukken bieden daarvoor geen aanknopingspunt, omdat daarin immers steeds Liander als netbeheerder wordt genoemd. Het door Eneco gevorderde bedrag is dus toewijsbaar. Tegen de gevorderde wettelijke rente heeft Fewle geen afzonderlijk verweer gevoerd. Die is ook toewijsbaar, vanaf 13 december 2019.
2.10.
Fewle wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van Eneco betalen.

3.Het geschil in reconventie en de beoordeling daarvan

3.1.
Fewle heeft – na vermeerdering van eis – een bedrag van € 1.200,00 gevorderd van Eneco, te vermeerderen met de proceskosten.
Fewle stelt dat zij recht heeft op een schadevergoeding wegens nodeloos procederen, hetgeen haar stress heeft opgeleverd en waarvoor zij verletkosten (in verband met uitzoekwerk) heeft gemaakt.
3.2.
Hierboven (in conventie) is al geoordeeld dat de vordering van Eneco wordt toegewezen. Van nodeloos procederen aan de kant van Eneco is dan ook geen sprake. De gevorderde schade komt daarom al niet voor vergoeding in aanmerking, nog los van het feit dat de vordering van Fewle niet is onderbouwd. De vordering van Fewle zal worden afgewezen.
3.3.
Fewle wordt ook in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van Eneco betalen.

4.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
4.1.
veroordeelt Fewle om aan Eneco te betalen een bedrag van € 232,68, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 13 december 2019 tot aan de dag van volledige betaling;
4.2.
veroordeelt Fewle in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Eneco begroot op € 88,06 aan dagvaardingskosten, € 124,00 aan griffierecht en € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde
;
4.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
4.4.
wijst de vordering af;
4.5.
veroordeelt Fewle in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Eneco begroot op € 60,00 aan salaris voor de gemachtigde
;
4.6.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter-plv. mr. J.M. Breimer en in het openbaar uitgesproken door mr. P.J. Wiegman op 8 juli 2020