ECLI:NL:RBGEL:2020:4568

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 juli 2020
Publicatiedatum
7 september 2020
Zaaknummer
C/05/373951 / FA RK 20-2473
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met schizofrenie

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 juli 2020 een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft geoordeeld dat de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie, zorg nodig heeft om ernstig nadeel te voorkomen. De behandelaar heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat bepaalde vormen van zorg noodzakelijk zijn, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat de situatie van de betrokkene op dat moment stabiel was en dat het niet proportioneel was om de verzochte zorg op te leggen. De rechtbank heeft daarbij opgemerkt dat indien de situatie zou veranderen, de zorgaanbieder snel kan handelen op basis van de Wvggz.

De mondelinge behandeling vond plaats via beeldbellen vanwege de COVID-19-situatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene in het verleden suïcidaliteit en zelfbeschadiging heeft vertoond, maar dat hij op dat moment stabiliseerde en op de wachtlijst stond voor beschermd wonen. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie om verplichte zorg te verlenen, afgewezen, omdat de betrokkene op een open afdeling verbleef en er geen acute noodzaak was voor de gevraagde zorg. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid om in te grijpen indien de situatie van de betrokkene zou verslechteren.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter G.W. Brands-Bottema, met de griffier L. Stoevenbelt aanwezig. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 30 juli 2020 vastgesteld. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/373951 / FA RK 20-2473
Datum mondelinge uitspraak: 27 juli 2020
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
verblijfplaats: Pro Persona, afdeling Mezzo te Wolfheze,
op grond van een machtiging voortgezet verblijf onder de Wet BOPZ,
geldend tot en met 8 augustus 2020,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. L.W. Plantenga te Utrecht.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
23 juli 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 via beeldbellen plaatsgevonden op 27 juli 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • dhr. [naam] , als arts en psychotherapeut verbonden aan voornoemde accommodatie;
  • de ouders en tevens mentoren van betrokkene.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet gehoord.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie met thans op de voorgrond staande negatieve symptomatologie. Betrokkene is op jonge leeftijd geadopteerd en er is waarschijnlijk voor die tijd sprake geweest van vroege emotionele verwaarlozing.
2.2.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige materiële schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig. De aanleiding voor de huidige opname was dat betrokkene zich impulsief met een mes in zijn hart wilde steken. In het verleden is gemerkt dat op het moment dat betrokkene de medicatie staakt, hij zichtbaar snel psychotisch wordt. In het verleden heeft betrokkene meermaals zijn medicatie gestaakt met suïcidaliteit, zelfbeschadiging, brandstichting en seksueel grensoverschrijdend gedrag tot gevolg. Betrokkene verblijft nu ruim een jaar op de huidige afdeling en gezien wordt dat hij stabiliseert. Betrokkene staat op de wachtlijst voor beschermd wonen.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan uit:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het opnemen in een accommodatie;
allen voor de maximale duur van zes maanden.
2.5.
Gelet op de inhoud van de stukken en het besprokene tijdens de mondelinge behandeling is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg te weten:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte om gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
niet passend en noodzakelijk zijn. Betrokkene verblijft op een open afdeling en van deze vormen van zorg wordt op dit moment geen gebruikt gemaakt. De behandelaar heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat deze vormen van zorg noodzakelijk zijn op het moment dat betrokkene de medicatie staakt en dreigt te ontregelen. Deze situatie heeft zich echter in het afgelopen half jaar niet voorgedaan en de rechtbank is dan van oordeel dat het niet proportioneel is om deze vormen van zorg op te leggen terwijl de situatie dusdanig stabiel is en niet te verwachten valt dat deze vormen van zorg op korte termijn ingezet moeten gaan worden. De rechtbank merkt daarbij op dat mocht de situatie zich voordoen dat deze vormen van zorg alsnog noodzakelijk worden, dat snel en voortvarend door de zorgaanbieder kan worden gehandeld op grond van artikel 8:11 e.v. Wvggz. Immers kan dan tijdelijke verplichte zorg worden geboden, die vervolgens naderhand getoetst dient te worden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, om welke reden de rechtbank zal beslissen als hierna vermeld.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.5. kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
26 januari 2021;
3.3.
Wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2020 door mr. G.W. Brands-Bottema, rechter, in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt, griffier, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 30 juli 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.