Uitspraak
1.[verweerder 1]
[verweerder 2]
beiden kantoorhoudende te Oosterbeek
1.[belanghebbende 1]wonende te [woonplaats]niet verschenen
[belanghebbende 2]wonende te [woonplaats]
gemachtigde mr. B. van Treijen te Nijmegen
1.[belanghebbende 3]
[belanghebbende 4]
1.De procedure
2.De feiten
3.Het bezwaar en het verweer
3.2. Aan zijn bezwaar tegen de door de vereffenaars voorgenomen verkoop van de woning en garage van erflaatster heeft [verzoeker 1] het volgende ten grondslag gelegd. De waarde van de kelder/fundering wordt door de vereffenaars ten onrechte niet meegenomen in de verkoopprijs. Die waarde is destijds door de schade-expert geschat op een bedrag van € 15.000,00 in het economisch verkeer tijdens een gesprek dat plaatsvond op 11 mei 2020 op het kantoor van de vereffenaars. De kopers van de woning gaan wel gebruik maken van de kelder/fundering, aangezien daarvan geen sloop zal plaatsvinden. Verder worden de sloopkosten door de kopers hoger ingeschat (€ 38.000,00) dan de schade-expert heeft gedaan (€ 25.000,00). De oorspronkelijk verkoopovereenkomst had uitsluitend betrekking op de woning en niet op de garage, aangezien de kopers voor de garage geen financiering konden krijgen. Dit betekent dat de vereffenaars geen koopovereenkomst kunnen aangaan met betrekking tot de woning én de garage. Tenslotte ligt er nog steeds executoriaal beslag op de garage. De vereffenaars dienen dit beslag te respecteren, aldus [verzoeker 1] .