In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 31 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Veiliger Zaltbommel (eiseres) en het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Rivierenland (verweerder) over maatwerkvoorschriften voor de lozing van koelwater. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de maatwerkvoorschriften die aan Sachem Europe B.V. zijn opgelegd. Deze voorschriften zijn vastgesteld op basis van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en het Activiteitenbesluit. Eiseres betoogde dat er ook een norm voor benzeen opgenomen had moeten worden in de maatwerkvoorschriften, evenals een monitoringsvoorschrift. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder terecht geen norm voor benzeen heeft opgenomen, omdat artikel 6.2 van de Waterwet deze lozing reeds verbiedt. De rechtbank oordeelde dat de maatwerkvoorschriften voldoende zijn en dat de monitoring ter plaatse van het lozingspunt is voorgeschreven. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.