5.1.[gedaagde] vordert - na eisvermeerdering en -vermindering - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
Primair:
1. zal bepalen dat [eiser] haar volledige medewerking dient te verlenen en dient te blijven verlenen aan al hetgeen nodig is voor de overname/toedeling van de woning [door/]aan [gedaagde] - onder andere, maar niet uitsluitend -
a. [om] [eiser] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de thans op de woning rustende hypothecaire lening te ontslaan,
b. de totstandkoming en ondertekening van de leveringsakte, hypotheekakte en inschrijving in het kadaster,
c. toedeling van de beleggingsverzekering aan [gedaagde] ,
d. de levering van het aan partijen gezamenlijk in eigendom toebehorende recht van eigendom op de woning (onder voorbehoud financiering), binnen acht weken na vonnis, althans per datum die de rechtbank redelijk acht
en zal bepalen dat de kosten die gepaard gaan met de overname/toedeling
gelijkelijk door partijen worden gedragen;
2. zal bepalen dat bij gebreke van medewerking van [eiser] [aan] hetgeen onder 1. gevorderd, althans wanneer [eiser] telkens binnen 1 dag na schriftelijk verzoek van [gedaagde] om bovengenoemde medewerking onder 1. te verlenen [gedaagde] deze medewerking niet verleent, het ten deze te verkrijgen vonnis in de plaats treedt ex artikelen 3:300 juncto 3:301 BW van de toestemming/medewerking van [eiser] , welke nodig is om [eiser] te laten meewerken aan haar ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, aan het toedelen en leveren van de woning aan [gedaagde] , danwel dat de rechtbank een vertegenwoordiger zal aanwijzen die de gevorderde rechtshandelingen voor [eiser] zal verrichten;
3. zal bepalen dat [eiser] aan [gedaagde] een bedrag van € 3.000,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, verschuldigd is met betrekking tot de autorijschool;
4. zal bepalen dat [eiser] binnen vier weken na vonnis [gedaagde] in het bezit dient te stellen [van] (een digitaal bestand van) foto’s en zijn administratie, (een kopie van) de geboortekaartjes en –bewijzen van de kinderen en de huwelijksakte;
5. zal bepalen dat [eiser] € 841,00 met betrekking tot de aanslag kindgebonden budget 2019 aan [gedaagde] dient te voldoen, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
6. zal bepalen dat bij gebreke van medewerking van [eiser] [aan] hetgeen onder 1 en of 5 gevorderd [eiser] een dwangsom verschuldigd is van € 100,00 voor iedere dag, een gedeelte van de dag daaronder begrepen, dat [eiser] nalaat om aan het onder 1 en/of 5 gevorderde te voldoen en voorts zal bepalen dat, indien [eiser] haar medewerking aan hetgeen onder 1 en/of 5 is gevorderd niet verleent, de alsdan verschuldigde dwangsommen, na daartoe bij aangetekende brief te zijn aangemaand, niet binnen 24 uur aan [gedaagde] heeft betaald, het vonnis dadelijk uitvoerbaar zal zijn, althans dwangsommen tot een door de rechtbank in goede justitie te bepalen hoogte zal bepalen;
Zowel primair als subsidiair
7. [eiser] zal veroordelen in de kosten van dit geding.
Voorts vordert [gedaagde] dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
8. de verdeling van de woning zal uitsluiten voor drie jaar, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, danwel zal bepalen dat [gedaagde] gedurende een in goede justitie te bepalen termijn gerechtigd is om het gebruik van de gezamenlijke woning voort te zetten;
9. zal bepalen dat [eiser] haar deel van de lening bij Qander binnen een maand na het in deze te wijzen (tussen)vonnis dient af te lossen door het aangaan van een eigen lening, danwel binnen een maand na het in deze te wijzen (tussen)vonnis bewijzen van minimaal drie kredietinstellingen dient te overleggen dat zij niet in staat is om een lening af te sluiten om haar deel van de lening bij Qander te voldoen, onder verbeurte van een dwangsom van € 50,00 per dag dat zij in gebreke blijft aan het gevorderde te voldoen met een maximum van € 4.500,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom en termijn zal opleggen;
10. zal bepalen dat [eiser] sinds 29 april 2020 en zolang [naam 1] een weekend per twee weken in plaats van de helft van de tijd bij [eiser] is € 78,00 per maand, c.q. € 40,00 per maand, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag per maand aan [gedaagde] dient te voldoen, c.q. dat [gedaagde] gerechtigd is deze bedragen in mindering te brengen op een eventuele vordering van [eiser] op [gedaagde] , althans dat de rechtbank een in goede justitie te bepalen beslissing dienaangaande zal nemen.