ECLI:NL:RBGEL:2020:5603
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid burgemeester tot tijdelijke sluiting van horecagelegenheid na schietincident
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 21 oktober 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een horeca-exploitant in Arnhem. De burgemeester had op 28 augustus 2020 besloten om de horecagelegenheid voor de duur van drie maanden te sluiten na een schietincident dat op 21 augustus 2020 had plaatsgevonden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van dit besluit beoordeeld. Tijdens de zitting op 14 oktober 2020 is de situatie rondom het schietincident besproken, waarbij getuigen hebben verklaard dat zowel het slachtoffer als de dader met een vuurwapen op straat hebben gerend. De burgemeester heeft op basis van de bevindingen van de politie en de ernst van de situatie besloten tot sluiting van de horecagelegenheid, met als doel de openbare orde te herstellen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om de horecagelegenheid te sluiten, gezien de ernstige verstoring van de openbare orde die het schietincident met zich meebracht. De rechter heeft echter ook opgemerkt dat de burgemeester zijn besluit onvoldoende had gemotiveerd, met name wat betreft de duur van de sluiting. Desondanks heeft de voorzieningenrechter geconcludeerd dat de burgemeester in redelijkheid tot sluiting kon besluiten, gezien de onrust in de omgeving en de reeds bestaande problemen in de buurt.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bezwaar van de verzoeker naar verwachting geen redelijke kans van slagen had. De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van de burgemeester om in het belang van de openbare orde op te treden, maar ook de noodzaak van een goede motivering van besluiten.