Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Aanduiding bestreden besluit
2.Procesverloop
3.Overwegingen
Dit is zonder meer een besluit. Dan volgt een bericht van 14 juni 2019 over de maanden oktober 2018 tot en met december 2018. Daarbij is door verweerder aangegeven dat het recht op studiefinanciering nog niet kan worden vastgesteld. De aanvullende beurs voor de maand september 2018 blijft afgewezen. Dan volgt een brief van 18 juni 2019 met het verzoek om informatie over de maanden september 2018 tot en met mei 2019. Eiseres heeft hierop gereageerd bij e-mail bericht van 2 juli 2019. Dan volgt een brief van 15 juli 2019 met de mededeling dat de studiefinanciering niet wordt toegekend over de maanden oktober 2018 tot en met december 2018. Eiser denkt dat hier de zaak mee is afgehandeld en maakt bezwaar op 21 augustus 2019. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding omdat eiser door de vele briefwisselingen op het verkeerde been is gezet. De brief van 15 juli 2019 is een herhaald besluit. Het bezwaar wordt geacht ook gericht te zijn tegen het besluit van 14 juni 2019. Eiser mocht er onder deze omstandigheden vanuit gaan dat de brief van 15 juli 2019 het definitieve besluit was.
4.Beslissing
A.A. Hommel, griffier.