ECLI:NL:RBGEL:2020:5837

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 oktober 2020
Publicatiedatum
2 november 2020
Zaaknummer
C/05/378247 / FZ RK 20-2915
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel op grond van Wvggz

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 oktober 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek was gebaseerd op artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en betrof een betrokkene die eerder een crisismaatregel had opgelegd gekregen, geldig tot en met 25 oktober 2020. De mondelinge behandeling vond plaats via beeldbellen vanwege de COVID-19 maatregelen. Tijdens deze behandeling werd de betrokkene gehoord, bijgestaan door haar advocaat, en was er een psychiater van GGNet aanwezig.

De psychiater heeft aangegeven dat, hoewel de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, een langere gedwongen opname niet in haar belang zou zijn. In plaats daarvan zou het beter zijn om de betrokkene zelf verantwoordelijkheid te laten nemen voor haar gedrag en haar autonomie te geven. De rechtbank heeft deze argumenten overwogen en geconcludeerd dat er geen sprake is van doelmatigheid zoals bedoeld in artikel 3:3 Wvggz. Het verlenen van verplichte zorg zou niet effectief zijn en mogelijk schadelijk voor de betrokkene.

Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter A.E.M. Overkamp, met de griffier L. Stoevenbelt aanwezig. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 3 november 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/378247 / FZ RK 20-2915
Datum mondelinge uitspraak: 26 oktober 2020
Beschikking machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijfadres: [adres] ,
op grond van een crisismaatregel geldend tot en met 25 oktober 2020,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. O.C.A. Sandberg-Vaillant te Vorden.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 23 oktober 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 22 oktober 2020 opgelegde crisismaatregel.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 via beeldbellen plaatsgevonden op 26 oktober 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn telefonisch gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • dhr. [naam] , als psychiater verbonden aan GGNet.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de rechtbank als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het landelijk beleid van de Rechtspraak dat het niet is toegestaan de accommodatie waar betrokkene verblijft te bezoeken. Dit levert voor betrokkene en de medebewoners en verzorgers een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Datzelfde geldt voor de medewerkers van de rechtbank, alsook voor bewoners en verzorgers van overige accommodaties indien van dit beleid zou worden afgeweken. Om die reden is besloten betrokkene via beeldbellen te horen.
2.2.
De psychiater heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat, ondanks dat er bij betrokkene sprake is van een psychische stoornis, die kan leiden tot ernstig nadeel, betrokkene niet gebaat is bij een langere (gedwongen) opname. In het verleden is vaker gezien dat als betrokkene langer opgenomen is, er meer schade wordt aangericht dan dat het iets oplevert. Het is van groot belang dat betrokkene zelf verantwoordelijkheid krijgt voor haar gedrag en door een opname, wordt die verantwoordelijkheid juist afgenomen. Betrokkene komt dan in een neerwaartse en negatieve spiraal terecht en daar is zij niet bij gebaat. Het helpt betrokkene juist om haar autonomie te geven, samen te gaan werken met de behandelaren en afspraken te maken over een behandeling. De psychiater pleit dan ook voor afwijzing van het verzoek. Betrokkene erkent dit en heeft (aarzelend) verklaard dat zij bereid is op vrijwillige basis mee te werken aan behandeling.
2.3.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van doelmatigheid zoals genoemd in artikel 3:3 Wvggz. Het verlenen van verplichte zorg is niet effectief en mogelijk juist schadelijk voor betrokkene. De rechtbank zal dan ook het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst af het verzoek tot een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2020 door mr. A.E.M. Overkamp, rechter, in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt, griffier, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 3 november 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.