In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 25 november 2020, is een verzoek gedaan door een aantal verzoekers om de gemachtigde van de verweerders, de heer [naam 1], te weigeren op basis van artikel 81 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de vertegenwoordiging door [naam 1], die eerder als adviseur van hen betrokken was bij pogingen om een perceel grond te verkopen. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de heer [naam 1] geen advocaat of deurwaarder is en dat er geen ernstige bezwaren zijn die zijn vertegenwoordiging in deze procedure rechtvaardigen. De kantonrechter benadrukt dat de regeling van artikel 81 Rv bedoeld is om evidente misstanden in de procesvoering te voorkomen en dat partijen in beginsel vrij moeten zijn om hun eigen gemachtigde te kiezen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat het bezwaar van de verzoekers onvoldoende grondslag biedt om de heer [naam 1] als gemachtigde te weigeren. De beslissing van de kantonrechter was om het bezwaar van de verzoekers af te wijzen en de zaak door te verwijzen naar de rolzitting van 23 december 2020 voor conclusie van antwoord.