In deze zaak vordert de eiser, vertegenwoordigd door Smits Legal, betaling van een bedrag van € 1.701,26 van de gedaagden, die in persoon procederen. De eiser heeft werkzaamheden verricht in opdracht van de gedaagden en heeft hen een factuur gestuurd voor het gebruik van een bouwkast. De gedaagden hebben de factuur betwist en stellen dat er geen overeenkomst bestaat die hen verplicht tot betaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er wel degelijk een overeenkomst bestaat, waarbij de eiser de bouwkast ter beschikking heeft gesteld aan de gedaagden tegen een vergoeding. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overeengekomen tegenprestatie voldoende bepaalbaar is, ondanks dat de exacte hoogte van de vergoeding niet was overeengekomen. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser grotendeels toegewezen, met uitzondering van de gevorderde contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten, omdat de eiser niet heeft aangetoond dat de algemene voorwaarden van toepassing waren. De gedaagden zijn veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.