Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring
- de incidentele conclusie van antwoord
- De akte van Hoch Capital van 1 juli 2020
- De akte en brief van [eiser] van 1 juli 2020
2.De beoordeling in het incident
elective professional client”) wenst te worden behandeld. Ook wijst Hoch Capital erop dat [eiser] beschikt over een financiële holding waarin zij aandelen houdt in de door haar ex-partner opgerichte vennootschap.
“elective professional client”te zijn. Van het dwingendrechtelijk kader van de consumentenbescherming kan niet worden afgeweken enkel en alleen doordat een consument verklaart geen consument te zijn. Voor zover [eiser] aangemerkt moet worden als een professionele belegger in de zin van de regelingen omtrent beleggersbescherming (waaronder MIFID II) geldt dat met deze regelingen niet wordt beoogd af te wijken van betekenis van “consument” in het kader van artikel 17 Brussel I bis-Vo e.v. De rechtbank ziet, mede in het licht van de bestaande jurisprudentie (waaronder HvJEU 3 okober 2019, ECLI:EU:C:2019:825
(Petruchová)en HvJ EU 2 april 2020, ECLI:EU:C:2020:264 (
Reliantco)), geen aanleiding hierover een prejudiciële vraag te stellen, dan wel de prejudiciële vragen naar aanleiding van ECLI:NL:HR:2019:1400 af te wachten.
3.Rolverzoeken
Aanhouding wegens litispendentie
4.De beslissing
21 oktober 2020voor conclusie van antwoord.