ECLI:NL:RBGEL:2020:7073
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van faillissement na verzet door verzoekster
Op 7 oktober 2020 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoekster en Plenus Gouda B.V. De verzoekster had verzet aangetekend tegen haar faillietverklaring, die eerder door de rechtbank was uitgesproken. De rechtbank had mr. S. Boot benoemd als rechter-commissaris en mr. H.J.D. ter Waarbeek als curator. In het verzetschrift, dat op 22 september 2020 ter griffie was ingediend, stelde de verzoekster dat zij niet in de toestand verkeerde dat zij had opgehouden te betalen, en dat de aanvrager van het faillissement, Plenus, inmiddels was betaald. Beide partijen stemden in met de vernietiging van het faillissementsvonnis en met schriftelijke afdoening van de zaak.
De rechtbank heeft de stukken beoordeeld en vastgesteld dat de vordering van Plenus inmiddels was voldaan. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het verzet van de verzoekster gehonoreerd. De rechtbank heeft echter ook geoordeeld dat er redenen zijn om de verzoekster te belasten met de kosten van het faillissement. In de beslissing heeft de rechtbank het eerdere vonnis van faillietverklaring vernietigd en de kosten van het faillissement vastgesteld op € 3.944,19, vermeerderd met BTW voor het salaris van de curator, en € 157,77 voor verschotten, eveneens vermeerderd met BTW. De verzoekster is veroordeeld tot betaling van deze bedragen aan de curator, mr. Ter Waarbeek. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E. Schippers op 7 oktober 2020.