ECLI:NL:RBGEL:2020:7180
Rechtbank Gelderland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident in verzekeringszaak met betrekking tot brandschade aan auto en hoogte van vordering
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland op 18 november 2020, betreft het een bevoegdheidsincident in een verzekeringskwestie. Eiser, vertegenwoordigd door mr. E.M. Horssius van de Stichting Ombudsman Schadeverzekeringen, heeft een vordering ingesteld tegen Ansvar Verzekeringsmaatschappij N.V. en Turien & Co. Verzekeringen, vertegenwoordigd door mr. J. van Rhijn. Eiser vordert een schadevergoeding van € 21.129,50 wegens brandschade aan zijn auto, die hij stelt te hebben geleden onder een verzekeringsovereenkomst met Ansvar. Ansvar betwist de bevoegdheid van de kantonrechter, stellende dat de oorspronkelijke vordering meer dan € 25.000,00 bedraagt, waardoor de kantonrechter niet bevoegd zou zijn om van de zaak kennis te nemen.
De rechtbank overweegt dat volgens artikel 93 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vorderingen met een beloop van ten hoogste € 25.000,00 door de kantonrechter worden behandeld, tenzij de rechtstitel dat bedrag te boven gaat en de rechtstitel wordt betwist. Eiser heeft echter gesteld dat hij afstand heeft gedaan van het meerdere, waardoor het geschil nooit een beloop van meer dan € 25.000,00 kan krijgen. De rechtbank concludeert dat de kantonrechter bevoegd is om de zaak te behandelen, ondanks de betwisting van Ansvar over de cessie en het afstand doen van het meerdere.
De rechtbank wijst de vordering van Ansvar in het incident af en veroordeelt Ansvar in de proceskosten van eiser in het incident. De zaak wordt vervolgens verwezen voor conclusie van repliek naar de rolzitting van 16 december 2020, waarbij verdere beslissingen worden aangehouden.