Uitspraak
1.Procesverloop
3 januari 2020;
2.Beoordeling
3.Beslissing
[griffier] , griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2020.
Rechtbank Gelderland
Op 7 februari 2020 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene beroep heeft ingesteld tegen een door de burgemeester opgelegde crisismaatregel op 3 januari 2020. Betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. C. Lamphen, stelde dat zij in strijd met de wet verstoken was van juridische bijstand, omdat de burgemeester er niet voor had gezorgd dat zij binnen 24 uur na de oplegging van de crisismaatregel werd bijgestaan door een advocaat. Betrokkene had op 3 januari 2020 aangegeven geen advocaat te willen, maar was van mening dat dit niet als een ondubbelzinnige afstand van haar recht op rechtsbijstand mocht worden beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester geen melding heeft gedaan aan de Raad voor Rechtsbijstand, waardoor er geen piketmelding is gedaan. Dit werd toegeschreven aan een fout in het systeem. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester in strijd met de wettelijke bepaling (artikel 7:2, derde lid, van de Wvggz) niet zorg heeft gedragen voor juridische bijstand voor betrokkene. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en oordeelde dat betrokkene ten onrechte niet tijdig juridische bijstand heeft gekregen na de afgifte van de crisismaatregel.